Knút – Hjartasláttur

(Tutl HJF544)

Knút Háberg Eysturstein uit de Faeröer maakte onder zijn artiestennaam Knút meerdere albums met diverse groepen. Daar was hij de laatste jaren vooral mee bezig, maar er stonden ook drie albums onder eigen naam op zijn conto: Havsgló (2004), The Desert Holds A Flower (2009) en On High (2013). De Coronapandemie bracht de mogelijkheid om weer met zijn eigen composities bezig te zijn. Hjartasláttur is het resultaat, een album dat Knút (zang, gitaar) opnam met wat zijn nieuwe vaste band werd: Torleik Mortensen (bass), Per Ingvaldur H. Petersen (drums) en Mattias Kapnas (toetsen).

De samenstelling geeft min of meer de richting van de muziek al aan: poppy deunen, gevat in die typische West-Scandinavische melancholie. Dat komt al gelijk bij openingstrack Himnafar naar voren. Een ballad gedragen door een pianobacking, verpakt met elektronisch orkest uit de toetsen in het refrein. Té ert doet mysterieuzer aan dankzij een transparante backing met veel nagalm. Villiniborg daarentegen is een optimistische uptempo rocksong, lekker in het gehoor liggend en qua stevigheid binnen de perken. Ook de ballad Vit sótu við havið, een nummer waarin voor het eerste de akoestische gitaar op de voorgrond staat, spreekt tot de verbeelding.

Het pallet van deze Knút is daarmee geschetst. Meest folky klinkt Vøgguvísa, een verstilde ballad met slechts gitaar en piano. Een fraai slot van een cd met de kenmerkende altzang en orkestrale arrangementen, kenmerkend voor de nieuwe singer-songwriters sound uit de West-Atlantische eilanden.

Scroll naar boven