The complete John Kirkpatrick Band
(Fledg’ling FLED3091)
Force of habit (1996) en Welcome to hell (1997) zijn de enige albums van de korte tijd bestaande John Kirkpatrick Band. Zoals de squeezeboxmaster himself vertelt in de liner notes, was er nauwelijks succes. Kirkpatrick formeerde de groep na een sessie voor de BBC in een turbulente periode in zijn leven. Uiteindelijk werd de liveformatie gedecimeerd tot vijf personen: Kirkpatrick, Graeme Taylor (gitaar, mandoline, banjo), Michael Gregory (drums), Dave Berry (bas, tuba) en Paul Burgess (viool, blokfluiten, keyboards). De opnamen van het eerste album liepen al helemaal verkeerd. De geluidsbanden uit de studio vertoonden te veel bijgeluiden en waren in feite niet bruikbaar. Daarom werd het debuutalbum een samenstelling uit twee concerten. Het is zeker sfeerverhogend.
Graeme Taylor fungeert als de benzine in de motor, daar waar Paul Burgess met zijn onnavolgbare soli op de blokfluit toch een net ander geluid meegeeft aan een folkrockband dan gebruikelijk. De ritmesectie is strak en Kirkpatrick zelf is de stuurman; de man van de repertoirekeuze en de altijd betrouwbare melodie- en begeleidingsmachine.
Kirkpatrick putte uit het rijke repertoire van de Engelse dansen, maar tevens uit eigen werk dat hij eerder en in andere samenstelling had gespeeld (en opgenomen). Zo komen songs en tunes als George’s son, The Oakham poacher, Shreds and Patches, Princess Royal en The gas almost works voorbij. En een tweetal nummers uit zijn daarvoor verschenen solo album Blue balloon: de titelsong en het nog immer imponerende Black against the snow.
Het album klinkt stevig, maar doordacht en verkocht goed. Maar optredens waren er mondjesmaat. Vreemd, want terugluisterend naar dit live album verbaast het dat er niet meer aandacht voor deze coherente folkrockformatie was.
De tweede schijf, Welcome to hell, was wel een studioalbum. Eentje waarvan ik de vinylversie te hard en te scherp vond klinken. Alsof er eens flink tegen deuren werd geschopt. Deze opgepoetste cd versie klinkt een stuk transparanter en aangenamer. Toch is het album minder samenhangend dan de live voorganger. Kirkpatrick is nogal aan het shoppen met nummers. Naast eigen nummers, overbekende traditionals als Lovely Nancy en een wat gladde cover van Fields of gold. Heel traditioneel qua arrangement is dan weerThe golden grain/The golden cornpipe, terwijl de titelsong haast een samensmelting is tussen reggae, rock en Bertold Brecht theater. Accordion Joe is rechttoe rechtaan vaudeville.
Allemaal vakkundig gebracht, maar te veel van het goede. Snel na de release viel de band bij gebrek aan concerten uiteen. Als bonus krijg je op deze heruitgave een extra (live)track. Bijna twintig jaar later wordt pas duidelijk dat de folkwereld toen nog niet toe was aan een folkrockband die zich buiten de geijkte paden van breaks, ritmeaccenten etcetera toe was.
John K was iets te vroeg met zijn projecten, maar het concept van destijds komt nu als weinig schokkend over. Toch een waardevolle heruitgave, al was het maar vanwege de flink verbeterde geluidskwaliteit.