(Buda Musique 860397)
Cajun en zydeco zonder trekzak? En toch het pompende geluid van dat instrument? Het is een gewaagd experiment, maar Tia Couttebel (zang, gitaar, composities) durft het aan met percussionist Fabrice Bony en verrassing: Gilles Chabenat met zijn draailier. Nu zijn we op de hoogte van Chabanats escapades (in folk, klassiek, rock, jazz, eigentijds), maar Cajun en Zydeco? Hij draait er zijn hand niet voor om (of beter, zijn hand laat het wiel draaien). En het klinkt nog ook, getuige openingstrack Jambalaya. De draailier krijgt een sterke vervorming mee en ziedaar: de trekzak kan je vergeten.
En toch niet helemaal, want in het volgende nummer is die met gast Ruben Moreno (ook zang) toch aanwezig. Nog meer gasten vullen deze cd met rauwe zuidelijke klanken, zoals de Broussard Sisters & Jeffrey Broussard, Juan Pardo en een heel schoolkoor. Die zang is niet het sterkste punt op deze cd. Soms onvast, wat schreeuwerig, krakerig. Maar dat zal authentiek heten…
De muziek neigt soms naar meer blues(rock) dan naar pure cajun. De vervormde elektrische gitaar en uiteraard de liedstructuur is daar debet aan. De soulballad Plain cold ring (Eael S Burrough) is een positieve uitzondering. Almost lost my mind, gezongen en gecomponeerd door Ruben Moreno, is zo’n andere opsteker.
Maar het ontbeert Seven aan coherentie. Er zijn te veel tracks die niet tot de verbeelding spreken of creatieve inventie laten horen. Als slottrack krijgt Plain cold ring nog een hernieuwing, nu alleen gezongen door Couttebel en begeleid door een sequens op de draailier van Chabenat. Seven, inmiddels het vierde album van deze parttime formatie, vind ik nogal rommelig en onaf.