Tekst: Eelco Schilder
Ieder land zijn eigen Fairport convention, dat moet de gedachte zijn geweest achter de folkrevival van de jaren zeventig. Het is dan ook niet voor niets dat in deze rubriek nogal eens lp’s uit die tijd voorbij komen. Nog steeds zijn het de groepen die voor het eerst (elektrische) folk gingen spelen, die een inspiratiebron zijn voor menige hedendaagse folk(rock) groep.
Binnen de Franse muziek spreekt nog iedereen over Malicorne; Rum is onlosmakelijk met België verbonden en wij hebben Fungus voor de rocker en Wolverlei voor de akoestische liefhebber. Ook Scandinavië heeft zo zijn jaren zeventig folk helden, in deze rubriek is bijvoorbeeld de Zweedse formatie Folk och rackare al eens voorbij gekomen. Een band die een voorbeeld is voor groepen als Ranarim en Garmarna. Vreemd genoeg blijft het verdacht stil als je vraagt naar de invloed van de Noorse band Folque, terwijl Garmarna en vergelijkbare groepen qua stijl veel dichter bij Folque liggen dan bij welke andere Scandinavische band dan ook.
Folque bracht maar liefst acht lp’s uit die in eigen land, naar folkrock begrippen, goed verkochten, maar niet beschikbaar waren voor de internationale markt. Tel daarbij op dat de groep amper, op een enkele Zweeds/Deens optreden na, buiten de landsgrenzen optrad en het wordt een beetje duidelijk waarom Folque tot op de dag van vandaag een goed bewaard Noors geheim is gebleven. Samen met grondlegger Morten Bing reconstrueer ik de opkomst en ondergang van de Noorse folkrock legende.
Luister naar het album via Spotify:
Het prille begin
Ook in Noorwegen is begin jaren zeventig de folkmuziek bloeiende. Morten Bing speelt regelmatig in de verschillende folkclubs in Oslo en in 1972 maakt hij een kleine tour langs de zuidkust van Noorwegen. Bing: “Tijdens die tour ontmoette ik Jørn Jensen die, net als ik, rondtrok als gitarist en zanger. Voor die tijd speelde ik vooral oude Amerikaanse muziek samen met mijn vriend Eilif Amundsen, Jensen speelde meer in de Bert Jansch stijl. Kort na deze tour vertrok ik naar Londen, waar ik Lars Helljesen en Espen Løvstad ontmoette. Eigenlijk werd daar de basis gelegd voor de eerste Folque line-up, hoewel Løvstad zich pas in een later stadium bij ons zou aansluiten. We noemden ons Brød og Vin (brood en wijn) en speelde een kruising tussen de eerder genoemde Amerikaanse en Jansch stijlen. We vonden dat we een zangeres nodig hadden en vroegen de zus van Helljesen, Lisa, om bij ons te komen zingen. In 1973 begonnen we ons meer bezig te houden met de Engelse folkrock.Vanaf dat moment noemde we ons Folque en kwam er een basgitarist bij en ook violist Trond Villa, die later bij de Zweedse band Folk och rackare ging spelen.”
In 1974 verscheen de titelloze debuut lp, waarop wel al Noors werd gezongen, maar de inspiratie nog vooral kwam vanuit de Engelse folkrock. Bing: “Die eerste lp is voornamelijk ontstaan in de zomer van 1974. Bassist Trond Øverland en ik zochten toen materiaal bij elkaar dat we na de zomer aan de rest van de groep presenteerden. Ons doel was om Noorse folkrock te maken. Daarbij waren we natuurlijk zwaar beïnvloed door de bekende Engelse namen als Pentangle, Fairport Convention en Steeleye Span. Op de lp zijn dan ook covers te horen van die groepen, bijvoorbeeld een Noorse vertaling van Alisson Gross en Cruel sister.
Naast vertaald Engels werk, hadden we een enkele Noorse traditional opgenomen, waaronder de dans Reinlender (video), die zelfs een kleine radio hit werd. De lp werd bijzonder goed ontvangen, we waren de eerste Noren die zich echt specifiek met de stijl bezighielden en daar was duidelijk een markt voor. Hoewel natuurlijk, net als in menig ander land, de puristen onze muziek werkelijk verafschuwden. Een aantal nummers van de lp zijn we tot het einde blijven spelen en Reinlender is zo een beetje ons handelslied geworden.
Toch was het een beetje een studio lp, de drummer bijvoorbeeld speelde speciaal voor de lp mee, pas later kregen we een vaste drummer die ook live meespeelde. Vlak na het verschijnen van de lp begon de band uit elkaar te vallen. We hadden persoonlijke wrijvingen en tegenovergestelde muzikale meningen. Jensen verliet de groep en Lars Helljesen verving hem. Helljesen speelde elektrische gitaar en kwam uit de rock muziek. In Morten Jacobsen vonden we onze vaste drummer en zo kregen we de kans om de traditionele muziek nog beter met rock te mengen.”
Kjempene på Dovrefjell
Toen ik Morten Bing vroeg welke lp volgens hem centraal zou moeten staan in het meesterwerk hoefde hij daar niet lang over na te denken. Het werd hun tweede lp Kjempene på Dovrefjell uit 1975. Bing: “Het leek wel alsof alles samenkwam op deze lp.
De muzikanten waren de besten die er waren. Lisa zong de sterren van de hemel, Trond Villa is een groot violist met een sterk eigen geluid en ondanks dat de bassist nog maar achttien was, wist hij een verbluffende baspartij neer te zetten. Het leek wel alsof we boven onszelf uitstegen. Oké, we speelden iets te snel in de studio, maar het resultaat was een energieke lp, waarin we de goede balans hadden gevonden tussen rock en folk. Daarnaast kozen we ervoor om niet langer de Engelse muziek als uitgangspunt te nemen, maar ons eigen cultureel erfgoed. Ik studeerde in die tijd volkenkunde aan de universiteit van Oslo en had toegang tot de universiteitsbibliotheek. Wat daar aan oude liederboeken staat is onvoorstelbaar. De verhalen die in de oude liederen bezongen worden zijn zo sprookjesachtig, daar wilden we wat mee.
Op die lp gaat het over 12 reuzen die in de Noorse bergen leven (Kjempene på dovrefjell), waarom je vooral geen violist moet trouwen (Eg vil ingen spelemann ha), de liefde van een sirene voor een sterfelijke man (Huldra og elland) of een heerlijke moord op een edelman (Jarlen av murray). Het ging over verraad, heldendaden, liefde en magische verschijningen, precies zoals in de Noorse volksverhalen. Ik denk dat het de meest Noorse folkrock lp is. Niet dat er veel concurrentie was, vreemd genoeg bleven we een van de weinigen die in deze stijl speelden. Hoewel Jensen na zijn vertrek bij Folque, Kong Lavring oprichtte en twee lp’s met die groep uitbracht. Toch bleven ze een stuk dichter bij de folk dan bij de rock.”
Nog zes lp’s
Bing zegt het zelf, hun tweede lp is in zijn ogen de beste die de groep opnam. Wonderbaarlijk als je bedenkt dat er nog zes lp’s zouden volgen waaronder Fredløs, de lp die ik in mijn hoofd had als meesterwerk. Bing: “Laat ik kort iets vertellen over de lp’s die volgden en waarom ik Fredløs vind behoren tot ons beste werk, maar niet zo bijzonder als de Kjempene lp.
Onze derde plaat was Vardøger. We dachten in die tijd dat we een echt meesterwerk gemaakt hadden, maar als ik eerlijk ben is dat achteraf gezien niet helemaal het geval. De lp heeft een aantal prachtige nummers, maar we hadden iemand anders aan de bas en dat is de lp niet ten goede gekomen. Na deze lp verliet zangeres Lisa de band en om het drama compleet te maken vertrok ook Trond Villa. We moesten dus zoeken naar een nieuwe zangeres, dat werd Jenn Mortensen en violist, dat werd Øyvind Rauset. De lp die volgde was Olav Liljekrans, wat uitdraaide op een regelrechte ramp. Het idee was leuk, een concept lp rondom middeleeuwse liederen. Maar met twee nieuwe muzikanten, een vermoeide drummer en bassist en een waardeloze producer was de lp gedoemd te mislukken. Het is onze slechtste lp, maar vreemd genoeg is het titellied wel een van ons meest bekende liederen geworden.
We revancheerden ons met Fredløs, de beste lp in de nieuwe line-up. Nieuwe bassist, nieuwe producer en vooral goed materiaal. Voor het eerst namen we een aantal niet traditionele stukken op, ik denk dat we dat beter nog niet hadden kunnen doen, daar waren we nog niet helemaal klaar voor. Maar desalniettemin, een sterke lp. De personeelswisselingen bleven maar door gaan en twee muzikanten gingen ook in new wave groepen spelen. Wat nog volgt is de lp Landet ditt, een onevenwichtige lp met een synthesizer speler die een te grote stempel op het geluid heeft gedrukt. Weer een nieuwe drummer en bassist, de oude vertrokken naar een new wave band. De laatste studio lp was Sorte messe, onze enige lp zonder violist, meer rock en minder folk. Vooral door mij zelf geschreven materiaal, een aardige lp maar heel anders dan de eerdere folk platen.
De laatste lp was een opname van een concert uit 1984 met een aantal oude muzikanten terug bij de band. Eerlijk gezegd wisten we niet dat het concert was opgenomen totdat we hoorden dat de platenmaatschappij het wilde gaan uitgeven. Rond die tijd bloedde de groep langzaam dood. De interesse voor folkrock was verdwenen en ieder ging zijn eigen weg. Ik zelf werk nu als curator bij het Noors volkenkundig museum, anderen werden leraar, verpleegkundige of gingen op en boerderij werken. We hebben in 2004 nog een reünie concert gegeven dat bijzonder goed werd bezocht en naar aanleiding van ons 20-jarig jubileum in 1993 zijn zelfs enkele lp’s op cd uitgegeven. En eigenlijk is dat het, we traden niet veel op, verdienden nooit veel geld en waren ook niet wereldberoemd. Na ons reünie optreden in 2004 sprak men over een soort legendarische status, maar of er folkmuzikanten rondlopen die door ons zijn beïnvloed, ik vraag het me af.”
Discografie lp’s en cd’s:
1974 Folque (Pan records pacd 011)
1975 Kjempene på Dovrefjell (Pan records pacd 015)
1977 Vardøger (Pan records pacd 016)
1980 Fredlos (LP Mai 8001)
1998 cd Stormkast (Briskeby by 11)
Compilatie van Landet ditt, Sorte messe en de live lp Dans, dans …
De mastertape van Fredløs is helaas spoorloos verdwenen.
Op http://www.folque.net/fredlos2.htm kunt u 9 tracks van de lp gratis downloaden! Rechts onderaan de pagina ziet u staan: ‘MP3-filer til fri nedlasting!’. Als u daar op klikt wijst de rest zich vanzelf.
Folque versus BZN Groot was mijn verbazing toen ik de lp Landet ditt voor het eerst beluisterde. Op deze lp staat het nummer Heks en dat had wel een heel bekende melodie. Het bleek een Noorse vertaling van de BZN hit Rocking the trolls. Ik kan het niet nalaten Morten Bing even te vragen hoe dat precies zit. Bing: “Tja, laat ik het maar eerlijk zeggen, dat nummer was niet helemaal onze keus. We werden door de platenmaatschappij gedwongen het op te nemen met de voorspelling dat het een grote hit zou worden. Grappig genoeg werd het zo een beetje het enige lied van die lp dat nooit op de radio te horen is geweest.” |
Dit Meesterwerk is geschreven door Eelco Schilder en verscheen eerder in New Folk Sounds 113, okt/nov 2007