I’ vo’ bene
(eigen beheer, BFZ 1829, www.bobfrankenzussen.be)
Nadat dit ensemble in de jaren zeventig meegezogen werd binnen de folkrevival en hierbij de aandacht trok van het grote Philips-platenlabel (met drie lp’s tussen ’77 en ’82 en een compilatie-cd in 1990) en Pavane (met drie cd’s tussen ’92 en ’98), dat zich meer toelegt op oude muziek, leek het gezelschap wat tussen de plooien van de geschiedenis gegleden te zijn.
In 2006 brachten ze in eigen beheer het veelzeggende Forget not yet uit. Toen al maakten Bob en zus Annemie Van Pottelberghe al geen deel meer uit van de groep. Van de stichtende leden bleven Frank (zang, gitaar, mandola, mandoline, vedel, blok- en dwarsfluit) en Gina Claessens (zang, viool, blokfluit en percussie) over, en kregen ze het gezelschap van Philippe Lardinois (zang, gitaar, klokkenspel en harmonium), Randi Broager-Grøn (zang en percussie), Ilse De Roeck (blokfluit) en Gerd Van Loock (mandoline). Al die tijd bleven ze trouw aan hun roeping om tot heel persoonlijke bloemlezingen te komen uit het vocale en instrumentale Europese repertoire uit de middeleeuwen en renaissance en een nieuw album drong zich op.
Gezien Gina een hele tijd gedwongen werd tot inactiviteit, kon ze spijtig genoeg niet participeren aan de opnames, en diende vervangen te worden door de al even gerijpte altstem van gastzangeres Runa Robbroeckx. Ietwat verrassend wordt voor een instrumentale aftrap uit de barok gekozen, met een bewerking door Lardinois van een meerstemmig getokkelde intro op een aria binnen een cantate van J.S. Bach (BWV 123), waarna we de Zweedse traditie induiken met een onbeantwoord blijvende liefdesverklaring uit Småland, krachtig ingezongen door Randi, in een instrumentale omgeving waarin harmonium en vedel prominent aanwezig zijn. Het feestelijke, instrumentale vrolijke Italiaanse titelnummer, met de fluiten in de hoofdrol, is er eentje van de 14de eeuwse Gherardello da Firenze.
Altijd gewaagd om evergreens aan je repertoire toe te voegen, gezien bijzondere aandacht vereist is rond arrangement en uitvoering, wil je de luisteraar alsnog boeien. Met The unquiet grave en vooral hun vierstemmige interpretatie van Nous sommes chanteurs de sornettes, met dank aan Gabriel Yacoub, en het a capella gebrachte Mad Tom of Bedlam doorstaan ze deze vuurproef met brio. Een instrumentaal pareltje waarin ook het klokkenspel opduikt is het Engelse Kelsterne Gardens.
Dat traditie en compositie vaak slechts gescheiden zijn door een flinterdun vlies blijkt verder uit hun vertolking van een lied van Dowland, maar evengoed uit enkele frisse, eigen composities (Fratanella bijvoorbeeld) die volledig aansluiten bij het opzet, de rijkdom van de Europese oude muziek luister bijzetten.