Coat-tails flying
(Flegd’ling FLED3104)
John Kirkpatrick is een van die revivalfolkies van de zestiger en zeventiger jaren die nog steeds actief is. En hoe. Vrijwel elk jaar zien we wel een nieuw product van hem: solo of als onderdeel van een formatie. Kirkpatrick heeft nog niets van zijn glans verloren. De voortschrijdende jaren hebben geen invloed op zijn virtuositeit, zijn stem lijdt niet onder de jaren.
De laatste albums waren min of meer conceptalbums rond een thema. Zoals de meester zelf uitlegt in de bijlage is dit een pretentieloze verzameling van songs en instrumentalen die hij (nog) graag live speelt. Daaronder een aantal die hij opnam op eerdere platen, maar die niet heruitgegeven zijn en uiteraard een deel nieuw werk. Maar pretentieloos is geen synoniem voor ‘een vluggertje’. Het blijft genieten van Kirkpatrick op zijn arsenaal trekzakken, concertina’s en accordeons.
Er is sprake van een echt solo album, want alle geluiden – inclusief percussie en zang – werden geproduceerd door John K himself. Hij wisselt humoristische – en soms wat banale songs als Bum she addity en The house that Jack Built – af met serieuze onderwerpen en diepgaande liederen.
Opmerkelijk zijn twee songs: My soul is drowned in sorrow is Kirkpatrick’s Engelse versie van een lied uit IJsland, dat hij eerder opnam met Bara Grimsdottir en Chris Foster voor hun album Funi. En zodra je de eerste tonen beluistert van de openingstrack, weet je ‘dat arrangement heb je niet van jezelf meneer!’. Come all you jolly ploughboys nam hij eerder op op zijn debuutalbum Jump at the sun. Maar deze heropname baseerde hij, eerlijk vermeld, op de versie die verscheen op de eerste elpee van ons eigen Fungus. En helaas John, ondanks een verder prima schijf, krijgt die uitvoering toch mijn voorkeur.