Door Luther Zevenbergen
John Dear Mowing Club
(Hazelwood Music HAZ 051)
Toen ik de cd van John Dear Mowing Club in handen kreeg dacht ik eerst dat het debuut van een nieuwe band was. Maar bij het openen van het hoesje zag ik al snel de naam van Melle de Boer prijken. Was de voormalig zanger van Smutfish solo gegaan, of was hij een nieuwe band gestart?
Nee hoor, gewoon een naamwisseling. Na twee goed ontvangen cd’s was de songschrijver van mening dat de naam niet meer bij de muziek paste. Van een overdaad aan marketing-denken kun je hem alvast niet beschuldigen.
Toch heeft hij een punt. Smutfish was goed, de optredens bij tijd en wijlen sensationeel, maar het was soms nog wat timide. John Dear Mowing Club kent geen schroom meer. Ze durven stevig uit te pakken zoals in de country-rocker ’The first time I heard Townes singing’. Maar wisselen dat even makkelijk af met ingetogen kippenvel-momenten zoals ’Broken TV’. Melle, wiens stem in het verleden nogal eens zeurderig kon worden na een aantal nummers, heeft duidelijk meer kleuren aan zijn vocale palet toegevoegd. Ook de band als geheel heeft aan kracht gewonnen. Op zulke momenten hoor je “on-Nederlands goed” te roepen. Maar waarom zou er ook geen goede americana uit de polder kunnen komen? Met dit tweede debuut begint de groep giganten van de donkere country, zoals Richard Buckner, serieus naar de kroon te steken.