cd’s uit Litouwen

(Folk)muziek uit Litouwen is nagenoeg onbekend in de lage landen. Dankzij de distributie door Xango Music Distribution van het sinds 1993 opererende culturele Dangus label uit Vilnius komt daar hopelijk verandering in.

Dangus Sampler 2021-2023 (Dangus DNG090)

Wie voor het eerst kennis wil maken met folk- en aanverwante muziek uit het grootste van de drie Baltische staten, is de verzamelaar Dangus Sampler 2021-2023 (Dangus DNG090) een prima begin. Verdeeld over twee cd’s vind je 28 tracks van 16 formaties. Je komt er dan meteen achter dat Dangus zich niet beperkt tot traditionele folk of roots en aan moderne – zelf noemen ze het ‘postfolk’- symbioses ruim aandacht schenkt. Zo krijg je met name op disc twee (‘Baltic postfolk/metal) stevige kost voorgeschoteld, waarbij niet alles in de smaak zal vallen.

Interessant echter is Romuvos, een etnic-metalband die oude balladen uit de 13e eeuw over de onderlinge strijd van Baltische clans muzikaal anno 21e eeuw vertolkt. Iets minder heavy is Gyvata, dat met een kruising van folk, gothic en pop aanstekelijke en toegankelijke nummers brengt. Als afsluiter van de tweede schijf word je dan geconfronteerd met een haast sjamanistisch lied, inclusief natuurgeluiden, vertolkt door het gezelschap Veliu Vedlys,  genoemd naar een nationaal park in Litouwen.

Disc 1 is wat interessanter met namen als Agota, Sventinis Bankuchenas  en Sen Svaja (zie verder). Maar ook het gothic achtige Raguvos, een side project van de post-folk groep Spanxti, met instrumenten als cello, harp, fluit kankles – de Litouwse kantele – naast een hoop elektro toetsen, spreekt tot de verbeelding. Singer-Songwriter Marts zette teksten van zijn beroemde vader, artiest Eduardas Juchnevičius op muziek, waarin elektronica versmelt met akoestische geluiden. Nikolaj Polujanov – onder pseudoniem Vejopatis – maakt techno en ambient, maar verweeft traditionele instrumenten als de kankles in zijn muziek. In één track wordt hij vocaal bijgestaan door het Finse Kardemimmit.


Sventinis Bankuchena – Nykstančių Liaudies Dainų Rinkinys (Dangus DNG077)

Sventinis Bankuchenas is een moderne bard. Hij schrijft al zijn nummers zelf, maar baseert zich wel op een oude minstrelen cultuur. Zijn cd Nykstančių Liaudies Dainų Rinkinys (Dangus DNG077) bestaat uit 14 korte nummers, tussen de 1 en maximaal 3 minuten. Centraal staat de zang, die af en toe minimalistisch wordt aangevuld door een enkel instrument als fluit of kankles. De stem van Bankuchenas is niet echt imponerend, klinkt eerder ruraal en wordt op de meeste tracks gedubd. Tempo en vorm van de liederen is gelijkend, waardoor het lastig wordt om – ondanks de beperkte speeltijd – de volle aandacht te behouden. Toch credits voor deze Banchukenas, want wie neemt nog een cd op met vrijwel louter a capella liederen.


Sen SvajaEisim Seses (Dangus DNG081)

A capella liederen hoor je ook op de derde cd van het trio Sen Svaja. Agota Zdanaviciute, Doroté Girsckiene en Justina Kaminsjaite zingen liederen over geboorte, leven en dood, beschouwd vanuit vrouwelijk perspectief. Soms in beurtzang of vraag-antwoordzang en in een meerstemmigheid die doet denken aan de Bulgaarse polyfonie. De meeste liederen zijn langzame, wat gedragen balladen. Op eerdere albums kwamen nog wel andere instrumenten als begeleiding voor, maar op Eisim Seses (Dangus DNG081) beperkt het zich tot wat percussie. Het is allemaal fraai gezongen, maar een heel album met dit soort gelijkende nummers en weinig verdere afwisseling is een hele zit.


Agota (Zdanaviciute) – Kur Giria Uzejo (Dangus DNG084)

Afwisselender is het solo album Kur Giria Uzejo van Agota (Zdanaviciute). Acht songs die ze zelf begeleid op de kankles. De melodieën componeerde ze op bestaande teksten en (tekst)fragmenten van Eugenija Simkunaite, een Litouwse biologe die zeer begaan is met bomen. In talloze geschriften beschreef zij zowel de fysieke, natuur(kundige) als psychologische kracht die bomen op ons leven hebben. Verwacht geen redevoeringen of wetenschappelijke uiteenzettingen, wel sagen, legenden, mythische verhalen en verhalen over de relatie van de mens met de natuur. Een album dat past in de huidige tijdgeest van aandacht voor het milieu dus. De begeleiding op de kankles beperkt zich hoofdzakelijk tot akkoorden en weinig soli. Hier en daar komt een percussie-instrument voorbij. De stem van Agota is helder met diepgang. Zowel langzame ballads als opgewekte up tempo nummers zorgen voor voldoende afwisseling, met goed gedoseerde dynamiek in een compositie om de boel spannend te houden.


Scroll naar boven