In deel 3 van De Grote Oorlog in liedjes geef ik aanvullingen op de eerste twee delen van deze mini-serie. Van Albert Bol, die ook al rijkelijk vertegenwoordigd was in deel 1, heb ik nog drie liedjes ontdekt die rechtstreeks te maken hebben met de Eerste Wereldoorlog. Daarnaast vond ik een aantal veldopnamen van zangers en zangeressen op leeftijd, die mondeling overgeleverde liederen voorzongen aan Ate Doornbosch en Will D. Schepers. Er zijn twee Nederlandse liederen, waarvan er van één slechts de bladmuziek beschikbaar is. Ook kunt u luisteren naar drie Belgische liederen die geen al te grote verspreiding kennen. Tot slot een vijftal video’s van recente liederen. Wellicht een beetje een allegaartje, maar het geeft een breed beeld.
De timmerman/zanger Albert Bolhuis (1879-1920) trad op onder de naam Albert Bol. Hij werd geboren in Groningen, maar zijn carrière speelde zich goeddeels af in Rotterdam, waar hij ook overleed. Bol was een variété-komiek met vaak simpele sketches, die bij het grote Rotterdamse publiek erg aansloegen. Zijn belangrijkste creatie was Hannes, een Gronings pratend boertje, dat op allerlei actuele gebeurtenissen zo zijn commentaar had. Eén van de plaatopnames van zo’n commentaar betrof Hannes en de Mobilisatie.
Een andere plaatopname laat evenmin iets aan duidelijkheid te wensen over: Het is zoo fijn neutraal te zijn. Albert Bol’s nasale stem met een wat metalig timbre was uitstekend geschikt voor de 78-toerenplaat en de grammofoon. Hij had dan ook veel succes. Op een gegeven moment nam hij elke maand tientallen nummers op, bij verschillende platenmaatschappijen. Dikwijls reisde Bol ervoor naar Parijs of Berlijn, waar hij als een groot artiest ontvangen werd.
De derde opname legt een link met de artikelen die Dries Delrue schreef over het Franse chanson met betrekking tot La Grande Guerre. In deel 2 ging hij uitgebreid in op het lied Quand Madelon, dat in de aanloop naar de Grote Oorlog langzaamaan aan populariteit won. Dat lied bereikte uiteindelijk ook Nederland. In 1919 zong Albert Bol een Nederlandstalige interpretatie onder de titel Madelon.
Veldopnamen uit Nederland
Onder de vele veldopnamen die Ate Doornbosch maakte voor het radio-programma Onder de groene linde, ontdekte ik ook enkele liederen die betrekking hebben op de Eerste Wereldoorlog. Uit het archief van Onder de groene linde komt ook een opname van Will D. Schepers uit 1951.
In maart 1968 naam Ate Doornbosch in Ossendrecht het lied Gaat men langs België’s dreven op, gezongen door de zussen Johanna, Suzanna en Martina Musters. Johanna, de oudste, werd geboren op 28 maart 1910. De zusters Musters leerden veel liederen van hun vader, die thuis vaak voor zijn kinderen zong, pijp in de mond, voeten op de kachel. De melodie is die van het Franse lied Sous les ponts de Paris, welke dan weer werd gebruikt voor het anonieme pacifistische lied Dans les tranchées de Lagny.
Gaat men langs België’s dreven,
ziet gij die mensen gaan.
Ze komen uit veel oorden,
ziet gij ze vluchten gaan.
Beladen dan met pak en zak,
wat moeten ze toch gaan beginnen.
De nacht is daar, men vraagt elkaar,
waar gaan we rusten nu binnen?Over die Hollandse grens, daar gaat het ons alles naar wens.
Daar wonen veel mensen die ons wel ontvangen.
Wij zijn vermoeid, maar ook vol van verlangen.
Daar doet men ons geen leed,
voor Belgen zijn wij gereed.
Eten en drinken al aan het zeestrand,
vindt men in Holland.
In Hengelo nam Will D. Schepers op 27 december 1951 bij mevrouw Varenhorst (geboren in 1903) het lied Hij had aan het Westelijk front gestaan op. Het is een lied waarin een Duitse soldaat deserteert, omdat hij de oorlog volkomen moe is. De (complete) tekst van dit lied is ook opgenomen in het boekje Huilen op de kermis, samengesteld door Tjaard W.R. de Haan, uitgegeven door Het Spectrum in 1979 in de Prisma reeks. Het lied is in het pocketboekje te vinden op pagina 122, liednummer 71.
Toen hij dicht bij de grenzen was,
trok hij de kruisen van zijn jas, als loon gekregen.
Hij dacht: wat heb ik daar nog (a)an?
Ik ril, ik gruw daar immers van, ‘k ga eigen wegen.Hij nam zijn bundeltje ter hand,
Hij keek nog nog naar ’t vaderland, toen hij zich wendde.
Blonk er een traan in ’t droevig oog,
Toch ging hij met zijn hoofd omhoog, naar ’t onbekende.
Het tragische lied Leidekker met zijn vrouw en kind werd door Ate Doornbosch in februari 1967 in Middelburg opgenomen bij Catharina Antheunisse-van Dommelen, geboren in 1931. Zij leerde het lied van haar moeder, die voor Catharina en haar vier zussen zong. Het is waarschijnlijk in de tijd dat het werd geschreven een relatief populair lied geweest.
Het gaat over de zadelmaker Leydekkers, die samen met zijn vrouw en pleegkind werd gedood toen een vliegtuig van de Engelse luchtmacht per ongeluk een aantal bommen op Zierikzee liet vallen in april 1917. Er is een ‘vliegend blaadje’ van het lied bewaard gebleven, door straatzangers op straat verkocht voor een gering bedrag, na het ten gehore te hebben gebracht. Op de cd Brieven van de Gebroeders Bin, uitgegeven in 2014, is een door hen bewerkt fragment van het lied te vinden.
Nog twee Nederlandse liederen
‘Muzikale voddenman’ Roland Vonk heeft een rubriek genaamd Vondst van de vrijdag bij het Radio Rijnmond programma Middag aan de Maas, waarin hij aandacht schenkt aan bijzondere muzikale ontdekkingen. Eén van zijn vondsten betrof de bladmuziek van het lied Geen nieuws van het Westelijk front, waarvan de tekst en muziek werd geschreven door Henri Theunisse.
Omdat bij Vonk geen opname bekend was van het nummer, vroeg hij aan Peter de Koning (die van de tandartsassistente) of hij een opname van het lied wilde maken, wat de Koning graag deed. Bij het wereldkundig maken van deze actie via Facebook bleek een verzamelaar uit Bussum echter wel over een opname te beschikken, uit 1929, uitgevoerd door Jeanne Horsten (de vrouw van Henri Theunisse) en Louis Noiret.
De versie van Peter de Koning is te beluisteren (en gratis te downloaden) op SoundCloud.
Dirk Witte schreef naast Het wijnglas nog een tweede aanklacht tegen de waanzin van de oorlog. Het is het lied Praters, waarvan ik geen opname heb kunnen vinden. Ook voor de bladmuziek moest ik moeite doen. Via internet was de originele muzieknotatie te bestellen bij een antiquariaat niet te ver van waar ik woon. Praters is nummer 19 van de cabaretliederen die van Dirk Witte werden uitgegeven in de bladmuziekserie van zijn cabaretliederen. Het is misschien nog wel een scherpere aanklacht tegen de verantwoordelijken voor de oorlogsellende dan Het wijnglas. En dat is al vrij pittig, zelfs naar onze hedendaagse maatstaven.
En de overwonnenen rijken vroegen kolen, vroegen brood.
De overwinnaars praktiseerden: inderdaad, daar is wel nood.
En ze wilden ook wel helpen. Clemenceau ging eens op reis.
En Lloyd Goerge, uit beleefdheid, ging eens praten in Parijs.
En de één zei tot de ander: als ik dit of dat eens deed?
Jammer dat men onder het praten nog een kleinigheid vergeet.
Dat daar ginder vrouwen, kinderen steeds nog wachten op een daad.
Dat ze sterven van de honger, omdat men hun tijd verpraat.Maar de vele wijze mannen hebben eigenlijk ook geen tijd.
Andere onoplosbare vragen zijn van meer gewichtigheid.
Wordt de keizer uitgeleverd? Treft de kroonprins ook dat lot?
Wie krijgt – Engeland of Frankrijk – de eer van het vorstelijk schavot.
En ze praten alsof niemand van een stervend volk iets weet.
Jammer dat men onder het praten nog een kleinigheid vergeet.
Dat, als eens het volk zal richten, zonder aanzien des persoons,
zij als moordenaars zullen hangen naast de keizer en zijn zoons.
Bijzondere Belgische opnamen
Singer/songwriter Luc Vanlaere maakte in de eerste helft van de jaren tachtig twee lp’s. Op de eerste, Waarheen ik ga (1980), is het lied De IJzertoren te vinden. Zo’n twintig jaar na het beëindigen van zijn zanger/liedschrijver carrière, legde Luc van Laere zich toe op het bespelen van de harp en het componeren van muziekstukken voor de harp, in eerste instantie puur voor het plezier, maar later toch tamelijk serieus. In 2012 startte hij zijn eigen (klein) theater in het centrum van Brugge.
Tony Sandler is de artiestennaam van de in 1933 geboren Lucien Santelé. Hij begon in de jaren ’50 als Vlaamse zanger met het orkest Solidor. Dankzij een gewonnen wedstrijd voor Radio Gent kon Tony Sandler zich in die tijd nestelen tussen andere Vlaamse vedetten, zoals Bobbejaan Schoepen en Jo Leemans. Hij kreeg tussen 1953 en 1958 de gelegenheid om tal van hits te scoren bij de platenmaatschappijen Ariola en Polydor. Hij nam tientallen nummers op en in die periode scoorde hij in totaal 26 radiohits. Tussen 1957 en 1963 trok Sandler door Europa met tv-shows en optredens in België, Nederland, Duitsland, Zwitserland, Oostenrijk, Engeland en Italië. In 1963, toen Tony Sandler op punt stond naar Amerika te vertrekken (waar hij succesvol zou blijken) nam hij bij Decca nog een lp op onder de titel Ik kan u niet vergeten, met een aantal ingetogen liedjes erop. Eén van die liedjes was Langemark.
De Kleine Vrijheid was medio jaren negentig een Antwerps muziektheater trio, bestaande uit Martin Jansen (zang, piano, accordeon, trompet, slagwerk), Gregor Kartai (viool, contrabas) en Myriam Bronzwaar (zang). Deze laatste zou meer bekendheid verwerven met haar rol als Julia van Capelle in de TV-soap Thuis. In 1995 bracht De Kleine Vrijheid – genoemd naar het cabaret dat Erich Kästner had in het naoorlogse Berlijn – een cd uit, waarvan de teksten die dichter Herwig Hensen ervoor schreef, waren gebaseerd op ideeën van Kästner. Klasgenootjes gaat over de jonge leeftijd van vele gevallenen in de Grote Oorlog.
Videoclips
Een akoestische folkgroep van zes vrienden uit het Belgische Beerzel/Heist op den Berg. Aanvankelijk enkel instrumentaal, maar gelukkig is er nu ook dit lied.
Van dit lied bestaat alleen een live-opname, opgenomen door Radio 1 tijdens het Dranouter Festival van 2006, in samenwerking met de Pax Mundial Band.
Angela studeerde in 2007 af als theatermaakster. Ze maakte haar eigen voorstelling 1919, met liedjes en verhalen over vrouwen in de Eerste Wereldoorlog.
De tekst is een vertaling van het beroemde gedicht In Flanders Fields van John McCrae, vertaald door Tom Lanoye. Wannes maakte de muzikale bewerking.