Otto baffi
(Figam 001)
Filippo Gambetta is een Genovaanse trekzakspeler. Een fantastische, maar niet erg productieve muzikant. Maar liever de schaarsheid aan vastgelegde klanken met hartverwarmende tonen, dan een overvloed aan nietszeggende producties. En deze (derde?) schijf van Gambetta is er weer een om door een ringetje te halen.
Hij heeft de schwung van een Kepa Junkera en de finesse van Riccardo Tesi. Alle composities zijn eigen werk, maar wel geënt op traditionele ritmen en melodiestructuren. Ze variëren van walsen, mazurka’s, musetten, scottischen, polka’s tot tarantella’s en bourrees. Maar meer nog dan in de afwisseling van tunes, zit de kracht van dit album in de voortreffelijke arrangementen van Gambetta en zijn begeleiders op gitaar, viool, piano, een klarinetkwartet, (contra)bas, fluit, luit, doedelzak en gitaar. Zo komt Belgische Maarten Decombel ook even langs. Telkens weer weet Gambetta een uitgekristalliseerde selectie uit de gastmusici te maken om zijn melodieën te voorzien van de juiste toevoegingen. De invullingen zijn uiterst subtiel, nergens overdone, maar juist helder en transparant. Zo is de bijdrage van het klarinetkwartet een ware verademing. Bovenal blijft de zingende toon uit Gambetta’s instrument klinken. Een heerlijke zwevende toon, warm en helder, krachtdadig en toch lichtvoetig.
Elk nummer is zo een feest. Zijn aanpak van de tarantella Marsicana, overgaand in een genietbare jazzy improvisatie is groots. Maar ook recht-toe-recht-aan stukken als de polka Giocoliera of de medley Berzezi/Garbanzo/Aquilone. Humor kan Gambetta evenmin ontzegt worden, getuige de Rimbalzello, een forro dans, opgedragen aan eenden en draken, vol valkuilen. Zeg maar de ‘struikeldans’ . En zijn Fly upward, een herdenkingslied voor een verloren vriend, klinkt eerder hoopvol dan terneergeslagen.
Ik ga de komende tijd genieten van dit hoogstandje en wil wel weer enkele jaren wachten op de opvolger van deze Otto Baffi. Kwaliteit gegarandeerd namelijk….