Fiction and Folklore
(CLP Music, CLP 067)
Rebelse geluiden uit de Balkan ontspringen aan Lakvar, een door 2017 door de Hongaars-Bulgaarse componiste, zangeres, percussioniste en activiste Hajnalka Péter en de Georgische componist, gitarist en panduri-speler Zura Dzagnidze opgerichte groep. Hun soundscapes ontstaan vanuit de combinatie van de muzikale en culturele achtergronden van de groepsleden, waarbij geput wordt uit de Oost-Europese en Kaukasische traditie, steeds prominent aanwezig, die vervolgens vermengd wordt met invloeden uit jazz, pop, progressieve rock, opgeklopt met een portie elektronische en experimentele elementen. Af en toe glippen er op fragmenten van veldopnames binnen. Hun sterkhouders zijn de melodieën, complexe ritmes, naast de diepe emoties, mystieke klanken en speelse improvisaties, en vooral de veelzijdige stem van Hajnalka zelf. De luisteraar wordt meegesleept in een bij momenten mystieke en vooral aanstekelijke reis.
Openen doen ze aanstekelijk op de markt van Tbilisi, waar frambozenverkoopsters on toeroepen, en gaan rappen tussen ijzeropkopers die hun komst met megafoons aankondigen. Gastpercussionist Mogyoró Kornél zoekt vervolgens aansluiting in Koga, een – hier jachtig geïnterpreteerd – rouwlied waarin Hajnalka alvast één van haar vele zangtalenten laat gelden. Ook Daniova mama-Balkanum reliquit, vertrekkend vanuit een Bulgaars volkslied over een vermoeide moeder die zich tegen haar zoon beklaagt over de vader, die er lang geleden vandoor ging, grijpt naar de keel. Hiervoor bedient Zura zich virtuoos van het vrij zeldzame springboard. Fel contrasterend is het daarop volgende wiegenlied, Illona’s Lullaby, waarin de stem van Hajnalka zich verweeft met een duet tussen sobere pizzicato’s op altviool en panduri.
Ook in KI-BË drijft de (Moldavische) traditie boven wanneer ouderlingen en de hen verbindende liefdesstromen bezongen worden. Alleen het vrouwenkoor blijkt fictief, met een Hajnalka die de diverse stemmen naadloos in wist te zingen. Hun Fiction sluit heel nauw aan bij de progressieve folk van Monsieur Doumani. Voor het enige instrumentale nummer slaan Zura en Áron Eredics (Söndörgö) de handen in elkaar voor een ontmoeting tussen panduri en tambura, waarbij de instrumenten als dag en nacht tegenover elkaar geplaatst worden, en tegelijk de ziel van Georgië verweven met de rijke Balkantraditie. Meteen wordt dit een heel impressieve viering van de fusie tussen licht en duisternis in de muziek. Enig mooi is tenslotte het eveneens, in zijn akoestische soberheid verrassende, smartlied van een Moldavische bruid.
Overduidelijk dat we hier een groep treffen die zich niet naar één enkele muzikale identiteit wil voegen, en de conventionele banden verbreekt. Die radicale keuzes versterken een muzikaal ondersteund pleidooi voor het erkennen van de relativiteit (en de gevaren) van het trekken en bevechten van (interculturele en geografische) grenzen. Het doorbreken hiervan opent immers de deur naar nieuwe verbindingen en een stevigere universele verbondenheid.
Website: lakvar.com