Van 24 tot en met 29 juli vond de 99e editie van het festival de Cornouaille plaats in de zuidwest Bretonse stad Quimper. Een week waar je je als (folk)muziekliefhebber geen moment hoeft te vervelen. Meer dan 3000 artiesten en zo’n 200 voorstellingen, deels betaald, anderen geheel gratis, worden gepaard aan een omvangrijke markt van streekproducten, muziek(instrumenten)stands, veel natjes en droogjes en demonstraties van onder meer bagads (doedelzakbands), dansworkshops, lezingen en uiteraard de fest noz.
.
Het festival beperkt zich al lang niet meer louter tot de Bretonse of Keltische folk. Het vormt -uiteraard- nog steeds de hoofdmoot, maar zo waren er in het verleden al optredens met bands uit Afrika. Dit jaar hield men het wat dichter bij huis, al vind je binnen die programmatie ‘experimenten’ zoals het Italiaanse Abnoba dat een spetterend optreden gaf met hun geëvolueerde folkjazz, inclusief doedelzakduels om je vingers bij af te likken. Of het project van fluitist Sylvain Barou met de Kretenzer lyraspeler Stelio Petrakis, Keyvan Chemirani en het duo Erik Marchand en Florian Baron. Op de Espace Saint Corentin, onder de vleugels van de kathedraal, staat de grote tent waarin de hele dag door gratis optredens en workshops verzorgd worden. Je ziet hier naast gevestigde namen als het duo Gilles Le Bigot & Gerry O’Connor en Arvest, veelal nog onbekende, maar zeker niet minder interessante groepen.
De Espace Eveche is precies aan de andere kant van de kathedraal en wellicht de leukste locatie. Ingesloten tussen de tuinmuren staat hier een podium. Een fraai concert was er van Ronan Le Bars group, waarin de Bretoen maar weer eens bewees dat de beste uileann pipers niet noodzakelijkerwijs uit Ierland hoeven te komen. Of het verassende Blue and Black Zebra: Drie jonge musici op contrabas, fluit en accordeon worden aangevuld met oude rot Gilles Chabenat op draailier. Knappe improvisaties op traditioneel klinkende thema’s. Jean Charles (gitaar) en Fred Guichen zweepten het publiek tot grote hoogte op met hun dynamische Bretonse en Keltische muziek, gebaseerd op een ongelooflijke instrumentale beheersing.
Traditie gekoppeld aan entertainment.
Traditie, en welke verder ontwikkelde vorm dan ook, staat centraal tijdens het Festival de Cornouaille. Maar toch, het festival enige jaren bezoekend, valt op en niet te ontkennen dat er bepaalde processen zijn. Net als wellicht bij andere festivals zijn er commerciële belangen. Hoe anders kan je verklaren dat Loreena McKennitt dit jaar, een overigens overtuigend, concert gaf, juist in het jaar dat haar Franse distributeur/cdlabel een nieuwe cd promoot. Of het standaardconcert van de Bagad de Kemper in weer een andere samenwerking. Dit keer met de rockgroep Red Cardell onder de noemer Festrock. Eerdere projecten en samenwerkingen leverde een zeer interessante melange op, maar de herhaling lijkt een gedwongen keuze. Nog een tegenvaller was Jethro Tull’s Ian Anderson – let op de naamgeving!. Muzikaal zal het allemaal wel in orde zijn, maar het enorme macho podiumgedoe van heren op leeftijd stoorde mij dusdanig dat ik het na een set wel voor gezien hield. Ook Sharon Corr -los van de familie- ging aan mij voorbij. Ik had me met enige scepsis genesteld in een overvolle Theatre de Cornouaille voor het concert van Gabriel & Marie de Malicorne.
Opnieuw even de naam goed checken…Het concert, de toer is georganiseerd in het kader van 40 jaar Malicorne en gekoppeld aan het album Almanach. Uiteraard passeerden klassiekers als Pierre de Grenoble, Marion Les Roses, L’ecolier assassin, Le prince d’Orange e.a., naast wat nieuwer werk en materiaal uit het solorepertoire van Gabriel Yacoub. Je kunt en mag het geen Malicorne noemen, gezien het repertoire en de musici. In feite is het de begeleidingsband van Gabriel, aangevuld met drummer en Marie. Het sextet bewerkte de nummers met de beschikbare instrumenten en mogelijkheden knap, maar toch… Ik was al niet erg onder de indruk van de vorig jaar verschenen Concert exceptionnel aux Francofolies de la Rochelle en ook nu pakte het me niet helemaal. Is het de sleet op de stem(men)? Het geforceerde ‘herinnert u zich deze nog’? Of wil ik zelf alleen maar het beste herinneren? Nog drie jubilea werden gepresenteerd. Sonerien Du en Tri Yann vierden eveneens hun veertigste verjaardag. Eerstgenoemde was in een grijs verleden lange tijd de favoriet onder de Bretonse folkbands in Nederland. Het is allemaal veel gelikter en beschaafder en sprak niet erg aan. De heren van Tri Yann gaven zoals gebruikelijk een spetterende, energieke show. Met nadruk op dat laatste, al staat het hier in functie van de muziek en het verhaal. Die gesproken intermezzi door Jean-Louis Jossic ontaardden in ware conferences, maar halen nooit de vaart uit het concert. Ook hier, maar dan zeer overtuigend, een mengeling van nieuw met oud. Het laatste jubileum was rond 30 jaar Soig Siberil. De gitarist gaf met Jaimie Macmenemy (bouzouki, zang)), Nolwenn Korbell (gitaar, zang), Lors Jouin (zang) en saxofonist Karl Gouriou een prima concert in het Theatre. Intiem, ontdaan van alle franjes en poespas, geestig, ontspannen en muzikaal een verademing. En dan blijkt dat bescheidenheid niet altijd leidt tot volle zalen. Ga heen en bezoek zijn voorstelling Du cote de chez Soig zo lang ze nog toert en overtuig u dat ingetogenheid vaak meer spreekt dan spierballenmuziek.