Sinds 1978 heeft de groep A Filetta naam en faam verworven binnen de steeds meer gewaardeerde Corsicaanse polifonische zang. Wisselde de groep geregeld van samenstelling, groepsleider Jean-Claude Acquaviva bleef een vaste waarde binnen de groep. Gestart van uit de traditie werd de groep meer en meer een vernieuwer van de Corsicaanse polyfonie. Dit Requiem, geschreven in opdracht van het Festival de Saint-Denis, is een bijzonder mooi voorbeeld van hoe de groep de traditionele wortels verwerkt tot hoogstaande hedendaagse muziek, verweven met invloeden die ze door hun vele contacten en samenwerkingen met andere muzikanten, wereldwijd verspreid, hebben ondergaan. In deze creatie krijgt, naast hun uitgekiende polifonische zang, de creatieve bandoneon van de Italiaan Danieli di Bonaventura een belangrijke inbreng. “Wanneer zang de dood oproept, eert hij dan niet het leven?” is als eerste zin het tekstboekje te lezen. Dit geeft perfect weer wat je bij beluistering ervaart: diepe droefenis gemengd met vreugdevolle klanken (o.m. in het afsluitende In Paradisum) raakt je als luisteraar tot diep in de ziel. A Filetta toont hier zijn meesterschap in meerstemmige zang. Om deze creatie van ruim een uur ineens te beluisteren kan je best je ogen sluiten, je in een besloten ruimte als kerk of kapel denken, en de klanken ondergaan. Ontroerend mooi. Je kan deze requiemgezangen ook met mondjesmaat savoureren.
Reeds als tiener werd ik geboeid door chanson en kleinkunst. Gaandeweg heeft deze interesse zich uitgebreid naar liederen in andere talen. Duitse chansonniers, zowel als Jiddische zangers en zangeressen en Latijns-Amerikaanse protestliederen konden mij bekoren.
Voor mijn eerste werkopdrachten in de jaren zeventig doorkruiste ik de Westhoek met zijn vele soldatenkerkhoven en monumenten die de Eerste Wereldoorlog herdenken. Dat heeft mijn interesse gewekt voor het oorlogsleed en natuurlijk ook voor de vele liederen die erover gezongen worden. Het folkfestival te Dranouter dat ik sinds 1981 bezoek en de Vredesconcerten Passendale hebben die interesse nog doen groeien.
Het Vlaamse folkblad Gandalf waaraan ik meewerkte ging in 1997 ter ziele. Als abonnee van New Folk Sounds las ik dat het blad nieuwe medewerkers vroeg. Zo schrijf ik sinds ruim vijftien jaar voor dit blad.
Mijn muzikale activiteit als koperblazer op alto in het plaatselijk harmonieorkest heb ik, wegens verhuis van West-Vlaanderen naar Limburg, stopgezet. Naast het luisteren naar en lezen over muziek, nemen de ruime tuin rond het nieuwe huis en het geregeld bezoek van en aan kinderen en kleinkinderen nu een ruim deel van mijn tijd in beslag.
Ik ben ook actief in plaatselijke verenigingen en geef, waar men mij vraagt, ook graag lezingen over het chanson. Het blijft mij boeien.
Dat Klaas, een van mijn zonen, zijn weg vond als auteur en zanger van Nederlandse en Franse chansons -Yevgueni en Delrue- stemt me bijzonder blij.
Ghjuvan’Claudiu Acquaviva is niet de enige die al sinds een grijs verleden bij AF hoort: ook Jean Sicurani kwam al in 1978, vlak na de oprichting, bij de groep, José Filippi in 1983, Paul Giansily in 1984, Maxime Vuillamier in 1989. Iets later, in 1996 kwam nog Jean-Luc Geronimi, en tamelijk recent Ceccè Acquaviva, in 2005. Valérie Salducci (het achtste lid!) hoort ook al sinds 1983 bij de groep. Tussentijds kwamen en gingen vele andere leden, maar de huidige leden van de groep hebben er samen toch al weer heel wat jaartjes opzitten!
Nog één praktische tip: vind een échte kerk, zet het Requiem daar op, sluit ramen en deuren en geniet. Bijna niet van echt te onderscheiden. Mijn Nederlandse vertalingen van de Corsicaanse teksten zijn te vinden op http://www.tra-noi.net.
Ghjuvan’Claudiu Acquaviva is niet de enige die al sinds een grijs verleden bij AF hoort: ook Jean Sicurani kwam al in 1978, vlak na de oprichting, bij de groep, José Filippi in 1983, Paul Giansily in 1984, Maxime Vuillamier in 1989. Iets later, in 1996 kwam nog Jean-Luc Geronimi, en tamelijk recent Ceccè Acquaviva, in 2005. Valérie Salducci (het achtste lid!) hoort ook al sinds 1983 bij de groep. Tussentijds kwamen en gingen vele andere leden, maar de huidige leden van de groep hebben er samen toch al weer heel wat jaartjes opzitten!
Nog één praktische tip: vind een échte kerk, zet het Requiem daar op, sluit ramen en deuren en geniet. Bijna niet van echt te onderscheiden. Mijn Nederlandse vertalingen van de Corsicaanse teksten zijn te vinden op http://www.tra-noi.net.