Joycesong
(Overture 53)
Vijfendertig jaar na zijn laatste elpee Irish Folksongs vol 2 keerde Fan O’Rourke terug op geluidsdrager. Op 17 maart 2015, St. Patricks Day, werd een concert van O’Rourke met gitarist John Feeley opgenomen tijdens een voorstelling in Musée de la Chapelle de la Visitation in Monaco. Op het programma negen songs met een link naar James Joyce.
O’Rourke onderzocht vanuit zijn professie de werken van Joyce en besloot de muzikale referenties te bundelen in voorstellingen. Het boekwerkje bij de cd informeert uitgebreid daarover en is zorgvuldig gedocumenteerd, zonder dat het onleesbaar wordt.
John Feeley, een wereldwijd gewaardeerd klassiek gitarist, begeleidt hem daarbij op klassiek gitaar. Feeley weet dat zeer boeiend, met rijke variatie te doen. De wederkerende arpeggio’s linken hem aan een klassieke scholing, doch de knappe harmonieën doen niet onder voor de meer folky benadering in bijvoorbeeld de DADGAD stemming. Hij weet een even grote klankrijkheid te bereiken.
De stem van Fran O’Rourke doet je smelten: helder, toch warm, uiterst zuiver, krachtig, maar ook omfloerst. Overtuigend, en met dat vleugje Iers accent. Hij brengt gekende songs als Eamonn an Chnoic, Lass of Aughrim, uiteraard Last rose of summer, Salley gardens en Siuil a run naast een handvol minder gekende liederen. Drie instrumentalen – een eigen compositie van Feeley en twee O’Carolans, waarbij Carolan’s Farewell wordt gespeeld op de gerestaureerde gitaar van Joyce – vullen het programma van deze voortreffelijke cd aan.
Casad na n-Amran (Turning the song)
(eigen beheer)
Waar O’Rourke voorheen opvallend vaak Engelstalige songs liet horen met daartussen een enkel lied in het Gaelic, is Casad na n-Amran geheel gevuld met Ierse liederen. Slechts een weergaloze stem en verfraaid gitaarspel, en meer heb je niet nodig om een allerbeste cd te produceren. De opnamen klinken helder, transparant met een lichte, natuurlijke galm op gitaar en stem, alsof het in een kerk in opgenomen. Het draagt bij aan het uiterst rustgevende karakter van de cd.
De ballads – merendeels langzame, maar afgewisseld met toch enkelen met voldoende tempo – brengen je in een haast transcendente stemming. Niets voor in de kroeg, maar thuis van genieten met een goed glas whiskey en de warme haard. Laat muziek en stem diep tot je doordringen en je bent verkocht.
De cd opent met een ‘gekuiste versie’ van The women of Ireland en sluit af met de onaangepaste versie. Het hoe en waarom lees je in het 32 pagina’s tellende boekje. Meest indrukwekkende song voor mij is Casadh an tSugain (Twisting the rope), een van de allermooiste Gaelic ballades, door velen gecoverd, maar O’Rourke baseert zich op de versie van Micheal O Domhnaill (Skara Brea, Bothy band) en doet dat zeer overtuigend. Het patriottistische Eamonn an Chnoic (Ned of the hills) is kennelijk een favoriet van de zanger, daar hij het al enkele malen eerder opnamen.
Overbekende ballads als Jimmy mo Mhile stor en Cailin deas Cruite na mBo (Pretty maid milking her cow) krijgen van het duo een frisse, beklijvende versie. Anderzijds rapen ze relatief onbekende liederen op, zoals An dochtuir Sean O hAirt (Dr John Hart) gecomponeerd door O’Carolan, die behalve vele tunes dus ook enkele liederen schreef.
De gedocumenteerde informatie over herkomst en thematiek leert je de context van de songs kennen, waardoor (eeuwen)oude songs levendig worden. Overtuigend gezongen en gespeeld in het hier en nu, zonder sentiment, maar wel vanuit het hart en met respect voor het verleden.