In Vic van de Reijt’s Top 100 van de Nederlandstalige singles stond Aan de Amsterdamse grachten in de uitvoering van Wim Sonneveld op nummer één. De 5-cd box van deze hitlijst kende een bonus-cd met daarop twintig versies van ‘de grachten’. Op de achterkant van de in de jaren zestig uitgegeven reclame-single voor het Amsterdamse restaurant D’Vijff Vlieghen staat echter nóg een versie van het door Pieter Goemans geschreven hoofdstedelijke lijflied, gezongen door Conny Renoir.
Conny Renoir is de moeder van Jenny Arean. Zelf was ze ook ingewijde in de artiestenwereld. Als jong meisje trok ze mee met Circus Hagenbeck, waarmee ze via haar moeder Henny Verra (ook zangeres) verwant was. Conny Renoir volgde dans- en zanglessen. In 1939 maakte ze haar debuut als radiozangeres in een programma met The Ramblers en Johnny & Jones. Na de Tweede Wereldoorlog continueerde ze het radiowerk, onder meer bij hoorspelen en bij Negen heit de klok. Daarnaast schreef en vertaalde ze teksten voor onder andere René Frank, Jacco van Renesse en haar dochter.
In 1964 nam in een platenstudio twee nummers op: Cabaret Paris en Wat weten mannen van liefde? Renoir vertolkte jarenlang internationaal repertoire in D’Vijff Vlieghen, een restaurant aan de Amsterdamse Spuistraat, dat tot op de dag van vandaag bestaat. De reclamesingle voor het restaurant was met name bedoeld om buitenlandse gasten aan te spreken. Na een Engels gesproken introductie bezingt Conny Renoir in twee talen de aantrekkelijkheid van D’Vijff Vlieghen. De Nederlandse tekst werd geschreven door Wim Ibo. Ook de b-kant van de single is in het Nederlands en in het Engels. De zangeres brengt van Aan de Amsterdamsche grachten enkel het refrein, het couplet wordt instrumentaal gespeeld op accordeon.
Hoeveel buitenlandse gasten de weg naar het restaurant hebben gevonden dankzij het grammofoonplaatje is onbekend. Het heeft in ieder geval dit vermakelijke stukje opgeleverd.
Reclamesingles waren een wijdverspreid middel om de aandacht van de potentiële klant te trekken. En niet de minste artiesten vulden er hun inkomen mee aan. In 2009 verscheen een zeer lezenswaardig boek over dit fenomeen onder de titel Muzikale verleiding, Nederlandse reclame op 45 toeren. Aan het boek werden twee cd’s toegevoegd. Ook was er de verkiezing van het meest populaire reclamelied. Dat werd het in 1959 door Annie M.G. Schmidt voor Citroën geschreven liedje Het lelijke eendje, gezongen door Heleen van Meurs en Ronnie Potsdammer.
Er is een TV-opname van de drie generaties zangeressen/moeders/dochters die loopt van Henny Verra naar Jenny Arean. Uniek beeldmateriaal.