Sencu Balsis
(CPL Music CPL045)
Auli is een 10-koppige formatie uit Letland met zes doedelzakspelers, drie percussionisten en één basgitarist. Met als thema ‘samen staat we sterker’ zijn zij een verbond aangegaan met een aantal gasten voor het project Sencu Balsis (stemmen van onze voorouders).
De paardenhoofdviool, keel- en boventoonzang van Batzorig Vaanchig uit Mongolië klinkt op drie tracks. Hunnu guren (The hun empire) is een amalgaam: de mythische geluiden uit de steppen, vermengd met de stevige percussiesound uit de Baltic. Maar het klinkt voortreffelijk samen.
Ook Oostenrijker Albin Paulus (zang en doedelzak) draagt op 3 nummers bij. Ook weer zo’n vervreemding: polyfone doedelzak met stevige percussie en dan een in een Oostenrijks dialect gezongen en gejodelde wals! Nog meer gejodel, maar dan noemen we het ‘joik’, door Sami Kai Somby.
Wederom drie gezamenlijke tracks, waaronder het wellicht gekende Eallin. En niet denken dat het flauwtjes is. Een track als Orbina (Wees) spettert van de energie. Menig rockgroep kan niet tippen aan de energie die door doedelzakspelers en percussionisten hier wordt geproduceerd.
Van dichterbij komt hun Letse collega Edgar Lipors, die behalve zang ook de kokle (zither) voor zijn rekening neemt. Zijn drie tracks maakt het dozijn op Sencu Balsis vol. Meest merkwaardige track is het slotnummer Dzelzs värdi, waar jodel, joik en keelzang een traditioneel Lets lied begeleiden.
Het album wekt in eerste instantie wellicht vervreemding op, maar de samensmelting van de verschillende muzikale stijlen uit de diverse culturen zijn een prachtig voorbeeld van echte wereldmuziek. De meeste tracks zijn bovendien ook nog traditionele melodieën en/of songs. Innovatief, vooruitstrevend en kwalitatief hoogstaand.