Making heaps digging holes
(CRS CECD43)
In het rijtje van ‘de beste singer-songwriters uit Nederland’ ontbreekt vaak één naam: Annemarieke Coenders. Onbegrijpelijk, misschien omdat we te vaak alleen aan mannen denken. Maar wat Joni Mitchell voor Canada en de US is, is Coenders voor de lage landen. Met die ene naam is eveneens een referentiepunt genoemd. De grand dame van de Amerikaanse folk beperkte zich niet tot dat hokje, maakte later zelfs pure jazz albums, maar daarvoor baande ze al wegen met bijvoorbeeld onconventionele compositiestructuren, ongebruikelijke akkoordenschema’s en dito akkoorden. Jazz hoef je bij Coenders nog niet te verwachten, maar ze benadert de muziek met diezelfde onbevangenheid, durf en kunde. Voeg daarbij de vaak cryptische teksten, de ene keer surrealistisch, een andere keer meer realistisch, maar telkens poëtisch en voorzien van een – lijkt het wel – natuurlijk taalritme en dictie.
De composities van Coenders kennen spanning en dynamiek. Dat wordt alleen maar versterkt door percussionist en klankenschepper Wim Sebo. Fantastisch zoals hij nergens op de voorgrond treedt, maar uiterst geraffineerd, gedoseerd en effectief zijn bijdragen toevoegt in dienst van het lied. De composities op de opvolger van Go zijn naar mijn idee wat meer uitgewerkt, maar ook minder melodisch. Vaak is er sprake van sterk staccato gitaarbegeleiding van Coenders. Een (stijl)kenmerk, maar het gevaar dreigt dat het een beperking wordt. Ze heeft nog voldoende ontsnappingsroutes, getuige de tracks met volle, open akkoorden. De zang van de Noorderlinge is krachtig, maar kan ook ingetogen boeiend klinken. De cd groeit naarmate je hem vaker draait, de finesses leert kennen. Favoriete nummers worden (in)gewisseld en komen toch weer regelmatig terug. Er is geen track die er torenhoog bovenuit steekt, noch is er sprake van een miskleun. De titelsongs zet gelijk de toon en die kwaliteit blijft het hele album constant. Conclusie nu al: behorend tot de allerbeste cd’s uit dit jaar! En dan nog ‘made in Holland’….