Rootsmuziek uit de Scandinavische landen is nagenoeg ingeburgerd in het wereldmuziek segment. Maar klanken uit het verre Westen, IJsland en de Faeröer, benaderen we nog met enige scepsis, ondanks hun historische link met Scandinavië. Langzamerhand komen barstjes in die weerstand, met name ook dankzij de populariteit van enkele succesvolle singer-songwriters als Björk, Asgeir, Svavar Knútur, Eivor en de groep Yggdrasil. Een van de meest succesvolle ambassadeurs van de IJslandse (roots)muziek is de groep Árstíðir. Ook in Nederland hebben ze een trouwe schare, vooral jongere fans aan zich gebonden. Half november gaven ze een aantal promotieconcerten rond hun nieuwe cd Blik. We spraken met Ragnar Olafsson van het trio.
De ontstaansgeschiedenis van Árstíðir ligt in de eerste jaren van de nieuwe eeuw als Ragnar Olafsson, Gunnar Már Jakobsson en Daniel Auðunsson tijdens hun studententijd samen komen om muziek te maken.
‘We speelden strikt akoestisch met onze gitaren en drie stemmen. Muziek in de stijl en covers van onder andere Crosby, Stills & Nash, Simon & Garfunkel, The Beatles. Dat uitgangspunt – drie gitaren en meerstemmige zang – is nog steeds ons uitgangspunt. We hadden succes en speelden in volle bars. Pas daarna besloten we om de groep op te richten. We begonnen dus in feite nadat we al een zekere reputatie hadden. Het eerste album is een weerslag van die periode. Het reflecteert de livesfeer en werd opgenomen in de traditionele cirkelsetting’.
Dat titelloze album verscheen in 2009 in eigen beheer, zoals ook bij de opvolgers een sterke vinger aan de pols werd gehouden. Gelukkig verschenen albums (later) in licentie op andere, meer courante labels (zoals enkelen op Best!Unterhaltung en/of Nodic Notes). Een jaar later verscheen Svefns Og Vöku Skil. Nog steeds sterk akoestisch, maar toch al met een zekere evolutie.
‘We houden er niet van om achter elkaar vergelijkbare albums en muziek uit te brengen. We zijn een evoluerende en zich ontwikkelende groep. We zijn geïnteresseerd in veel muziekstijlen en dat is te horen. Op elk album introduceren we iets nieuws: een instrument, ritmes. Het is als wisselende seizoenen. (Vertaald uit het IJslands betekent Árstíðir zoveel als seizoenen). Van strikt akoestisch hebben we van klassiek georiënteerde klanken ingebracht tot aan elektronische beats. Blik is het meest eclectische en elektronische album. We doen wat ons hart ons ingeeft en kennelijk bevalt dat onze fans. De eerste fans haken niet af en we bereiken een nieuw publiek, dat zowel de oude als de nieuwe weg weet te waarderen. Maar wie weet wat de volgende stap is. We keren zeker ooit terug naar de akoestische sound.’
Onze ‘in hokjes plaatsen’ mentaliteit heeft moeite met het positioneren van Árstíðir. De beste illustratie daarvan is de omschrijving die ik ergens op het web vond: “classicaly influenced indie folkrock chamberpop”. Ga er maar aan staan… Hoe zou Ragnar Árstíðir willen omschrijven?
’De muziek is volstrekt uniek. Niemand weet het te omschrijven en al die benamingen zijn weer passend. We zijn eclectisch en halen inspiratie uit diverse muziekgenres. We componeren alle drie. We zijn een echte fusionband’
Afkomstig uit IJsland borrelt de vraag op hoe de IJslandse identiteit naar boven komt?
‘Zonder meer in de melancholie. In alles wat we doen zit die weemoed. Ook de meest vrolijke IJslandse liederen staan in mineur! Dat zit in ons systeem. Verder is er op IJsland niet veel te doen. Behalve dan zingen in koren. Een soort nationale sport. IJsland heeft het wereldrecord koren. Ook wij zingen allemaal in onze vrije tijd in koren. Daarmee brengen we traditionele en oude liederen. Zonder begeleiding.
Op IJslands groeien geen bomen. We hadden vroeger dus geen instrumenten. Die kwamen pas zo rond de 8e eeuw spaarzaam met de diverse invasies van het eiland. Wat typisch is aan die korenzang is het gebruik van de ‘parallel fifth’ als harmonie. Dat passen we soms bewust toe, om sfeer te creëren, de melancholie te versterken’.
Een ander karakterpunt mag je de typische vocalen noemen van met name mannelijke zangers.
‘Die zijn op IJsland en de Faeröer vrij hoog van toon. We kennen nauwelijks bassen en zeldzaam is de bariton’.
Het drietal schrijft zelf het materiaal. In hoeverre is de thematiek van de songs typisch IJslands?
‘In IJsland leef je met de natuur. We hebben bijvoorbeeld 50 verschillende benamingen voor regen en sneeuw. De IJslandse taalcultuur kent veel metaforen rond natuur, landschap, weer en de realiteit in het leven. De metafoor is een uitdrukking van en voor emoties. Dat komt terug in onze teksten’.
Die teksten waren aanvankelijk een mix van IJslands en Engels. Het een na laatste album Pendüll (Slinger) bevatte louter teksten in het IJslands, in tegenstelling tot Blik dat geheel Engelstalig is. ‘Pendüll is ons beste album. We hebben veel research gedaan rond de mix. In een bepaald opzicht is het ‘back to basic’. Maar door de Coronacrisis konden we het niet promoten en verkocht het voor geen meter. Blik (Zien, een blik) is het parallel album aan Pendúll. Het werd in dezelfde tijd gecomponeerd en op beide albums vind je het thema ‘tijd’ in al zijn aspecten.’
Tot nu toe verschenen 8 albums, waarvan 2 in samenwerking met andere muzikanten. Meest in het oog springende voor ons is het album Verloren Verleden met voormalig The Gathering vocaliste Anneke van Giersbergen. Op het album herwerken ze klassieke stukken (bijvoorbeeld Solveig’s Song uit de Peer Gynt suite), maar ook covers van gekende liederen (Het dorp van Sonneveld) en enkele traditionals, waaronder ook een IJslandse hymne. Zelf zijn ze heel tevreden met het album Garðurinn Minn, een samenwerking met de singer-songwriter Magnús Þór Sigmundsson. ‘Inmiddels 73 jaar oud, maar nog steeds actief. De Neil Young van IJsland’. aldus Ragnar Olafsson.
Árstíðir heeft duidelijk voeten in de IJslandse cultuur, maar ze namen slechts een enkele keer een traditioneel nummer op. Toch kwam hun grote doorbraak met een filmpje op Youtube. Het werd duizenden keren bekeken en geliked. Daarop zingen ze in de wachthal van het Wuppertaler treinstation a capella een meerstemmige IJslandse hymne Heyr, himna smiður” (Kolbeinn Tumason in 1208, muziek Þorkell Sigurbjörnsson).
‘We waren daar na afloop van een concert, hadden wat biertjes op en om de tijd te doden oefenden we ons koor repertoire. Dat viel reuze in de smaak bij de toehoorders en werd gefilmd. Ach wie weet…. Nemen we zo’n track wel op voor een van onze volgende albums’.
Op Radiozender De Concertzender is een special te horen over Arstidir in het programma Nordic Sounds (vrijdag 1 december 21.00, daarna streaming vanaf www.concertzender.nl en de gids. Of direct via https://www.concertzender.nl/programma/folk_it_743522/).