(EM-JM 06)
Een cd met slechts fluiten als instrumenten. Is dat niet eentonig? Jean Michel Veillon en Jean Mathias Petri bewijzen het tegendeel. Petri op metalen dwarsfluiten, variërend van piccolo tot octobas, is geschoold in de klassieke muziek, jazz en geïmproviseerde muziek. Veillon is meesterfluitist in de Bretonse en Keltische folkmuziek. Beiden verkennen ze op Disul muzikale grenzen.
Traditionele folk, zoals opener Bolom – al is dat een eigen compositie van Veillon – tot klassiek met een compilatie van acht korte tracks met composities van Bela Bartok, een compositie van Ravel, bewerkingen van een Turkse en Bulgaarse traditional en wat eigen werk. Meest opvallend is echter hun bewerking van composities van de te vroeg overleden Bretonse harpiste en folkvernieuwer Kristen Nogues. Het is wat onwennig om de instrumentalen te horen in een uitvoering met fluiten, maar wat en hoe het duo dat doet is intrigerend.
Veillon is in de meeste gevallen degene die de (solo)melodie voor zijn rekening neemt, terwijl Petri voor de harmonieën en percussie effecten zorgt. Dat doet laatstgenoemde op zeer inventieve wijze, zelfs aanstekelijk en swingend. Soms is het samenspel ontroerend, zoals in Stang ar noz. Opvallend is dat harmonieus samenspel meer voorkomt in de composities met klassieke referenties, zoals de Bartok suite, dan in de meer ritmische folktunes. Disul is een album dat je niet even opzet bij een feestje.
Het is geen gemakkelijke kost en je moet er echt voor gaan zitten, maar dan geniet je ook van alle pracht en praal. Favoriete tracks voor mij zijn eerder genoemde opening en de uitvoering van Nogues’ Feunteun wenn.