Botanist
(eigen beheer, )
Het was een kleine tien jaar na hun opstart even stil geworden rond Broes. Net voor corona begon er evenwel opnieuw iets te broeien en zagen ze vorig jaar onder meer tijdens de Zilleghem Folk Zomersessies een gelegenheid om uit te pakken met nieuw materiaal dat de basis vormde voor hun tweede CD. De gedrevenheid en creativiteit waarmee Anouk Sanczuk (viool), Elke De Meester (chromatisch accordeon), Florian De Schepper (akoestische gitaar en Griekse bouzouki), Zjef Van Steenbergen (elektrische bas) en Gielis Cautaers (drums en percussie) hun muzikale tuin (her)aangelegd hebben kent nauwelijks grenzen.
Met de twee nieuwe leden Zjef (tot voor kort enkel in de jazz-wereld ondergedompeld) en Gielis (met percussie-achtergronden uit heel diverse regio’s) wordt de deur naar improvisatiemomenten nog meer opengesteld, ook al blijven ze zich strak houden aan de dansvormen. Hun muziek moet (ook) het bal dienen. Ze trekken hierbij radicaal de kaart van de neotraditie met uitsluitend eigen nummers die hier vooral uit de hand van Florian en Elke gezaaid werden, mee ingegeven door hun diverse muzikale ervaringen en achtergronden. Ze houden vast aan een zuiver instrumentaal en perfect dansbaar repertoire, in een vermenging van stijlen, waarbij elementen uit de Europese folk nog steeds de hoofdingrediënten blijven, in de melodieën gedragen door viool en accordeon, met daarachter een ritmesectie die lekker gaat grooven, zonder de melodie te gaan overheersen. Meerwaarde is ook dat Gielis zich evengoed van drums als van handpercussie weet te bedienen en dan ook over een breed kleurenpalet beschikt om de nummers mee in te kleuren.
Het is een fusie van stijlen geworden waar folk nog steeds het hoofdingrediënt van vormt. Maar overal duikt er wel een specifieke kruiding op, een lichte Afrikaanse toets, iets uit het Oosten, en ook Latijns-Amerikaanse beïnvloeding is zeker aanwezig. Duidelijk dat ze niet in één hoekje geduwd willen worden, ondanks het gegeven dat hun globale klank steeds een sterke coherentie blijft behouden.
De jazzachtergrond van Zjef en veelzijdigheid in percussie bij Gielis, die vlotjes hand- en slagpercussie combineert, nodigt hen ook nog meer uit om ruimte te laten voor (solerende) improvisatiemomenten, zoals in Poveiros. Ondanks het feit dat ze gaan voor een stevige, echter niet overheersende, groove, die ook de dansers ten goede komt, voelt de globale sound heel subtiel en akoestisch aan. Hierbij krijgt elk van de instrumenten ruim de kans om zich her en der naar de voorgrond te werken. Ook Anouk (u wellicht niet onbekend, onder meer vanuit de nieuwe line-up van Flairck) en Florian pakken uit met prachtige, en vooral subtiele speeltechnische hoogstandjes.
De titel verwijst naar hun visie op goeie folkmuziek. Dit album ondersteunt hen objectief om open te staan voor ‘exoten’ in co-existentie met ‘inheemse’ soorten, op zich al een waardevolle metafoor. Zo bieden ze een substantiële bijdrage aan het Vlaamse folklandschap anno 2022.
We kunnen concluderen dat ze er als ‘botanisten’ in geslaagd zijn om in hun muzikale serre allerlei species uit heel diverse continenten te laten ontluiken en er pareltjes van mengvormen uit hebben laten ontstaan.