
Oriental Express
(KAK Media KAK 004 / AMG records)
Nara Noïan is één van de negen vrouwen die medewerkten aan het muziekproject Het draagbare paradijs van Gerry De Mol in 2009. Deze Brusselse pianiste en songwriter is van Armeense origine. Net als op haar vorige twee cd’s laat ze op deze schijf afwisselend instrumentale en gezongen nummers horen. De meeste composities schreef ze zelf. Het nummer Gnossienne is muziek van Erik Satie. Een paar keer hoor je samenzang met de Brussels-Tunesische zangeres Ghalia Benali. De liederen worden in het Armeens gezongen en één keer in het Russisch (Anna Karenina). In het inlegboekje zijn Engelse vertalingen van de vredevolle teksten te lezen. Zelf moeder van twee kinderen zingt ze ook een woordenloos wiegelied Lu Li La met uitsluitend pianobegeleiding. Erg mooi is dat, net zoals de andere nummers op deze cd. Met haar glasheldere stem en kristalzuiver pianospel zal zij veel luisteraars bekoren. Als Armeense laat zij ook de duduk, dat mooie dubbelrietinstrument uit haar geboorteland, horen. Het wordt bespeeld door Vardan Hovanissian. Verder is ook oud en gitaar te horen. Bij haar eerste cd schreven we reeds: puur luistergenot. Dat is op deze uitgave net zo. Luisteren, dus.
Over deze schrijver
Dries Delrue
Reeds als tiener werd ik geboeid door chanson en kleinkunst. Gaandeweg heeft deze interesse zich uitgebreid naar liederen in andere talen. Duitse chansonniers, zowel als Jiddische zangers en zangeressen en Latijns-Amerikaanse protestliederen konden mij bekoren.
Voor mijn eerste werkopdrachten in de jaren zeventig doorkruiste ik de Westhoek met zijn vele soldatenkerkhoven en monumenten die de Eerste Wereldoorlog herdenken. Dat heeft mijn interesse gewekt voor het oorlogsleed en natuurlijk ook voor de vele liederen die erover gezongen worden. Het folkfestival te Dranouter dat ik sinds 1981 bezoek en de Vredesconcerten Passendale hebben die interesse nog doen groeien.
Het Vlaamse folkblad Gandalf waaraan ik meewerkte ging in 1997 ter ziele. Als abonnee van New Folk Sounds las ik dat het blad nieuwe medewerkers vroeg. Zo schrijf ik sinds ruim vijftien jaar voor dit blad.
Mijn muzikale activiteit als koperblazer op alto in het plaatselijk harmonieorkest heb ik, wegens verhuis van West-Vlaanderen naar Limburg, stopgezet. Naast het luisteren naar en lezen over muziek, nemen de ruime tuin rond het nieuwe huis en het geregeld bezoek van en aan kinderen en kleinkinderen nu een ruim deel van mijn tijd in beslag.
Ik ben ook actief in plaatselijke verenigingen en geef, waar men mij vraagt, ook graag lezingen over het chanson. Het blijft mij boeien.
Dat Klaas, een van mijn zonen, zijn weg vond als auteur en zanger van Nederlandse en Franse chansons -Yevgueni en Delrue- stemt me bijzonder blij.