Heel soms gebeurt het dat ik bij een eerste beluistering van een cd onmiddellijk gegrepen wordt door de zangstem. Bij deze nog vrij jonge zangeres uit Sarajevo was dat het geval. Daarom geef ik deze cd, die nu wel al een jaar oud is, bijzondere aandacht.
De tien liederen die zij op Amulette zingt zijn alle traditionele liederen uit Servië, Macedonië, Bosnië en Kosovo. Het zijn bijna alle vrij weemoedige, melancholische liederen die in de Balkan met het woord ‘sevdah’ worden benoemd. De liederen handelen over onvervuld verlangen, afgewezen liefde, hartenpijn… ‘Sevdah’ is wellicht het best te vergelijken met het Portugese woord ‘saudade’, waarmee de emotionele sfeer van de fado benoemd wordt. Je hoeft de taal niet te verstaan om die bijzondere sfeer te proeven. Een korte toelichting binnenin over de inhoud van de liederen in het Engels en het Frans helpen hierbij.
Op haar derde cd wordt Amira Medunjanin begeleid door jazzpianist Bojan Z (zijn volledige naam is Zulfikarpšić) die ook arrangeur en producer was van deze cd. Naast de piano is er ook nog contrabas en percussie te horen, en enkele keren ook gitaar en accordeon.
De combinatie van traditionele liederen met een jazzbegeleiding, die vaak vrij lange introducties of tussenspelen laat horen klinkt bijzonder goed. Ruim driekwart van de tien liederen zijn vrij lange nummers, maar dat is hier een meerwaarde. Bij het 7.30 minuten durende Jano Mori klinkt de piano al even vloeiend als de zang van Amira en het boeit van de eerste tot de laatste seconde. Het melancholische nummer Kafu mi draga ispeci is van een bijzonder troostende schoonheid. Er worden ook een paar nummers gezongen die meer opgewekt klinken. Zo heeft Omer beže een meeslepend zigeunerritme.
Amira is voor mij een ontdekking. Ze heeft een zangstem om jaloers op te zijn. Ik reken Amulette tot een der mooiste wereldmuziek-cd’s van 2012.