(Buda Musique 860389)
Maar liefst drie cd’s telt dit product van dwarsfluit en kaval (of ney) spelende Isabelle Courroy. Cd 1, Le souffle onirique des flutes kavals, bevat originele composities van Courroy, die wel gelieerd zijn aan de traditionele muziek uit de Oost Mediterrane, Arabische en zelfs Hindiwereld. Courroy speelt naast kaval ook op de (westerse) dwarsfluit en krijgt ondersteuning van een handvol gastmusici op diverse authentieke percussie-instrumenten, maar ook onder meer lyra, saz, setar, santuri, gitaar, accordeon en klarinet.
Op Le chant des sources, de tweede cd, bewerkt Courroy traditioneel materiaal uit Armenië, Bulgarije, Griekenland en Turkije. De nummers worden deels uitgevoerd met het zelfde instrumentarium, aangevuld met instrumenten als viool, viola de gamba en uiteraard zang. Die wordt verzorgd door diverse uitstekende gastvocalisten, elk met de kenmerkende technieken uit de landen waaruit deze gastzangers voortkomen. Dat maakt het geheel authentiek en geloofwaardig. Van een lied als het Bulgaarse Bavna melodiya krijg je kippenvel. Daar tegenover staat M’exeis berdemeno, m’exeis, een tien minuten durende eruptie van emoties, waarbij de sterk vervormde elektrische gitaar voor een aangrijpend, onheilspellend sfeertje zorgt.
Cd 3, Un éloge de l’oblique, herbergt toebedeelde composities van Michel Moglia, Zad Moultaka, François Wong en improvisaties. Deze schijf is het meest experimenteel. Desondanks staan er goed beluisterbare melodieën op, zoals La vibrance de l ómbre, een samenspel van kaval en elektronica. Het is ook het album waarop de kaval centraal staat, soms zelfs solo of met overdubs.
Drie albums is wellicht wat veel, vooral een lange zit, maar Courroy heeft wel een indrukwekkend document neergelegd met knappe uitvoeringen.
