De Spaanse multi-instrumentalist Fernando Mosquera mag je gerust een fenomeen noemen, zeker in eigen land. Hij bespeelt zo’n vijftig verschillende traditionele, folk- en middeleeuwse instrumenten, met als voornaamste toch wel de doedelzak, oftewel de gaita. Hij werd geboren in Toledo, maar zijn familie kwam uit de omgeving La Coruña in Galicie, het uiterste noordwesten van Spanje.
Hij studeerde muziek in Toledo en volgde workshops bij diverse specialisten. Beroepsmuzikant sinds zijn 18e en daarnaast is hij inmiddels professor, doceert de Galicische en Schotse doedelzak en is verbonden aan diverse overkoepelende organisaties die de belangen van deze instrumenten behartigen. Niet zomaar iemand dus. Mosquera is een muzikant met veel gevoel voor diverse nationale tradities, vooral die van Noord-Spanje, maar die de moderne tijd zeker niet uit de weg gaat.
Want in 2005 sluit hij zich aan bij de Keltische folkrockgroep Akelarre-AgroCelta, waarmee hij inmiddels een aantal albums heeft gemaakt en nog steeds optreedt. In 2010 richt hij zijn eigen Mosquera Celtic Band op. Een formatie van zes muzikanten en een zangeres, namelijk Sara Calatrava, die in het Spaans, Engels, Baskisch en Galicisch zingt. Ze nemen de cd Peregrinatio op. (Several Records 2012). Mosquera schrijft en arrangeert zelf veel muziek voor de groep, waarin naast de gebruikelijke traditionele instrumenten ook plaats is voor de elektrische equivalenten en zelfs midi en drumcomputers. De basis blijft de Spaanse regionale traditionele muziek, met sterke invloeden uit Bretagne, Schotland, Noord-Afrika, Midden-Oosten en de middeleeuwse muziek uit de landen rond de Middellandse zee. En ondanks het gebruik van elektronica dwaalt de muziek nooit ver van die basis af.
In 2015 verschijnt het album Outlander (Several Records srd444). Ondanks de toch al royale personele en instrumentale bezetting van de Celtic Band horen we daarop bovendien acht gastmuzikanten, drie vocalisten en de Baskische band Sorginak. Onder deze gasten fenomenen als Kepa Junkera, Hevia en John McSherry. ‘Moderne traditionele muziek’, zou je het kunnen noemen. Onmiskenbaar met de wortels in Galicie, Asturie en Baskenland, maar ook werden Ierse en Schotse melodieën van tekst voorzien, is er filmmuziek van James Horner en klinkt er bijvoorbeeld een Soedanese luitspeler. Het project doet soms denken aan het magistrale album Bilbao van Kepa Junkera. De toegepaste elektronische effecten dienen om de sfeer en dynamiek te versterken, maar overheersen nooit. Elk nummer is zorgvuldig uitgewerkt en gearrangeerd, waarbij soms in één track diverse stijlen, stemmingen en idiomen verwerkt zijn. Van melodieus en haast intiem, via opgewekte danstunes tot pompeus, met een dominant knetterende doedelzak. Ook op vocaal gebied is er veel variatie in stijl, taal en uitvoering, zowel solistisch als in harmonieuze samenzang. Er is zoveel te beluisteren in de muziek van Mosquera en zijn medemuzikanten; je vliegt als het ware boven allerlei landen en culturen, maar landt steeds weer in Noord-Spanje. Net zoals Mosquera bij het componeren al die invloeden met zijn eigen muzikale achtergrond heeft vermengd.