Manfred Bartmann, wetenschap en plezier

Manfred-Bartmann-5-H.Sardehaii

In april 1967 treurde Duitsland om Konrad Adenauer. De dood van de bondskanselier was het enige onderwerp op de radio en verder klonk er slechts treurmuziek. Voor Manfred Bartmann (1952) was dat echter de gelegenheid te ontsnappen aan de Duitse radiosleur. Hij ontdekte Radio Veronica en Radio Caroline. Daar klonk totaal andere muziek. In de ogen van de gevestigde Duitse luisteraars was die echter verre van netjes. “Men noemde dat ‘Hottentottenmuziek’ en dat was heel erg slecht”, vertelt Bartmann nu vol ironie. “Het zou de ondergang van het Avondland betekenen.” Voor tiener Manfred was de ontdekking van die andere muziek echter beslissend voor het verdere verloop van zijn leven.

H.Sardehaii
<p>Foto's :H.Sardehaii</p>

Hij voltooide het gymnasium, bekwaamde zich op de (Ierse) bouzouki, studeerde wiskunde in Göttingen, belandde daar in de folkgroep Lilienthal, stond enkele jaren als leraar voor de klas maar vond uiteindelijk toch zijn voldoening in de muziek.
De nieuwsgierige muzikant reist sinds 1983 de hele wereld af op zoek naar bijzondere muziekuitingen. Hij zocht en vond die in Marokko, Duitsland, Nederland, Botswana, Engeland, de Westelijke Sahara, Spanje en de Dominicaanse republiek. Bartmann registreerde daar allerlei muzikale vormen. Niet zoals Alan Lomax en Ate Doornbosch, die na een gesprek met de muzikant de opname startten, maar in de vorm van ‘in context recordings’ licht de muzieketnoloog toe. ”De muziek passeert, of ik er bij ben of niet. Dat maakt de muzikanten niet uit.”
In 1991 promoveerde Bartmann op het Beieren van de klokken in het Graafschap Bentheim, Denekamp en Oost-Friesland. Tegenwoordig is hij hoogleraar in de muzieketnologie aan de Universiteit van Salzburg.
Al meer dan veertig jaar is Manfred Bartmann ook zelf actief als muzikant. Pas nu verscheen zijn eerste eigen cd, Frisia Orientalis. Naast tien muziektracks puilt de schijf bijna uit van de gedigitaliseerde informatie. Er kan geen byte meer bij. Voor een overzichtelijk menu was geen plaats meer en daarom is het een beetje zoeken naar de toegang tot alle gegevens. Juist voor die situaties heeft Bill Gates gelukkig de Verkenner aan Windows toegevoegd.

Informatie
De kartonnen verpakking beschrijft de inhoud van de schijf slechts summier, want elke track heeft een digitale toelichting. Alle informatie is in PDF-files gevat, dus printen kan ook. Dat kost wel veel papier omdat de toelichtingen erg uitgebreid zijn. De vele kruisverwijzingen roepen soms de gedachte aan een overvloedige spaghettimaaltijd op, maar ook daarbij kun je na afloop zeggen dat je dan wel wat hebt gehad.
Omdat de informatie overweldigend is, dacht Bartmann met de lezer mee. Niet minder dan 27 pagina’s F(requently) A(sked) Q(uestion)s verlichten de weg in de informatiedoolhof. Verder is er een handvol schema’s toegevoegd die soms ook nog een link leggen met de folkhistorie.
De muziektracks zijn gebaseerd op verschillende ’stijlen’ (Afrikaanse, Perzische en Platduitse muziek). Voor elke soort is er ook nog een aparte inleiding. Maar de mooiste ontdekking in de digitale rijstebrijberg is een drietal podcasts (Sint Maartenliedjes, de rommelpot en het Midwinterluiden). Die audiotracks – in het Engels ingesproken door een van Bartmanns studenten – verklaren op heldere wijze zeer veel. Drie toegevoegde videofragmenten vormen nog een leuke illustratie en zoals het een wetenschappelijke publicatie betaamt, ontbreekt de – indrukwekkende – literatuurlijst niet.
De informatie is vooral in het Engels. Voor Bartmann was dat ooit een eyeopener: “Die taal heeft mij laten zien dat er meer bestaat dan die vervelende muziek die in mijn jeugd uit de radio kwam.”
Vrijwel alle muziektracks grijpen in elkaar. In de openingstrack mengt het Oostfries zich al meteen met Afrikaanse ritmes en in Midwinter bells beieren de midwinterklokken door de kinderrijmpjes heen. Dan wordt ook duidelijk waarom de toelichting spaghettivormen heeft.

Muziek

Manfred-Bartmann-5-H.Sardehaii
<p>foto's: H.Sardehaii</p>

Het zijn vooral trillende snaren die Bartmanns zang op de tien muziektracks begeleiden. Zijn craquelé-stem klinkt soms verpakt in etnische muziek. De etnomusicoloog hield zichzelf tot nu toe tegen om zijn zang te ontplooien. “Ik speelde in Liliënthal en andere bands op draailier en viool maar heb eigenlijk nooit echt gezongen. Hier in Salzburg ontdekte ik een vocal coach en stelde vast dat ik toch eigenlijk wel zou kunnen zingen. Dat was nieuw voor mij.”
De zanger begeleidt zichzelf op diverse gitaren, Ierse bouzouki en een scala van percussie-instrumenten. Zijn lerares Perzisch, Mehrenegar Rostami, ondersteunt hem op enkele tracks. Daarbij staat de santoor, een Arabisch-Perzisch hakkebord, centraal. Alles is ingenieus gemixt door technicus Bernie Rothauer, die er hier en daar ook nog akoestische effecten in mengde.
Op vier van de tien tracks speelt Sara Baartman (1789 – 1816) een grote rol. Handige jongens namen deze Khoisan-vrouw mee naar Europa en afficheerden haar – onder meer vanwege haar uitzonderlijke achterwerk – als de Hottentot-Venus. Manfred Bartmann “was als door de bliksem getroffen” toen hij oog in oog stond met de restanten van haar, jaren geleden in het Musée de l’Homme in Parijs. “Daar stond zomaar ‘mijn naam’ op die kist. Ik ben toen verder gaan zoeken. Ook over hoe haar muzikale omgeving geweest kan zijn.” Dat men haar ‘Hottentot’ noemde, versterkte zijn drang om verder te speuren. In zijn jeugd had hij immers naar ‘Hottentottenmuziek’ geluisterd.
De Baartman-tracks zijn niet alleen ingebed in Afrikaanse muziek. Perzische muziekelementen begeleiden twee klaagzangen voor Sara Baartman. Zelfs Jacqui McShee van Pentangle speelt nog een rol in Sara’s story.
Op vrijwel iedere track klinkt Engels naast Oostfries. Manfred groeide op met dat dialect in Norden. Verheerlijking van het Platduits staat hem echter tegen. “Jonge mensen spreken het niet omdat de verkrampte inspanningen de taal te redden, hen tegenstaat. Omdat moraliserende taalridders steeds met de vinger wijzen.” Zijn opvattingen tegen die overtrokken dialectofilie laat hij in Untouchable Low German duidelijk blijken.
Het lied Als ik wegging, van Klaus Groth, sluit de cd af met een deur die duidelijk dichtslaat.
Frisia Orientalis is een unieke combinatie van bijzondere muziek en heel veel informatie. “Ja.” verklaart Manfred Bartmann: “In de wetenschap moet je publiceren. Maar dan wel iets waar je zelf plezier aan beleeft.”

CD:        Manfred Bartmann: Frisia Orientalis (Ôbaxé Music)

Internet: www.myspace.com/manfredbartmann
             www.obaxe-music.com

Scroll naar boven