Jude Edwin-Scott – Rambling rose

(Bellyhead 9 Records BH9RCD09; Birnam cd)

Bij de eerste tracks van Rambling rose moest ik direct denken aan Nic Jones. Edwin-Scott hanteert dezelfde Engelse fingerstyle als de meester van de Britse folksong. Zijn gitaartechniek is groots, zijn stem daarentegen is breekbaar, soms onvast. Maar dat relativeert ook weer: muziek hoeft niet gepolijst te zijn om te overtuigen. Door af en toe zijn stem te dubben – of harmonieën aan te brengen – ondervangt Edwin-Scott het probleem.

Naast gitaar speelt hij ook mandoline, viool en percussie. Hij schreef alle songs zelf. Met recht dus een echt solo-album. De teksten van zijn liedjes zijn enerzijds weergaven van persoonlijke bevindingen, zoals de situatie in coronatijd. Anderzijds zijn ze geëngageerd, zoals In equality blues over de brand in de Grenfell toren in Londen. De singer-songwriter hekelt de geldwolven die meer oog voor de eigen portemonnee hebben dan het welzijn van de bewoners. In een aantal songs keert ook de milieuproblematiek terug.

De muzikale overeenkomst met Nic Jones geldt voor een handvol nummers. Doch Edwin-Scott brengt naast de meer ballad-achtige songs ook lekkere felle, uptempo composities, waarin hij zich begeleidt met krachtige slagen op gitaar, vaak synchroon met akkoorden op de mandoline.  Alhoewel die laatste songs zeker niet slecht zijn – en voor afwisseling zorgen – geef ik toch de voorkeur aan zijn meer rustgevende songs met die heerlijke fingerpicking.

Jude Edwin-Scott was lang een grote onbekende. Rambling rose is al zijn zevende album. Maar ik vind hem een welkome ontdekking.

Scroll naar boven