Guy Béart is terug

De Franse chansonhistoricus, Betrand Dicale, schreef in 2016 een Dictionnaire amoureux de la Chanson française (uitgeverij Plon). Bij ‘Béart, Guy’ opent hij met “On le sait, la postérité est injuste” en hij vervolgt met “wie had kunnen denken dat Guy Béart al bij leven zou zijn vergeten, hij die troonde op de Olympos van het chanson?”

Béart was inderdaad een van de groten van het chanson in de jaren ’50 en ’60. Ook hij behoorde tot de ontdekkingen van Jacques Canetti die sprak over de 3 B’s: Brassens, Brel en Béart. De zanger die in 2015 op straat dood viel, laat een bijzonder mooi oeuvre na. Het was Charles Aznavour die aan Béarts dochter, Emmanuelle, vroeg om die nalatenschap niet te laten verloren gaan. Samen met haar halfzus Ève zijn ze in het oeuvre gaan pluizen.
Béart, die zijn eigen uitgever was, had alles bewaard. Aan verschillende zangers en zangeressen hebben ze gevraagd een nummer van hun vader op hun eigen manier te zingen. Dat resulteerde in een hommage-cd (ook op vinyl) De Béart à Béart(s). Hij bevat zowel klassiekers van Béart, als minder bekende chansons. De nog jonge Pomme brengt, op een innemende manier, het vrij onbekende nummer Ceux qui s’aiment. Vincent Delerm brengt een originele vertolking van Bal chez temporel. Het minder bekende C’est après que ça se passe wordt speels gezongen door Carla Bruni.
Andere vertolkers zijn onder meer Angélique Kidjo, Ismaêl Lô, Maxime Le Forestier, Alain Souchon, Catherine Ringer. Aznavour zou het bekende Il n’y a plus d’après ingezongen hebben, maar enkele dagen voor de opname is hij gestorven. Het lied wordt nu gezongen door de jonge succesvolle zanger Vianney. Emmanuelle Béart zelf zingt ook enkele nummers. Plus jamais zingt ze solo. Samen met Julien Clerc zingt ze het duet Frantz dat Guy samen met Marie Laforêt zong. Het lied heeft hetzelfde thema als het volkslied Den Boemlala dat we kennen van De Kadullen.
Natuurlijk mocht L’eau vive, misschien wel het bekendste lied van Béart, niet ontbreken? Het wordt hier wat zoeterig gezongen door Yaël Naïm en Emmanuelle samen. Het openingsnummer Qu’on est bien, een chanson dat tot het Franse erfgoed is gaan behoren, zingt ze in duet met Thomas Dutronc. Maar waarom werd de tekst gewijzigd? Mag in deze lgbt-tijd niet meer over hetero-liefde gezongen worden? In het refrein wordt ‘une personne du sexe opposé’ ‘une personne du genre qui nous va’ en ook nog ‘du sexe désiré’. Waarom dit gepruts aan een lied uit 1957, temeer daar die genderneutraliteit niet is volgehouden in de strofen van het lied?
Ook Guy Béart zelf is eventjes te horen met flarden van Qui suis-je? in de vertolking van rapper Akhenaton die er Qui sommes-nousvan maakte. Eén nummer, het laatste op de cd, lijkt me echt een miskleun. Wat de ondertussen overleden Christophe maakt van het bijzonder tedere liefdeslied Vous kan me niet bekoren. De enerverende beat lijkt wel een vloek op het origineel. Voor mijn part kan je de cd afzetten vooraleer de twintigste track begint te lopen.

Voor wie het wil houden bij de originele versies van de chansons is er ook goed nieuws. In september verschijnt een ‘Intégrale’ van 20 cd’s met daarbij een boekje van 48 pagina’s.

 

 

En wie zich wat meer wil verdiepen in Béarts oeuvre kan het boekje lezen dat einde vorig jaar verscheen. Guy Béart, révolutionnaire ou prophète? van chansoncriticus Michel Trihoreau. Hij plaatst meerdere chansons van Béart tegen de achtergrond van de Franse politiek sinds mei ’68, zeg maar van Charles de Gaulle tot Macron. Het boek is uitgegeven bij Éditions Le bord de l’eau.

Scroll naar boven