Sjoerd Bin bezoekt sedert enige jaren de Vlaamse Westhoek en raakte daardoor onvermijdelijk geïntrigeerd door de Grote Oorlog. Zozeer, dat hij zijn liedschrijverschap inzette om zijn gevoelens onder woorden te brengen. Als geboren Zeeuw staat hij tamelijk dicht bij het onderwerp: de provincie kreeg meer dan gemiddeld te maken met de oorlog die bij de zuiderburen ontvlamde. Dit alles komt samen in het cd-project dat Sjoerd in samenwerking met zijn broer Floris startte en waarvan komende zomer het resultaat beschikbaar moet zijn.
Hoe ben je op het onderwerp Eerste Wereldoorlog terechtgekomen?
Een vriend van mij is geschiedenisleraar. Hij nam mij mee naar de velden rond Ieper. De omgeving ademt naar mijn gevoel nog de sfeer uit van die tijd. Er zijn veel monumenten door heel het landschap en er komt nog steeds heel veel munitie en allerlei ander spul naar boven uit de Grote Oorlog. De oorlog zit dus nog letterlijk in de grond. Dit alles bij elkaar maakt het landschap tot een inspiratievolle omgeving. Na de eerste keer dat ik er was geweest, schreef ik er een liedje over. Ik begon er over te lezen en me er in te verdiepen. Zo kwam het dat ik op een mooi verhaal stuitte over de gebroeders van Raemdonck, die symbool zijn voor broederliefde. Hier heb ik ook nog een liedje over geschreven. Langzaam aan groeide het idee om een heel album over dit onderwerp te schrijven. Ondertussen bleef ik Ieper bezoeken.
Hoe sterk heeft Zeeland de Eerste Wereldoorlog meegekregen?
Zeeland heeft de Eerste Wereldoorlog heel sterk mee gekregen denk ik. Als alle landen om je heen in oorlog zijn, lijkt het me ook sterk dat je er weinig van mee krijgt. Hoewel dat idee volgens mij toch wel heerst bij veel Nederlanders. Een reactie die ik vaak hoor is ‘Maar Nederland was toch neutraal?’.
Zeeland moest 50.000 Belgische vluchtelingen herbergen, plus een stroom verwerken van 450.000 vluchtelingen die elders in het land terechtkwamen. Er hebben daarnaast verschillende bombardementen plaatsgevonden, niet zelden van geallieerde kant, en ongelukken met mijnen. In 1914 besloten de Duitsers een grensversperring op te werpen tussen België en Nederland. Een ijzeren draad van honderden kilometers werd geplaatst, soms dwars door grensdorpen heen. Kinderen konden niet meer naar hun school en boeren moesten uren omrijden om bij hun land te komen. Daarnaast werd op deze draad naar verluid 2000 volt gezet. Daarom kreeg het de naam ‘den elektrieken draad’ of ‘den dodendraad’. Veel mensen waren nog niet bekend met elektriciteit en onderschatten daarom het gevaar. Tussen België en Zeeuws-Vlaanderen bestond een uitgebreid smokkelverkeer. Dit had meer dan duizend slachtoffers tot gevolg.
Ik merk dat ik het erg tof vind om te zingen over iets wat er in mijn eigen omgeving is gebeurd. Dat voelt heel ‘eigen’.
Waar haal je de inspiratie voor de liedjes vandaan?
De inspiratie voor de liedjes komt uit dagboeken en van getuigenissen. Het is niet zo dat ik van tevoren een onderwerp verzin. Ik heb me heel erg verdiept in de Eerste Wereldoorlog en vooral veel dagboeken en brieven gelezen. Ook ben ik via vrienden in aanraking gekomen met verschillende verhalen. Ik kwam af en toe verhalen tegen waar ik veel inspiratie uit kon halen. Dat werden dan liedjes.
Waar ik de inspiratie uithaal voor de muziek weet ik niet zo goed, maar op de een of andere manier valt het heel goed samen met de teksten. Dat gaat vanzelf. Ik denk eigenlijk dat het komt door de sfeer die in de verhalen en in het landschap zit. Mijn broer helpt veel mee met het schrijven van de muziek. We maken al vele jaren samen muziek. Zijn toevoeging geeft altijd weer een extra dimensie, omdat hij vanuit een ander perspectief naar de muziek kijkt. Daarom zit er een mooie diversiteit in, denk ik.
Hoe moeilijk was het om de financiën voor het cd-project rond te krijgen?
We startten een crowdfunding project, wat nogal langzaam op gang kwam. Ik merkte wel dat veel mensen het wilden steunen met een bijdrage, maar er lang mee wachtten. Dat zou ik zelf ook hebben. Ik zou het weer even vergeten. Toen ik het meer begon te promoten en het in veel bladen en kranten in Zeeland had gestaan, kwamen de bijdragen wel op gang. We hebben er een mooi bedrag mee opgehaald, maar niet genoeg. Dat resterende geld zijn we nu op een andere manier bij elkaar aan het sprokkelen.
Waar en hoe ga je het project op het podium brengen?
We zijn nu nog volop bezig met het album. Maandag 3 maart gaan we de studio in. Daarna gaan we kijken waar we gaan optreden. Een paar albumrelease-shows zullen in ieder geval in Zeeland plaats vinden en hopelijk in Brabant, waar ik nu woon.
We hebben, schat ik in, een ‘luister’ publiek. Daarom denk ik dat we vooral te vinden zijn op meer culturele plekken en minder bij cluboptredens. Hoewel dat ook heel tof kan zijn.
De instrumenten die we gebruiken zijn banjo, gitaar, cello en harmonium. Dit zal hopelijk live ook zoveel mogelijk gebeuren.
Wat zijn de reacties tot nu toe?
De reacties zijn lovend en stimulerend. Veel mensen vinden het onderwerp bijzonder en de liedjes erg mooi. Ook veel verbazing wanneer we over Zeeland zingen: ‘Dat wist ik helemaal niet!’. We brengen dus een stuk vergeten geschiedenis weer tot leven. In die zin hebben we iets nieuws en unieks, dat is erg tof.
De cd gaat deze zomer verschijnen. De zomer? Ja, de zomer. Dat heeft natuurlijk te maken met de periode waarin de Eerste Wereldoorlog uitbrak. Een exacte datum wordt binnenkort bekend gemaakt op www.gebroedersbin.nl . Op de website zijn wel al een aantal liedjes te luisteren van conceptopnames.
De plek waar de muzikanten staan op de foto is die waar tijdens het kerstbestand van 1914 een partijtje voetbal is gespeeld met de duitse soldaten. Het verbaast mij dat daar met geen woord over gerept wordt. E.e.a. is uitvoerig beschreven en gedocumenteerd in :
http://www.kunstgeografie.nl/wo1voetbal/wov.locatie.htm
mvg.
Nico hemelaar