(Songsense)
Ad Vanderveen voldoet weer aan de verwachting in meerdere opzichten. Zijn traditionele voorjaarsrelease, een goed beluisterbaar album met de gekende ‘Vanderveensound’ en een plaat waarbij niet zomaar wat losse nummertjes bij elkaar geveegd zijn, maar eentje die je toch weer thematisch kunt noemen. Dit keer over de Camino, ingegeven door de voettocht van vele pelgrims naar Santiago de Compostella.
Ingegeven, niet gebaseerd op… Want de trektocht van de anderen riep bij Vanderveen zelf een eigen Camino op: een zoektocht naar wie je bent, waar je staat, wat je dierbaar is of gemist kan worden. Levensvragen die Vanderveen toch altijd wel – de ene keer prominenter, de andere keer wat meer subtiel – in zijn composities oproept, soms beantwoordt. Vanderveen nam een aantal tracks oorspronkelijk als demo op in zijn tijdelijk verblijf in St Sebastian. Die opnamen hadden zoveel sfeer en de juiste warmte en akoestisch dermate verantwoord dat hij besloot deze als basis te gebruiken en in de thuisstudio verder in te vullen: subtiel met vooral een Spaanse gitaar, maar ook elektrische en basgitaar, cello, piano, banjo en vocale overdubs.
De muziek is grotendeels akoestisch en op vast maatje Kersten de Ligny na een compleet solo album. De sfeer is zeer gemoedelijk met een zekere warmte, de songs zijn toegankelijk, uitnodigend. Stijlen variëren van country, blues tot folk en een vleugje rock. Heel kort en intiem is Act of love over de relatie met zijn vader. Je zou bijna denken dat Nothingness Is All behoort tot het betere jatwerk van Dylan, maar het is toch echt een onvervalste Vanderveen compositie. Music Of The Spheres dateert van een eerdere reis naar Samos, waar het ook werd opgenomen als een ode aan Pythagoras. Met Some Kinda Blues voegt Vanderveen een behoorlijk stukje elektrisch geweld toe, gevolgd door een andere ode – aan Neil Young- middels een stevige rockversie van Thrasher. Maar laat het bewerken van Young maar met een gerust hart over aan Vanderveen…
Je kunt Camino wayside geen zuiver introspectief album noemen, maar Vanderveen stelt vragen die hij (deels) zelf beantwoordt. Een existentieel plaatje.