… en doorploegt moedig en zeewaardig de woelige coronagolven. Het was deze zomer niet simpel deze beloftevolle bende te strikken voor een face-to-face interview. Toch is het ons gelukt! Nadat een eerste concert op Zilleghem Folk Zomercafé, voorzien op 16 juli, in extremis geannuleerd moest worden omwille van een tijdelijke quarantainemaatregel voor één van de muzikanten, bood deze organisatie hen een herkansing op 28 augustus. De organisatie in kwestie had zich nauwelijks een meer wervelende extra afsluiter kunnen dromen.
Het uitgelezen moment voor het inblikken van een pittige tafelbabbel met Hilke Bauweraerts (diatonisch accordeon en zang), Marieke Van Ransbeeck (vlaamse doedelzak en barokmusette), Malicorne Buysse (viool en cello), Thomas Hoste (electro-akoestische altdraailier) en Zjef Van Steenbergen (elektrische basgitaar).
Er was het beloftevolle Aidreann. En toen werd een even veelbelovende nieuwe telg geboren.
Net iets teveel muzikanten- wissels deed de groep eind 2019 besluiten om niet langer onder de vlag van Aidreann verder te varen. Nieuwe groepsleden leveren ook nieuwe ideeën en muziek aan.
“Met dat gegeven hebben we eigenlijk een nieuwe band gevormd”, zegt Hilke Bauweraerts, die mee aan de wieg stond van Aidreann. “Natuurlijk willen we de melodieën en de arrangementen niet zomaar teloor laten gaan. We willen bewust het culturele erfgoed van Aidreann regelmatig blijven spelen. Het is trouwens fijn om nog even de oorspronkelijke bezetting te vermelden met Lode Bucsan op draailier en Koen Poppe op bas. Lode had een meer traditionele invloed, Koen zorgde vaak voor een stevige rockbasis. Op altviool was er Anneleen Brabants, een meester in het begeleiden met pizzicato’s en ritme. En dan Debbie Lambregts, een fantastische doedelzakspeelster en componiste die ook heerlijke tweede & derde stemmen uitwerkte. Al deze muzikanten hebben meegeschreven aan de cd en zijn nog steeds een belangrijke inspiratiebron voor ons.“
Een nieuwe bezetting krijgt een nieuwe naam: Hidrae
“Er zijn veel namen op tafel gekomen en het was niet gemakkelijk om tot een consensus te komen”, stelt Hilke. “We hebben veel opgezocht en ons vooral gefocust op wat mooi klonk. “Belangrijk was dat de naam ook goed bekt in verschillende talen”, vult Thomas aan. “Eerst was er de cd-titel, gesuggereerd door onze grafisch designer Maarten Marchau (Maarten speelt ook samen met Thomas in mOthA & “De Manen Opzij”). Het ontwerp met de machinekamer en tandwielen lag al langer vast. Hij maakte de associatie met een stomende machine: Hydraulic was geboren. Uiteindelijk is de groepsnaam daarvan afgeleid. “
Waaruit de associatie met ‘stomend’ moet blijken
“Krachtige melodieën met uitgepuurde harmonie, ritme en variatie vinden we heel belangrijk”, aldus Hilke. “Net als een goed draaiende machine met talloze onderdeeltjes die samenwerken om tot een eenduidig geheel te komen. We ontwikkelen op het podium een stomende energie met een groovy “fond” vanuit de jazzy basbegeleiding van Zjef en stellen een absolute prioriteit voor 100% speelplezier”, vult Thomas aan. “Ruimte voor solistische uitstapjes en improvisaties is er zeker, al proberen we ons meestal aan het arrangement te houden. Maar gaat er ongewild iets “anders dan gepland”, dan is ons codewoord met enige hilariteit “jazz”.
Ze hebben nu zelfs een arrangement waarin effectief ‘jam’ staat, één van de favorieten van bassist Zjef.
“In ons nagelnieuw, pas de avond voor dit concert ingespeelde nummer, Plage de l’amitié, zit er opvallend meer vrijheid en zowaar zelfs een chaosmomentje”, besluit Thomas. (In hun bisnummer heeft het publiek daar trouwens volop van mogen meegenieten, nvdr)
Verschillende achtergronden leveren verschillende inspiratiebronnen op.
Iedereen brengt nieuwe nummers aan en samen gaan ze ermee aan de slag. Bovenvermelde Plage de l’amitié is van de hand van Hilke en arrangeerden ze pas gisterenavond. Marieke schreef er op dit moment eentje, de Kadril van Aalst. “Dat had ik gelinkt aan het project van Muziekmozaïek ‘Kom uit je kot’, rond het maken van composities. Het is mijn plan om een aantal polska’s in ons repertoire te stoppen”, voert ze aan.
Ook Malicorne mengt zich in de debatten.
“We hebben wel een andere muzikale kleur door de musette van Marieke die erbij komt, dat is een verademing en vult veel op.”
“In de muziek die we brengen is het juist leuk om al onze verschillende invloeden erin te steken”, vervolgt Hilke. “Dat maakt het rijker en diverser.”
Op de vraag of ze zich vooral richten naar een dans- dan wel een luisterpubliek repliceert Hilke. “Op beiden, want we hebben zoveel in de muziek gestoken dat het echt wel fijn is om te kunnen spelen voor een ‘stil’ publiek, zodat er echt goed geluisterd kan worden. Maar we willen natuurlijk ook ten dans spelen! Dan letten we er sterk op dat onze ritmes niet te ver weg gaan en we goed dansbaar blijven spelen.”
Thomas beaamt dit: “Onze arrangementen zijn interessant genoeg als luisterconcert en die gaan soms wat verloren als je voor een danspubliek speelt. Een luisterpubliek pikt dat gemakkelijker op.”
Op de vraag of we kunnen spreken van Vlaamse folk stelt Thomas een wedervraag. “Wat is Vlaamse folk? Het Vlaamse zal er zeker een beetje inzitten, maar is te eng om onze muziek te omschrijven.”
“Er steken zeker ook Franse invloeden in, bijvoorbeeld vanuit de bourdons”, vult Hilke aan. “Het is vooral belangrijk dat het goed groovet, wat we schrijven en spelen moet goed voelen en het moet energie geven of juist kunnen raken. We leerden bijna allemaal grotendeels “de stiel” op bijvoorbeeld de stages in Gooik, maar evengoed op buitenlandse stages.”
Zo ging Malicorne meer in de leer bij Franse violisten. Zij is er vrij recent bijgekomen na het vertrek van Anneleen. “Thomas contacteerde me, we kennen elkaar al heel lang, en ik vond het voorstel heel fijn. Ik deed daarvoor al een aantal projecten, maar dit is iets waar ik me in thuis voel. Initieel werd ik gevraagd om de cd mee te ondersteunen, maar achteraf bleek het heel goed te klikken en toen Marieke erbij kwam viel het precies allemaal op zijn plaats. Ik was heel blij dat ik een mogelijkheid zag om – los van de cd – verder mee te spelen in deze groep. Ik ben fier om met zo’n professionele muzikanten te mogen samenspelen. Ik ben altijd op zoek naar muzikanten die me naar boven kunnen stuwen, waar ik me kan aan optrekken. Het is niet altijd gemakkelijk om zo’n groep te vinden, waarbij het dan ook nog eens vriendschappelijk klikt. “
Marieke van haar kant kreeg veel Scandinavische input vanuit haar studies. Thomas contacteerde haar een jaar geleden om in te vallen voor een concert, waarop Hilke haar in januari vroeg om er gewoon bij te komen.
“Ik ben heel tevreden dat ik toen ‘ja’ gezegd heb”, zegt Marieke. “Voor mij kwam het goed uit omdat ik juist twee jaar was weggeweest (naar Zweden, nvdr). Ik heb wel projecten met muzikanten van buitenaf, maar wat na mijn studies? Ik vind het super om zo terug in de Belgische folkscene te rollen en in tijden van corona vind ik het ook goed om een band te hebben met allemaal leden van hier, waarmee ik nu samen kan repeteren.”
Zjef is al helemaal een buitenbeentje in de folk en heeft een duidelijke jazz-achtergrond. Hij is als interim-bassist bij Elanor (een andere band van Thomas) in de folk gerold en hij speelt ondertussen ook vast bij Broes.
“Doordat er geen drummer in onze bezetting is kan ik echt op die groove inzetten”, verduidelijk Zjef. “Ik kan daar wel een beetje vrij in gaan, en dat jazzy er af en toe in brengen… Als jullie het te veel vinden moeten jullie het op tijd zeggen”, stelt hij naar de andere groepsleden toe. Voor de anderen kan het evenwel niet genoeg zijn.
En steekt er een toekomst in het vocale aspect?
“Zang is eerder een aanvullende klankkleur”, verduidelijkt Hilke. “Het is niet zo dat met de zang een verhaal wordt vertelt, het is eerder een soort improvisatie van het moment, iets wat verfrissend werkt.”
Een woordje over hun idolen
Thomas’ voorliefde gaat uit naar Isabelle Pignol van Dédale, daarom niet in de manier waarop hij bij Hidrae speelt. “Verder probeer ik de groovy stijl van Gregory Jolivet erbij te steken, dat past in onze muziek, en de subtiliteit van Gilles Chabenat. Mijn recentste draailieridool is Tobie Miller, een “master” op de Barokdraailier.”
“Ik heb de laatste twee jaar vooral met andere instrumentalisten samengespeeld”, stelt Marieke. ” Ellika Frisell, een violiste uit Stockholm, leerde me onder andere heel veel bij over timing en zaken waar je als doedelzakspeler te weinig over nadenkt. Verder is Kathryn Tickell nog altijd mijn idool, op een zacht instrumentje: Northumbrian smallpipes. Dat gaat zo een beetje naar de musette en het groovet. Dus twee vrouwen met veel power.”
Malicorne kijkt dan weer in de richting van Frankrijk. “Vioolgericht hou ik van de ruwere ‘vuilere’ Franse stijl, vooral uit de Auvergne. Die heeft me wellicht het meest gevormd tijdens stages, maar ik wil mij daar niet tot beperken. Sowieso staat Jean-François Vrod bovenaan mijn lijstje en hier in België natuurlijk Luc Pilartz. Ze hebben me heel veel bijgebracht qua puurheid, versieringen & juistheid van spelen en ze stralen een stevige energie uit.“
Verder houdt ze, los van de viool, enorm veel van de Occitaanse muziek.
Hilke speelde reeds andere instrumenten voor ze met diatonisch accordeon begon en is in eerste instantie autodidact op haar instrument.
“Ik heb een goed gehoor, dus ik wist onmiddellijk op welke knop welke noot thuishoort. Door zelf melodietjes te schrijven heb ik deels mijn eigen stijl ontwikkeld, om vervolgens, bijvoorbeeld op de stages in Gooik, te merken dat ik anders speelde dan de ’traditionele’ spelers. Er zijn twee spelers waar ik enorm naar opkijk: Simone Bottasso en Aurélien Claranbaux. Simone’s kracht, energie en virtuositeit zijn enorm. Aurélien Claranbaux zijn stijl vind ik prachtig. Zij inspireren me en houden zeker de liefde voor het instrument gaande.”
Het buitenbeentje is uiteraard Zjef.
“Ik kom recht uit de jazz en bij mij wisselen de idolen in periodes. Het Bill Evans Trio heb ik veel beluisterd, Avishai Cohen heb ik een periode gevolgd, nu zit ik in mijn Chick Corea Trio fase. Een bassist die voor mij altijd terugkomt is Christian McBride: als die een noot speelt voel je dat door heel je lichaam. Ik kan niet spelen zonder die jazzinvloed en ik hou ook enorm van het vrijere. Ik leg niet vaak baslijnen vast, ik hou het liever wat open, dan kun je op het moment zelf kiezen en voelen waar het naartoe gaat.”
Wat er nog te vertellen valt over de cd ‘Hydraulic’
In alle bescheidenheid pakt Zjef meteen uit: “Het is zeker een aanrader om te kopen”.
Thomas is iets nuchterder. “Het proces heeft langer geduurd dan we gepland hadden, maar we zijn heel tevreden over het resultaat. We werkten met een crowdfunding om een deel van de initiële kosten te dekken. We vonden het heel belangrijk om de sponsors een product af te leveren waarmee ze écht tevreden zouden zijn. Dat voelt nog anders dan wanneer je gewoon je cd verkoopt, je voelt je extra verantwoordelijk.”
“We hebben ook grotendeels het proces, zoals editing & mixing, zelf in handen genomen, dankzij het geduld & de kennis van Peter Van Wonterghem van Studio Ultreya”, vult Hilke aan.
Thomas repliceert: “We hebben veel bijgeleerd over de technische kant en we konden het ook zelf sturen, zodat het echt ons ding werd. Maar er kruipt heel wat meer tijd in.”
De ambities?
Kort en krachtig weerklinkt opnieuw een statement van Zjef : “Veel spelen!”.
Thomas beaamt dit. “De ambitie is zeker aanwezig bij iedereen om er veel tijd en energie in te steken. Het is ook tof om te doen en helemaal geen opgave.”
“We komen heel goed overeen en die groepsdynamiek staat centraal om samen te kunnen werken”, vult Hilke aan. “We hebben een eenduidige visie: zoveel mogelijk spelen en onze naam bekendheid geven, ook in het buitenland”.
Thomas en Zjef, unisono : “Nog eens in Zwitserland!”
Hilke verduidelijkt dat het eerste optreden met Zjef en Thomas erbij, kaderde in een toerneetje in Zwitserland. “In het buitenland spelen is altijd fijn, je wordt altijd heel gastvrij ontvangen, leert nieuwe mensen kennen en dat maakt de ervaring als muzikant enkel maar rijker.”
“Nu heeft dat allemaal niet veel zin”, herneemt Thomas. “Bijna niemand organiseert iets, buiten een paar heel lovende initiatiefnemers zoals hier op Zilleghem Folk Zomercafé, Dranouter, ’t Smiske en ‘t Ey. Rondtoeren heeft nu geen zin gezien iedereen zijn staart intrekt door corona.”
Momenteel verbreden ze hun draagvlak vooral vanuit het eigen actief netwerken, maar er wordt ook gedacht aan een management.
“We hebben zelf veel contacten binnen de folk, onder andere door in veel andere groepen te spelen, maar deze wereld professionaliseert zich en je hebt dus ook het andere luik nodig. Bepaalde podia & festivals zijn nu eenmaal moeilijker bereikbaar zonder management”, zegt Thomas.
Marieke neemt ook op dat vlak haar ervaring uit Scandinavië mee.: “Ik heb een aantal organisatoren leren kennen en gezien hoe dat ginder in elkaar zit. Ik zou het tof vinden om dat door te trekken naar deze groep toe.”
“Dus in Scandinavië kunnen we ook wel eens een toerke doen”, klinkt het enthousiast.
Links:
- hidrae.be
- com/hidraemusic
- com/hidrae_/