Deugenieterij
(AWCD01301 / eigen beheer: www aerdewerck.nl)
Het bloed kruipt waar het niet gaan kan. In 2005 pakte Frank Overzier de (snaar)instrumenten weer op in het kader van een reünieoptreden van de groep Deirdre, een van de grondleggers van de Nederlandse folkscene in de jaren zeventig van de voorgaande eeuw. Na het uiteenvallen van die formatie, met onder andere Jopie Jonkers, Ad van Meurs en Pieter Thijssen in de gelederen, hing Overzier de gitaar aan de muur en nam de schilderskwast op. De reünie met Deirdre gaf weer zoveel voldoening, dat Frank zich opnieuw op het instrument stortte. En hij ging muzikaal een stukje verder terug in de tijd. De folk werd verruild voor Oude Muziek en Renaissancemuziek. Maar wel in een aangepast jasje! Hiertoe werd de Eindhovenaar geïnspireerd door Philip Pickett, een grootmeester in de Oude Muziek, die zijn medewerking verleende aan projecten in The Albion Band, en met Richard Thompson The bones of all men opnam. En zoiets stond Overzier voor ogen met Aerdewerck. Is dat gelukt? De vergelijking gaat uiteraard mank. Ten eerste is de samenstelling van de groep anders. Naast Overzier (gitaren) maken Ann D’Haese (accordeon), Helga Buitelaar (fluiten), Mare van Soelen (doedelzak, fluit) en Pieter van Tichelen (mandoline, psalter) deel uit van Aerdewerck. Stuk voor stuk bedreven instrumentalisten. D’Haese en Buitelaar nemen de zang voor hun rekening en in veel te weinig nummers ook Overzier zelf. Er is voldoende afwisseling in de arrangementen en het type melodie, al staat de Bransle wel hoog genoteerd. Toch bemerk ik enige voorzichtigheid. Wat mij betreft had het wat losser en wat gedurfder gemogen. Het blijft vaak een valkuil bij dit soort muziek, net te braafjes. Een tweede kritiekpunt is de ritmesectie: Ruud Sempel (bass) en George Coenraad (drums). Laatstgenoemde is een erg strakke (rock?)drummer met weinig variatie. Uiteraard is niet iedereen een Dave Mattacks, maar misschien dat percussief spel in plaats van de boel met een rockritme dichtslaan hier beter had gepast. Het haalt de jus van de maaltijd en wat overblijft is een metrische dreun die de melodie weinig ruimte laat. Ook hier had meer vrijheid en loslaten een belangrijk voordeel kunnen opleveren. Aerdewerck moet duidelijk nog groeien, maar is in potentie een heel aantrekkelijke groep. Het samenspel is verademend, de melodieën aanstekelijk. Nu de echte chemie nog.