Lost causes (Oriente Musik RIEN cd 77 / Music & Words)
De jongste cd van Daniel Kahn opent met het overbekende lied van Gebirtig: Avreml der marvikher. Alweer Avreml? Jawel, maar hoe! De rauwe zang van Kahn wordt hier ondersteund door een jazzy orkest met ondermeer een scheurende trompet. Zo is het een boeiende vertolking geworden van een Jiddische evergreen. Hetzelfde kan gezegd van de Arbetsloser Marsh, nog een Gebirtig-lied, enkele nummers verder. En de zang van Kahn blijft boeien, de hele cd lang. Kahn brengt die liederen in het Jiddisch met her en der ook een Engelse vertaling tussenin. De cd bevat ook enkele Engelstalige liederen door Kahn zelf geschreven, zoals het ontwapenende Sunday after the war. De uitbundigheid van vele nummers wisselt al eens af met een heel ingehouden zang en begeleiding zoals bij Vi Azoy, een lied dat in 1943 in het getto van Vilnius geschreven werd of bij zijn zelf geschreven Görlitzer park. Naast klassieke Jiddische liederen horen we ook het Brecht-Weill lied Denn wovon lebt der Mensch? en een Jiddische bewerking van Lili Marlene met de stem van Tine Kindermann. Kahn wist zich voor het nieuwe lied Klezmer Bund te omringen met een achtergrondkoor waarin heel wat bekenden uit het Jiddische repertoire meezingen zoals Michael Alpert, Adrienne Cooper, Lorin Sklamberg en anderen. Lost causes is een bijzonder geslaagde hedendaagse Jiddische cd.
Reeds als tiener werd ik geboeid door chanson en kleinkunst. Gaandeweg heeft deze interesse zich uitgebreid naar liederen in andere talen. Duitse chansonniers, zowel als Jiddische zangers en zangeressen en Latijns-Amerikaanse protestliederen konden mij bekoren.
Voor mijn eerste werkopdrachten in de jaren zeventig doorkruiste ik de Westhoek met zijn vele soldatenkerkhoven en monumenten die de Eerste Wereldoorlog herdenken. Dat heeft mijn interesse gewekt voor het oorlogsleed en natuurlijk ook voor de vele liederen die erover gezongen worden. Het folkfestival te Dranouter dat ik sinds 1981 bezoek en de Vredesconcerten Passendale hebben die interesse nog doen groeien.
Het Vlaamse folkblad Gandalf waaraan ik meewerkte ging in 1997 ter ziele. Als abonnee van New Folk Sounds las ik dat het blad nieuwe medewerkers vroeg. Zo schrijf ik sinds ruim vijftien jaar voor dit blad.
Mijn muzikale activiteit als koperblazer op alto in het plaatselijk harmonieorkest heb ik, wegens verhuis van West-Vlaanderen naar Limburg, stopgezet. Naast het luisteren naar en lezen over muziek, nemen de ruime tuin rond het nieuwe huis en het geregeld bezoek van en aan kinderen en kleinkinderen nu een ruim deel van mijn tijd in beslag.
Ik ben ook actief in plaatselijke verenigingen en geef, waar men mij vraagt, ook graag lezingen over het chanson. Het blijft mij boeien.
Dat Klaas, een van mijn zonen, zijn weg vond als auteur en zanger van Nederlandse en Franse chansons -Yevgueni en Delrue- stemt me bijzonder blij.