De Dordtse groep Sistrum kent een lange, uiterst gevarieerde geschiedenis. De ingeslagen muzikale wegen zijn talrijk te noemen. Ooit begonnen op de smeulende resten van de countrygroep Jungle, ontwikkelt de groep zich via Schotse folk en bluegrass meer en meer richting Nederlandse folk. Na een ep en een audiocassette verschijnt in 1982 de door pers en publiek uitstekend ontvangen lp Rinkeltuig. Met succes bestijgt Sistrum vele podia. Na het afhaken van gitarist Ruud Verschoor, komt violist/fluitist Jan van der Elst de groep versterken, waardoor de groep een andere insteek krijgt.
Met Jan van der Elst haalt Sistrum een zeer bekwame muzikant binnen, daar waar de andere groepsleden – Leo de Kruis (accordeon, gitaar), Ad Vermeer (gitaar, cister, mandoline) en Carel Jacobs (bas) – zichzelf een stuk minder hoog inschatten. In een interview voor Janviool in 1987 zegt Leo de Kruis daar het volgende over: “Doordat Jan op een hoog niveau musiceerde, werden wij daarin mee gesleurd. Je gaat zelf ook meer oefenen om beter te worden. Zo kom je op een niveau waar je nog niet eerder was. Dat werkt heel stimulerend. Carel ging op een andere manier bassen, we gingen de nummers écht goed arrangeren. Goed de akkoorden en partijen uitzoeken, alles heel mooi uitwerken.” Maar er moet ook wel wat voor worden ingeleverd: “Toen we Jan erbij haalden, wisten we precies wat voor soort figuur hij was: heel rechtlijnig, die absoluut nooit van zijn leven een countrynummer zou spelen. We hebben toen voor ons drieën een heel groot muzikaal gedeelte buiten gesloten.”
Van luisterlied tot smartlap
Leo de Kruis kent Jan van het Duo Onbemind, waarin ze samen instrumentale volksmuziek spelen. Dit repertoire wordt ingebracht bij Sistrum.
Gevieren wordt gestaag gewerkt aan het verder opbouwen van repertoire. Voor het nummer W.Z.W. van Ameland wordt door Ad een gitaarintro uitgewerkt in DADGAD-stemming, met name omdat Wolverlei daar ook gebruik van had gemaakt. En dat was wel een ultiem voorbeeld. De breedte van het repertoire wordt goed in de gaten gehouden: van luisterlied tot smartlap, van verstilde melodie tot swingende instrumental. Hoewel de lp Rinkeltuig op het Stoof-label was verschenen, besluit Sistrum om de nieuwe plaat in eigen hand te houden. Er wordt gekozen voor een kleine studio met acht sporen, omdat zestien sporen veel meer geld kost en de groep de behoefte heeft om alles zo puur mogelijk op te nemen, met slechts hier en daar een toevoegde piano- of fluitpartij.
Bij geluidsstudio Joe’s Garage in Waalwijk wordt alles aan de magnetische band toevertrouwd. Dat resulteert uiteindelijk in twaalf nummers, die onder de titel Wonderlijke reis als lp op het eigen Impossible Records wordt uitgegeven. Er staan voor de helft instrumentale stukken op. Erg aanstekelijk zijn Keesjun (een eigen cajun-compositie van Leo en Jan, lang voordat deze muziekstroming in Nederland populair wordt) en de Vlaams traditionele Bezemdans uit Pulle. Mooi verstild zijn dan weer Een morgen op Duindigt en Planxty Turlough, beiden uit de koker van Jan van der Elst.
De lp opent met het lied Luxe Kempen, oftewel de wolfsklem, dat handelt over twee ‘jonggezellen’ die hetzelfde meisje willen. Het lukt de arme wever het meisje te veroveren, wat de rijke pachterszoon er toe brengt uit wraak een wolfsklem neer te zetten om de wever mee te verwonden. Natuurlijk wordt hij echter zelf te grazen genomen door de klem. Het wordt met omfloerste stem gezongen door Ad Vermeer, die over de beste zangstem beschikt binnen Sistrum. Luxe Kempen is het enige nummer van Wonderlijke reis dat op cd is uitgebracht: het is te vinden op de compilatie Dutch Rare Folk, 43 lost classics from the golden age of Nederfolk, uitgegeven in 2007 door Fonos. Guy Roelofs heeft zich laten inspireren door Sistrum’s versie van Luxe Kempen voor zijn collectie spin- en weversliederen, die op cd verschenen onder de noemer Cadans der Getouwen, uitgegeven door Wild Boar Music in 2000.
Ook de twee andere door Ad gezongen liederen mogen niet onvermeld blijven: het titelnummer van de lp is een (traditionele) onzintekst over onmogelijke reizen, van muziek voorzien door de Kruis/van der Elst. Het fijnzinnige arrangement van W.Z.W. van Ameland maakt van de shanty een indringende ballade. Bovendien kiest men ervoor om het gebruikelijke refrein tot couplet te bombarderen, en een ander refrein te gebruiken. Wat vervreemdend werkt.
Voor de door Leo de Kruis gevonden tekst Drankalfabet wordt de melodie gebruikt van Sailors Alphabet van Fairport Covention, dat daar toevallig naadloos op past. Overigens niet het hoogtepunt van de lp.
Wat verder nog opvalt aan Wonderlijke reis is de uitstekende persing van de lp. Dat is een gevolg van het feit dat de leden van Sistrum zelf bij het snijden aanwezig waren, het proces nauw volgden en de snijder de moeite nam om voor het best mogelijke resultaat te gaan.
Groot is de teleurstelling bij de groepsleden als er niet of nauwelijks respons komt op hun met zorg gebaarde kindje. De recensie die in september 1985 in Janviool verschijnt is ook niet overwegend positief. De recensent telt meer zwakke punten dan sterke, focust vooral op de minder uit de verf gekomen onderdelen en vindt zelfs dat de galmbak te ver is opengezet. Als schrijver van dit artikel kan ik natuurlijk niet anders dan zeggen dat dit een historische vergissing was.
Nog een citaat van Leo de Kruis uit het interview met Janviool: “En eindelijk is het dan af en dan val je in een gat. Je bent tevreden over de opnames, en de hoes is leuk, dus je denkt: laat ze nu maar komen. Maar er gebeurt niets. Dan wacht je op iets wat niet komt. We hebben later een recensie gehad in het Engelse blad Folkroots gehad, die heel positief was. Dan denk je toch bij jezelf: zie je wel, we hadden wél gelijk. Daarna kregen we nog post uit Finland en Italië dat ze de plaat wilden hebben. Dat is natuurlijk hartstikke leuk. Maar goed, dat komt dan allemaal wel te laat.”
Het gebrek aan respons werkt demotiverend. Jan van der Elst verlaat Sistrum om in Engeland voor vioolbouwer te studeren. Na het vertrek van Jan gaan de drie overgebleven groepsleden bij elkaar zitten: iemand erbij of niet? Omdat Ad ook wat viool kan spelen, vinden ze dat een trio goed te doen is. Wat repertoire betreft volgt weer een ommezwaai: er worden alleen nog zelfgeschreven, cabareteske Nederlandse liederen gespeeld. Een neerslag hiervan komt terecht op de audiocassette Gestrikt. Hierna volgt weer een onverwachte stap: Sistrum wordt omgezet in de countryrockgroep Sidekick, met drummer. Vele jaren later wordt een doorstart gemaakt van Sistrum.
De draad weer oppakken
Leo: “In oktober 2000 werd mij gevraagd om met Sistrum een setje te spelen in folkclub Razzmatazz. Sistrum bestond allang niet meer en het onderlinge contact was schaars. We zijn met zijn vieren – Ruud Verschoor, Carel Jacobs, Ad Vermeer en ikzelf – bij elkaar gaan zitten, maar de klik tussen Ad en de rest was er niet meer. Toen zijn we met zijn drieën in Razzmatazz gaan spelen. We hebben daar een rommelig, maar vreselijk gezellig setje gespeeld en besloten zo nu en dan te gaan repeteren.”
Na verloop van tijd voegt Tamas Schiffer viool toe aan het groepsgeluid. In de hernieuwde samenstelling worden twee cd’s in eigen beheer uitgegeven. Maar er wordt weer een nieuw initiatief ontplooid:
Leo: “In 1983 hebben we een korte tijd met een elektrische instrumentale band gespeeld onder de naam Kanniedansband. Die wilden we weer laten herleven. Dat werd dus Sistrum plus Kees van Koten op drums en Joram Peeters op viool, tin whistle en banjo. We hebben een demo met vijf nummers opgenomen en een aantal keer opgetreden, maar inmiddels was ik verkast naar Nijmegen en het heen en weer rijden was duidelijk te veel om de band in stand te houden. Toen ik stopte was er nog even het plan om door te gaan, maar daar is niets van terecht gekomen. Die band heette inmiddels McVolk. Er staan op YouTube een paar nummers van ons optreden in De Lantaern.”
Ad Vermeer brengt in 2006 de fraaie solo-cd Ver van hier uit, met door Pieter Tak in het Nederlands vertaalde liederen van onder meer Neil Young, Warren Zevon en Richard Thompson. Jan van der Elst is tegenwoordig vioolbouwer in Dordrecht.
Leo de Kruis is sitar gaan spelen. Hij heeft dit instrument voor zijn verhuizing twee jaar op het conservatorium van Rotterdam gestudeerd, en treedt nu met enige regelmaat op met Ganesh Ramnath (tabla).
Sistrum (ep, 1979)
Van Dordt op Rotterdam (audiocassette, 1981)
Rinkeltuig (lp, 1982)
Wonderlijke reis (lp, 1985)
Gestrikt (audiocassette, 1987)
Oude manna (cd, 2003)
Over de rivier (cd, 2005)
Over Sistrum schreven wij ook in Janviool 78
Dit artikel verscheen in New Folk Sounds 127
leuk die folkmuziek.Ik heb ooit in een ver verleden met Leo de Kruis samen wat ierse en schotse liedjes gezongen in Bibelot in Dordrecht.
Hoi Ada,
Zit ik daar argeloos dit artikeltje nog eens door te lezen, zie ik ineens jouw commentaar, nog wel van gisteren ook. Dat zijn minstens zeer lang vervlogen tijden waar we het hier over hebben.
Hoe is het met jou verder gegaan, ben benieuwd!
Leo