Out of the blue
(Muziekpublique17, Xango Music Distribution)
Helemaal ‘Out of the blue’ zal dit tweede album van dit internationaal zangtrio, bestaande uit Amber in ’t Veld (ES/NL, gitaar), Sura Solomon (BE/USA, accordeon, piano en ukelele) en Marieke Werner (DE, klarinet) wel niet ontstaan zijn, ook al komt het eindproduct heel spontaan over. Hun verhaal begon tenslotte ook heel organisch, toen ze elkaar een zestal jaar terug als straatmuzikanten tegemoet kwamen in Brussel. Hun credo is ook duidelijk, zich helemaal inlevend in hun passies en maatschappelijke engagementen, in een activisme dat feministisch gekleurd is. Intensief toerend sinds hun debuut Soaked (2021) ondergingen ze een verdere rijping, wat een nog meer gedurfde en ontroerende nieuwe bloemlezing oplevert.
De poëzie die ze vertolken in hun liederen, is behoorlijk scherp, soms wat donker en rauw, met een vleugje humor en absurditeit, maar vooral vol tederheid en to the point. Bewenend weten ze je als luisteraar te ontroeren. De tranen staan voor verdriet, kwaadheid, maar ook voor vreugde en ontlading. Alle drie leveren ze hierin hun bijdrage in de taal die hen het best bekt. Dit verklaart waarom ze zowel in het Engels, Frans, Spaans, Duits maar ook Arabisch en Hebreeuws zingen. Amber groeide op in Spanje, Sura heeft Noord-Afrikaanse en Oosteuropese roots, en Marieke voelt zich sterk verbonden met de klezmer. Ook een portie Slam Poetry is hen niet vreemd en kunnen we wellicht toeschrijven aan hun straatervaringen. Van hen kun je dan ook moeilijk verwachten dat ze zich in één vakje laten drukken. Folk- en popinvloeden zijn er zeker, er is het klezmerelement dat mee uitgedragen wordt door de klarinet, het gaat – zeker op dit album – ook wel richting blues, er is close harmony in de a cappella’s… Er sluipt dan ook een tijdloze universaliteit in hun repertoire. Zelf voelen ze zich vooral geïnspireerd door muzikanten als Lhasa de Sela, Akua Naru, Giora Feidman, Chavela Vargas en Rodrigo Amarante.
De klarinet zet de toon in de intro van Belly Blue, een opener die als zwaarmoedige metafoor voor geboorte en opgroeien kan gelden. Ook de accordeon wringt zich her in der aan de oppervlakte. Nederigheid rond ons beperkte menselijke bestaan weergalmt in hun a capella gezongen Pequeña. En ook in Little poets maken ze ons bewust van onze vergankelijkheid, vocaal versterkt door een refrein met begeleidend koor, en instrumentaal ondersteund door subtiele inbreng van contrabas (Mateuzs Malcharek) en trompet (Francisco Leal Vásquez). In Naranjos bezingen ze de onderscheiden regio’s waarin ze opgroeiden, vertolkt in een meertalige mengeling van Spaanse folk, met klezmertoetsen en uitmondend in een oud Joods gebed, Aveinu malkeinu vaste waarde tijdens Jom Kippour, een gebed voor bescherming en hoop.
Hun maatschappelijk activisme duikt een eerste maal uitdrukkelijker naar voor in de slam poetry van Lonely Bird, waarin ze zich afvragen of het zin heeft om te schrijven over hun gevoelens van woede, pijn en isolatie in een steeds rechtser evoluerend landschap, en deze retorische vraag meteen van antwoord dienen. Vervolgens zoeken ze a cappela de Radikale Ruhe op. Rain and sun vormt weer een ander doordenkertje waarin emotionele fragiliteit centraal staat. Koor en contrabas zorgen ook hier voor een extra laagje. In het enkel ‘lichtvoetig’ op klarinet begeleide Au revoir houden ze een pleidooi om rouwen te zien als de kunst om afscheid nemen toe te laten en hierdoor voller in het leven te kunnen staan.
Zingen als het ultieme wapen tegen de universele angsten, ook rond relaties, vormt ook het centrale thema in Run en wordt gecounterd door Tourbillon, een pleidooi om je volledig te durven onderdompelen in plezier in en met jezelf, en ook met de ‘ander’. De zon komt op, verwarmt de aarde, en gaat terug onder in het afsluitende El calentamiento, waarmee ze andermaal uitdragen dat alles in cycli verloopt en hun album heel origineel weten af te sluiten met een aan dit nummer geweven – gezongen – epiloog waarin ze iedereen bedanken die bijdroeg tot het welslagen van dit project.
Zeker Out of the blue, en dan toch weer niet. Daarvoor is de gelaagdheid van poëzie net iets te doortastend, en de fijntjes afgestemde ondersteunende instrumentale arrangementen net iets te goed onderbouwd. Helemaal niet vrijblijvend!