(Saphrane S62622, Music & Words)
Griekse muziek is net zo veelzijdig als de hoeveelheid eilanden die het land kent. Op de grens tussen Oost en West is de Griekse muziek doordrenkt met invloeden uit beide windstreken, maar is vaak toch herkenbaar. We kennen uiteraard de rebetika, maar ook de politieke liederen van onder andere Theodarakis, de orkestrale muziek van Hadzidakis, de typerende klanken uit Kreta, zangeressen als Farantouri, Yannatou, Ionatos – en dan vergeten we er nog een hoop – en noemen vanaf nu in adem daarbij Katerina Papadopoulou.
Haar schitterende Aura is meer dan een muzikaal genot. Een beleving, en dat uit zich in de perfecte productie van dit album. Haar stem is wat vlakker, minder volumineus dan de eerder genoemde krachtige zangeressen, maar de uitdrukking, de intonatie, de emotie die zij met haar stembanden teweeg brengt vangt dat kleine gemis meer dan voldoende op. Ze wordt bijgestaan door Stefanis Dorbarakis (kanun), Giorgos Kontagiannis (lyra) en Kyriakos Tapakis (oud, luit) en gastmuzikant Chariton Charitonidis op doedelzak. Dit mini-ensemble zorgt voor een uitgemeten backing. Fel waar het krachtig moet zijn (Kostantis and the crab, The sail of the Damsel ), ingetogen en sfeervol waar nodig (het heerlijk melancholische Kalymnos distichs of het lyrische Bracera).
Bindende factor in de liederen is de zee, de Egeïsche zee in het bijzonder. De binding, de economische relatie, de gevaren, maar ook de aantrekkingskracht van de zee wordt in alle facetten bezongen. De elf liederen zijn allen traditionals, afkomstig van diverse eilanden in de Egeïsche zee en het ‘vaste land’, gearrangeerd en van nieuwe elementen voorzien door Papadopoulou en Aecean Arc.
Papadopoulou beschrijft in het tekstboekje dat stilte een belangrijk gegeven is in de muziek, waar ik het hartgrondig mee eens ben. Sterker nog: van al het fraais op deze cd word ik muisstil…