Diverse artiesten – Spell songs II: let the light in

Spell songs II: let the light in
(Quercus Records QRCD005; V2)

Auteurs Robert Macfarlane en Jackie Morris schreven verhalen en gedichten voor een project, gerealiseerd door Folk by the Oak. Het project Spell songs is gebaseerd op een bestseller The lost words en is zeg maar de muzikale evenknie van het boek. “Spell songs II, let the light in” is het vervolg.

Niet de minsten werken mee aan de theatrale uitvoering: Karine Polwart (tenorgitaar, harmonium, zang), Kris Drever (gitaar, bas, zang), Julie Fowlis (zang, whistles, hobo), Seckou Keita (kora, zang), Rachel Newton (harp, altviool, zang), Beth Porter (ukelele, cello, blokfluit, zang) en Jim Molyneux (piano, toetsen, drums, percussie, zang). Ze voorzien de teksten van muziek, of vullen aan met nieuwe of op bestaande melodieën gebaseerde composities en liederen.

Qua thematiek staat de natuurlijke leefomgeving centraal. Niet verwonderlijk is de link met bovennatuurlijke verschijnselen, met dieren, planten, bomen en aan weerselementen toegeschreven eigenschappen. Elementen die frequent in (oude) folksongs opduiken. Dat komt tevens voor in trance-achtige herhalingsrijmen of bezweringsrituelen.

De cd is verpakt in een hardcover omvangrijk boekje, voorzien van foto’s van het opnameproces en inleidende teksten bij de liederen door de leidende muzikant. De eerste twee tracks – Bramble met Polwart en St kilda’s wren  met Fowlis –  zijn via een bruggetje knap aan elkaar verweven. In Drever’s Oak zingt Keita een strofe in zijn eigen taal en dat maakt de symbiose compleet. De individuele kenmerkende elementen van de afzonderlijke muzikanten worden ingebracht en versmolten tot een geheel. Zo ontstaat een hybride aan stijlen, heel afwisselend en toch samenhangend. Zo vertaalt Keita het ritme van de jay naar zijn instrument (de kora), maar kan de melodie doorgaan als een Gaelic waulking song.

De dames van het project zorgen voor een schitterende imitatie van een zwoel West Afrikaans vrouwenkoor en doet Drever zijn uiterste best om de staccato leadgitaarriffs van Ali Farke Toure te evenaren. Schitterend is Fowlis’ minimalistisch uitgevoerde Bird of the blizzard. Het summum van symbiose is Barn owl, Keita’s ode aan de stilte. Een repetitieve sequens, waarbij hij de tekst in zijn eigen taal – het Mandinka – zingt, met flarden Schots (Polwart) en Gaelic (Fowlis) daar doorheen geweven.

Julie Fowlis sluit de cd af met Silver birch, een lied over vrees en hoop, donkerte en licht. Op een eenvoudige sequens op de harp door Newton voegt iedere muzikant een korte, herkenbare bijdrage toe. Een mooi einde voor een bijzondere cd.

Scroll naar boven