Een volk dat zingt…. is een lp met allerlei oud-Hollandse liedjes die worden gezongen door bekende artiesten en aanstormend talent uit de zestiger jaren, zoals Jenny Arean (vertolkt samen met Jacco Renesse (Mama, ‘k wil een man he), Jasperina de Jong (Een meisje dat van Scheveningen kwam), Ton van Duinhoven (Pierlala), Conny Stuart (’t Maseurken). De plaat verscheen in 1964 op het Philips-label (P 600706R) als 10 inch lp (oftewel 25 cm). De plaat was een uitgave van de in 1906 opgerichte Vereniging voor de Volkszang, in samenwerking met het te Antwerpen gevestigde Algemeen Nederlands Zangverbond, beide tot op de dag van vandaag actief.
De plaat werd gemaakt om het tweede bundeltje volksliederen (eenstemmig genoteerd) van de vereniging te laten vergezellen van ‘eigentijdse’ bewerkingen door arrangeur Bert Paige, uitvoering door artiesten uit de amusementswereld, met ‘moderne’ instrumenten. Maar de plaat bleek geen verkoopsucces, en het Nederlandse volkslied moest nog enige tijd wachten op een stevige impuls.
Als je de hoestekst leest die uit naam van beide bonden het publiek trachtte te overtuigen, dan mag het geen wonder heten dat die opzet niet slaagde:
“Komt hier al bij en hoort een lied”
Wij zijn rijk, en wij beseffen het niet. Rijk aan velerlei, onder meer ook aan het rechte en slechte lied van eigen bodem, het Nederlandse volkslied.
Uit zeven eeuwen is het tot ons gekomen, uit het gehele Nederlandse kultuurgebied, van het hoge Noorden (de provincie Groningen) tot het diepe Zuiden (de streek rondom Duinkerken). Uit deze kostelijke voorraad (die nog veel te weinig omgaat onder de zingende mensen) hebben wij een tiental nummers verkozen, in bonte verscheidenheid.
Het nieuwe in de presentatie van dit liederentiental is de uitvoering door “topartiesten” der lichte muze en het eigentijdse “arrangement” door een der kundigste arrangeurs uit de amusementssektor.
Al even nieuw is de ongewone kombinatie van geijkte traditionele volksliederen als “Wel Annemarieke” en het aloude “Ik zeg adieu” met volksliedachtige nieuwlichters als “Daar komen de schutters” en “De Blauwbilgorgel”.
Mede doordat de plaat van een teksten- en melodieënboekje (plus toelichtingen) wordt vergezeld, hebben wij goede hoop, dat het verkozen liederentiental ook via de schooljeugd een nieuwe en algemene verbreiding zal verkrijgen. De Noord en Zuid verbindende opzet zal aan deze verbreding ten goede kunnen komen.
Toch is Een volk dat zingt…. een opvallend fenomeen. Sindsdien is er niet meer een initiatief van de grond gekomen dat eigentijdse artiesten uit de amusementssector Nederlands volksliedjes laat interpreteren. En ik zie het er nu ook niet snel van komen.