Lieven Coppieters maakte ooit één album, het in 1976 verschenen Jus d’Orange. Een opvolger werd nooit uitgebracht. Coppieters kon zijn draai en creativiteit niet naar eigen inzicht kwijt in de muziekscene. Net zo snel als hij gekomen was, verdween hij weer.
Maar niet het album Jus d’Orange, dat een gewild hebbedingetje werd onder de liefhebbers van Vlaamstalige singer-songwriters. Pas in 1998 – en in 2013 wederom – werd Jus d’Orange in digitale vorm heruitgegeven, wat even voor een heropleving zorgde. Desondanks bleven de liedjes van Lieven en tekstschrijver Jan De Vuyst hangen.
Met regelmaat werden ze gedraaid in (Vlaamse) radioprogramma’s en Neerhof werd gekozen tot een van de meest invloedrijke en liefst gehoorde tracks in het Vlaamse popgenre. Dat nummer werd voor het eerste gecoverd door Jean Blaute en Eric Meleaerts in 2012 in een tv-programma en een tournee. Een aantal jaren geleden bracht Klaas Delrue voor een show samen met Yevgueni en Lieven een drietal Jus d’Orange songs op de bühne, maar registraties op geluidsdragers van de liedjes zijn nauwelijks bekend.
Op 12 maart verscheen echter een bewerking van Neerhof als tweede single van MISST. Dat Vlaamse kwintet ontstond in 2016, toen Elly Aerden, Jan Van Rossem, Liesbet Van Reeth, Linde Van Puyenbroeck en Eva Moens samenkwamen om a capella te zingen. De 4 ‘MISSes’ en 1 ‘MISSTer’ zingen nummers van over de hele wereld in zowat zeventien verschillende talen. Naast de vocale roots benaderen ze nummers op een eigentijdse manier.
In aanloop naar hun debuut album, dat uitkomt op 23 april 2021, lanceerden ze al een eerste single Vor í Vaglaskógi. Als tweede opmaat koos men voor een geheel eigen bewerking van Lieven’s prachtige lied Neerhof.
“Het nummer roept warme, nostalgische gevoelens op en past muzikaal helemaal in de sfeer van de lente. Bovendien verwijst het naar gezellig samenzijn en verbondenheid, gevoelens die wij momenteel meer dan ooit kunnen gebruiken” zeggen ze zelf over de keuze. De nostalgie geldt niet voor het arrangement. MISST koos voor een eigen benadering met een moderne, maar zeer aanvaardbare aanpak. Subtiele delen, waarin vooral de vocale harmonieën staan centraal staan, worden afgewisseld met een stevige ritmesectie in het refrein.
