Naam auteur: Bart Vanoutrive

Het folkvirus strikte me reeds tijdens de grote folkrevival van de jaren zeventig. Geleidelijk aan kregen mijn rockvinylplaten, misschien wel via de brug die Jethro Tull bouwde, het gezelschap van langspelers van Steeleye Span, Fairport Convention, Malicorne, Alan Stivell,... Het folkfestival van Dranouter, dat toen nog in zijn kinderschoenen stond, opende de deur naar talloze minder gekende groepen die hun eigen culturele wortels optimaal te benutten om hun muzikaal project vorm te geven. Gaandeweg werd me duidelijk hoe de talloze muzikale tradities, eigen aan evenveel culturele identiteiten, bindweefsel vorm(d)en voor het gemeenschapsleven, en de eraan verbonden rituelen en festiviteiten. De in die muziek uitgedrukte levensthema's en emoties blijken steeds opnieuw een universeel karakter te hebben, of we nu luisteren naar etnische grooves uit brousse of steppe, dan wel oorverdovende metalfolk. Ik merkte hoe ook de 'klassieke' kunstmuziek door de eeuwen heen mee geïnspireerd werd door de lokale volksklanken en -dansen. Ik wordt geïntrigeerd door het basismateriaal, dat soms eeuwenlang de tand des tijds doorstond en vaak werd vastgelegd in veldopnames. Het boeit me te zien hoe muzikanten er vervolgens mee aan de slag gaan. Sommigen kiezen hierbij voor eenvoudige 'traditiegetrouwe' akoestische bezettingen en zoeken aansluiting bij het 'origineel'. Anderen zoeken het verder vanuit een creatief proces dat via nieuwe arrangementen, ongebruikelijke instrumenten, elektronische hulpbronnen,... overgaat tot een volledige renovatie met behoud van de façade. Ook zijn er die zelf aan het componeren slaan en zo een bijdrage leveren tot een nieuwe traditie, gebruik makend van de oerdegelijke oude leest. En wat te zeggen over groepen die vanuit hun eigen culturele identiteit de hand reiken naar andere culturen en kiezen voor vormen van fuzie? Het boeit me allemaal mateloos. Vast staat dat binnen de 'folk' een universele taal 'gesproken' wordt waardoor linguistische obstakels weggeruimd worden. Het gemeenschapsverbindende aspect binnen de tradities lijkt voor mij evengoed te werken als hechtmiddel tussen tradities en culturen. Zo vormt deze muziekvorm zonder twijfel een mogelijke remedie tegen heel wat ziektes die onze huidige mondiale samenleving plagen.

Coriandre – Camin d’Estèlas

Camin d’Estèlas (Coriandre, Autre Distribution, COR6CAM) Coriandre vormt sinds meer dan twintig jaar het uithangbord van de gelijknamige associatie die, residerend in de Franse streek van de Gard, geen kans ongelegen laat om de traditionele Occitaanse muziek en dansen te promoten door ze afgestoft te verspreiden via allerlei activiteiten, zoals het organiseren van festivals en […]

Coriandre – Camin d’Estèlas Lees verder »

Symbio – Rising

Rising (Nordic Notes, NN 119) Met Rising zijn Johannes Geworkian Helman (draailier) en LarsEmil Öjeberget (chromatisch accordeon, kickbox) aan hun tweede proefstuk toe, na hun niet aan de aandacht ontsnapte eersteling Phoresy (2016). Dat jaar ontvingen ze trouwens de ‘Scholarship for young music ensembles’-award, vanuit de Royal Swedish Academy of Music. Opnieuw weten ze ons

Symbio – Rising Lees verder »

BASTA!² – Vertigo

Vertigo (Homerecords, 4446197) Gezien Aranis even een sabbatperiode inging, lijkt tovenaar op contrabas, Joris Vanvinckenroye, los van zijn engagement binnen het hernieuwde Nederlandse Flairck, vast van plan een nieuw hoofdstuk te breien aan zijn soloproject… Hoewel, Basta! werd een duo met levensgezellin en Aranis-partner Jana Arns (fluit, altfluit en stem). Muzikaal gezien blijven ze hier

BASTA!² – Vertigo Lees verder »

Bart Praet – DuO

DuO (Homerecords, 413309) Bart Praet (uillean pipes, whistles, fluit), die we onder meer terugvinden bij Elanor en Arjaun (waar hij Stefaan Timmermans ging vervangen) blijkt zowat heel zijn leven ook een boontje te hebben voor de Galicische en Ierse muziek en wou terug een stapje zetten in die tradities binnen een eerste soloproject. In Philip

Bart Praet – DuO Lees verder »

Halva – The sweetest klezmer orchestra

The sweetest klezmer orchestra (Galileo Music, GMC087) Nicolaas Cottenie heeft al langer iets met de klezmermuziek, en bij uitbreiding met de fascinerende Joodse muziektraditie. Graag proevend van verschillende walletjes, waarin hij zich professioneel verdiept, zoekt hij evenwel verbreding via de tonale harmonie, jazzy improvisatieskills, klassieke, Balkan-, Hongaarse en Griekse muziek, zonder hierbij de ziel van

Halva – The sweetest klezmer orchestra Lees verder »

Vardan Hovanissian & Emre Gültekin – Karin

Karin (Muziekpublique, Xango Music Distribution, MP10) Dat muziekinstrumenten kunnen gelden als de vredes- en verzoeningswapens bij uitstek, blijkt andermaal uit het tweede album dat de Armeniër Vardan Hovanissian (duduk, tav shvi) en de Turk Emre Gültekin (zang, baglama, kopuz, cura, üçtelli, selpe, divan, ttz. zowat de hele langhalsfamilie) samen met een breed staal aan gastmuzikanten

Vardan Hovanissian & Emre Gültekin – Karin Lees verder »

Trio Mio – Polyglot pike

Polyglot pike (GO’Danish Folk Music, Xango, GO0518) Met hun zesde draaitafelrijpe album is dit frisse folktrio, dat zich toelegt op een eigentijdse beleving van Scandinavische neo-traditie, al lang niet meer aan hun proefstuk toe. Kristine Heebøll (viool), Peter Rosendal (piano, wurlitzer, bugel en moog) en Jens Ulvsand (gitaar en bouzouki) schotelen ons vooral eigen composities

Trio Mio – Polyglot pike Lees verder »

De Garre (van Kornee)

DE GARRE (VAN KORNEE) – zonder titel (eigen beheer) 2018 – 44:50.
Net geen vijftien jaar terug ontstond – een beetje als spin-off (en dat is zeker niet onheus bedoeld) van Kadril en Follia! – een gezelschap dat in eerste instantie een gooi deed naar het balfolkcircuit, niet zonder succes overigens. Hans Quaghebeur (accordeon, draailier, ukelele en banjo), Dirk Verhegge (gitaren en banjo) en Johan Fernand Decancq (sopraan- en baritonsax, dwarsfluit en doedelzak) zijn er van bij het eerste uur bij, en kregen ondertussen het gezelschap van Bart De Cock (nyckelharpa en doedelzak) en niet in het minst Mariken Boussemaere (zang, dwarsfluit en autoharp), die met haar doorgaans in het Westvlaams gezongen (gelukkig werd voor anderstaligen een Engelse vertaling voorzien in het booklet) en deels zelf (in uitgesproken ‘plat’) geschreven teksten de door Quaghebeur zorgvuldig uitgeselecteerde, bijna ter ziele gegane, melodieën luister bijzet. Hans is immers niet te stoppen in zijn ijverige speurtocht naar vergeten pareltjes in liedboeken allerhande, waarvan eveneens een aantal teksten weerhouden werden. Eindelijk een langverwacht ‘debuut’ van een kwintet dat zeker niet weigerachtig is om ten dans te spelen, maar ondertussen hun meesterschap over hun uitgebreid instrumentarium en oor voor verfijnde arrangementen ongeremd botvierden op het basismateriaal. Dit levert een ongemeen sterk gerijpte muzikale klassewijn op. Mariken slaagt er met heel gevatte poëtische teksten perfect in om liefdesmiserie in alle rauwheid uit te zingen, getuige eerst en vooral het walsje ‘Kwit’ (‘Kwijt’), gedragen door Hans’ accordeon, die het draagvlak vormt voor een subtiel duel tussen sax en doedelzak. Nog pakkender is ‘Ballesoire’ (‘Schommel’) waarin het instrumentarium, strak geritmeerd door gastpercussionist Jo Zanders, op magistrale wijze de schommelbeweging weet te evoceren en je zowaar tot trance dreigt te voeren. ‘Nieweerd’ (‘Nietsnut’) en ‘De ruiter’ bieden Dirk Verhegge dan weer de gelegenheid met een staaltje van zijn even ingetogen als virtuoos gitaarspel, waarbij in laatstgenoemd nummer ook de doedelzakken niet onopgemerkt blijven. Diep in oude liedboeken trof Hans ‘Sint Jans Gheleide’, waarin andermaal accordeon, sax en droge percussie de hoofdtoon voeren om dit pareltje, ook voorzien van een tintelend banjo-intermezzo, de eenentwintigste eeuw binnenloodsen. Van kommer en kwel is ook ‘Buutn Oasem’ (‘Buiten adem’) doorwrocht,… “durfde ik maar zo ver als ik geraakte”. Toch blijkt het verlangen naar de liefde groter dan de weerzin voor de ontgoocheling, in ‘Blijf’, waarvan we ook nog een interessante draailierbegeleiding onthouden, en ‘Patientiekruid’ dat eens te meer aantoont hoe sax en doedelzak zich weten te verenigen in een geslaagd huwelijk. Toch weerklinkt er ongewis alweer een ferme waarschuwing in ‘Mispakt’ (…je maar niet aan dat opgetut kind). Dit album dat echt niet onder de radar mag blijven sluit af met drie traditionals, een heel melancholisch vertolkte ballade ‘De korporaal’, geflankeerd door een ‘Ronda Suite’ dat ons naar zuiderse salterello-sferen voert in een mengsel van droge uptempo-percussie, twinkelend banjospel en blijmoedig doedelzakgeschal. De stem van Mariken lijkt wel vergroeid met de nummers. Eenmaal moeten we haar missen,… in de swingende, optimistische afsluiter ‘Le petit bois Martin’, waar eens te meer doedelzak en sax boeiende dialogen oplevert. Nee, ze gingen niet over één nacht ijs, die ‘ouwe’ rotten.

De Garre (van Kornee) Lees verder »

Torgeir Vassvik zingt de natuur uit Finnmark

Bezwerende avant-garde joik Dit jaar was er tijdens het Deense Tønderfestival nogal wat aandacht voor noordelijke, ethnisch gekleurde muziek, ondermeer uit Sápmi, het land van de Sámi, dat zich uitstrekt van Noorwegen tot diep in Rusland. Zo maakten ondermeer Mari Boine en Torgeir Vassvik er hun opwachting. Waar de 62-jarige Boine nogmaals bevestigde dat ze

Torgeir Vassvik zingt de natuur uit Finnmark Lees verder »

Scroll naar boven