(La compagnie du Nord CIE015)
Chansons traditionenelles d’Acadie et du Quebec luidt de ondertitel van deze cd met Nicolas Boulerice (zang, draailier, percussie), Olivier Demers (viool, mandoloncelle, bombarde, voetpercussie en zang) en Robert Deveaux (zang, viool) en gasten David Brunelle (harmonica) en Daniel Roy (fluit, zang) in Quand j’etais a l’age de 15 ans.
Wat vooral opvalt bij het album is de sterke zang, zowel solo als in harmonie. Een reeks nummers bestaat uit louter zang en vioolbegeleiding, maar qua energie en dynamiek verbleekt een volledige band met een reeks instrumenten als begeleiding. Je mén fus a sa porte is een voorbeeld van zo’n nummer. Aanvankelijk slechts solo zang, viool en voetpercussie en een meerstemmig gezongen refrein. Het mondt uiteindelijk uit in een instrumentale dans, gespeeld met twee violen en voetpercussie. Rossignol du vert Bocage is een ballade, begeleid door de mandolocello en driestemmig gezongen.
De muzikale afwisseling – met ballads, vrolijke lovesongs en klaagliedjes over de liefde, wat humoristische liederen in tempo en structuur – is verzekerd. En zoals bijna altijd, zeker bij de groepen op het Canadese La Compagnie du Nord label, vind je ook een acapella gezongen track, zelfs drie stuks: J’avais une mechante mere (wel met voetpercussie en mondharp) en Mon pere a fait batir maison, een stapellied eveneens met de voeten mee getrommeld. Quand j’etais a l’age de 15 ans (solo en koorzang met fluit en mondharmonica) sluit een wederom interessant album uit Quebec en het Compagnie du Nord label af.
