Intégrale JACQUES BREL et ses interprètes 1953-1962

Vijfenveertig jaar geleden, op 9 oktober 1978, is Jacques Brel gestorven. Zijn oeuvre bleef die hele tijd leven en dat zal nog wel een tijd zo doorgaan. Ook commercieel blijkt hij nog waardevol, want nog steeds verschijnen nieuwe uitgaven van zijn chansons. De Franse cd-uitgever Frémeaux & Associés bracht zopas een ‘intégrale’ uit, die het werk uit de eerste helft van zijn carrière bevat. Het is een koffer met zes cd’s.

De eerste drie bevatten de originele opnames vanaf zijn vroegste nummers Il y a en La foire tot Rosa. Op de vierde cd horen we ook nog Brel maar dan met 15 live versies en 4 chansons die hij in het Nederlands heeft opgenomen. Dat zijn ze niet allemaal, niet echt een integrale dus. Ontbrekende nummers zijn Rosa, De nuttelozen van de nacht, Mijn vlakke land en De burgerij. Wel weergegeven zijn De apen en Men vergeet niets, de eerste Nederlandstalige nummers die Brel ooit zong. Hierop volgt een kerstplaatje dat hij voor het blad Marie-Claire heeft opgenomen: Un soir à Betléem – La nativité selon Saint-Luc. Brel leest hier letterlijk voor uit het evangelie.

Deze opnames werden niet weerhouden op de verschillende ‘intégrales’ die door Universal zijn uitgebracht. Het belangrijkste aan deze uitgave van Frémeaux & Associés zijn de cd’s 5 en 6 die 45 nummers bevatten, gezongen door zijn vertolkers uit die tijd. Uit 1954 hoor je Ça va “Le diable” door Juliette Gréco en uit 1962 onder meer Bruxelles, gezongen door Frida Boccara. Er zijn 22 verschillende vertolkers en vooral vertolksters te horen. De namen variëren van overbekende artiesten zoals Yves Montand (Voir) en Jean-Claude Pascal (On n’oublie rien) tot Barbara van wie we de ganse 25cm elpee is overgenomen met 9 liederen van Brel die ze in 1961 heeft opgenomen.

Wat opvalt bij Ne me quitte pas, dat viermaal terugkomt, is dat vrouwelijke vertolkers er een niet erg geslaagde vrouwelijke toets aan geven door ’tu seras reine’ te veranderen in ‘je serais reine’. In de versie van Barbara vervangt ze de – mijns inziens verfoeilijke – zin ‘(Laisse moi devenir … l’ombre de ton chien’) door ‘je ne dirai plus rien’.

Meerdere vrouwelijke Brel-vertolksters waren mij tot nog toe onbekend. Namen als Maria Léa, Jacqueline Néro, Colette Chevrot, Arabelle zegden mij niet veel. Toch zijn er heel wat vertolkingen best wel geslaagd. Het meest ben ik verrast door de vertolkingen van Denise Benoit die vier nummers ten beste geeft. Van La dame patronnesse, een van de weinige Brel-nummers met spottende humor, brengt zij een leuke cabareteske versie. En van L’air de la bêtise, waarvan de melodie naar ‘De Barbier van Sevilla’ van Rossini verwijst, maakt zij een hilarisch opera-nummer.

Zal er over vijf jaar een vervolg uitkomen van deze uitgave die dan de periode 1963-1977 zal omvatten? Dat zou best kunnen.

Scroll naar boven