Buck – Walter De Buck

Buck – Walter De Buck
(Zephyrus, Trefpunt 2)

De grote, in 2014 overleden, Gentse volkszanger Walter De Buck herleeft helemaal met dit project Buck. Walter maakte zijn opwachting in de woelige tijden waar vinyl ons kennis liet maken met Boudewijn De Groot, Bob Dylan, The Doors. In zijn heel rauwe Gentse dialect bezong hij lijzig de toen (en nu ook nog heel actuele) thema’s rond milieu, macht, ongelijkheid, oorlog. Met nauwelijks verholen satire, maar vaak ook heel troostend. Ook al is er in vijftig jaar soms heel zelden iets noemenswaardigs veranderd. Hij werd de meest markante volkszanger van Gent, net zoals Wannes van de Velde dit embleem ontving in Antwerpen.

Violist Guido Schiffer en zanger Pieter-Jan De Smet namen het initiatief voor een grondige opfrissing. Ze sprokkelden een twaalftal (protest)liedjes bij elkaar. Voor de uitwerking van frisse arrangementen ging Schiffer niet over één nacht ijs en ontstond een samenwerking met Reinhard Vanbergen. Er werd nauwgezet gezocht naar de ideale muzikanten. Ze vonden die in Bart Maris (trompet, kopers) en Tobias Storme (trombone), wat heel wat pittige blazersaccenten oplevert in spielereien met de strijkers, met Anouk Sanczuk als tweede violiste, Lode Vercampt (cello) en Mario Vermandel (contrabas). Tony Gyselinck (drums) en Stijn Bettens (accordeon, piano) vervolledigen de bezetting.

Het is deze laatste die zich meteen laat opmerken in de intro van het openingsnummer ’k Zou zo gere willen leven, later mee ingekleurd door bezielde blazers- en strijkersconversaties. Die heerlijke, soms kolderieke mengeling van blazers en strijkers komt steeds opnieuw terug, eerstgenoemde vaak in instrumentale intermezzo’s, terwijl de strijkers uitdrukkelijker de zang mee begeleiden. En dan is er die sappige stem van Pieter-Jan in het Gents. Het lijkt wel alsof hij zich in het lijf van Walter gewrongen heeft. Ze beperken zich echter niet tot evergreens, maar laten ook minder bekend werk aan bod komen. Heel veel dynamiet ook in De realiteit, waarin stelling genomen wordt tegen (rechts) radicalisme, openend als een soulnummer, met een funky ritme en potige blazers.

Ooit schreef Clee Van Herzeele, lang de vaste contrabassist, en partner-in-crime als arrangeur, van De Buck meeslepende muziek voor de ballade Utopia. Diens zoon Jeroen was dan ook de begeerde solerende gastsaxofonist om dit nummer opnieuw in te kleuren. Ook hun versie van ’k Ben al zo lang op weg geweest weet te bekoren, met een heel aanstekelijke, wat Oosters gekleurde melodie en een ritmiek die perfect het in beweging zijn evoceert. Een cumbia intro op de klavieren, en een hekelende trompet, getekend Bart Maris (natuurlijk) maken deel uit van het militante stakerslied Koevoet, dat de muzikanten de gelegenheid biedt vol mee te gaan in het refrein.

Aan tekst en melodie werd in se nauwelijks geroerd. Het zijn, naast perfect op dit materiaal aansluitende stemgeluid van Pieter-Jan en de instrumentale arrangementen, die heel verschillende richtingen weten uit te gaan zonder een eigen identiteit te verliezen, die je van de ene naar de andere verrassing laten glijden. Het resultaat zou ook Walter zeker een respectvol  ‘wauw’ ontlokt hebben.     

BUCK | Trefpunt

Scroll naar boven