Het was net voor de Coronacrisis in alle hevigheid losbarstte met de anderhalve meter samenleving, de avondklok, lockdowns, de thuistesten en vooral ziekenhuizen vol. Kees van der Poel en Rob Smaling – beiden ooit met Wargaren pioniers in de Nederfolk – pikten nog net een concert mee van Martin Carthy en John Kirkpatick bij Roots aan de Zaan. Van der Poel werd opnieuw geconfronteerd met het verleden, al klinkt dat wat heftig. Want een eerdere ontmoeting, ver terug in de begin jaren zeventig met Martin Carthy zette Van der Poel en Smaling aan tot denken en doen. Toen nog actief met Amerikaanse en wellicht wat Angelsaksische folk, vroeg Carthy waarom de twee heren niets met hun eigen cultureel erfgoed deden: de Nederlands(talig)e liederen en melodieën.
Het vervolg kennen we, met twee belangrijke groepen – Wargaren en Wolverlei – die min of meer aan deze ontmoeting hun bestaansrecht ontlenen. En er zouden nog velen hun voorbeeld volgen. Maar anno 2019 stelde organisator Koen Hottentot na het concert van Carthy en Kirkpatrick – toeval bestaat niet! – de vraag aan Van der Poel en Smaling hoe het nu stond met de Nederfolk en of het geen idee was om nog eens een echt Nederfolkfestival te organiseren. Organisator enthousiast, muzikanten bevlogen… En toen kwam dus dat verdomde virus. Optredens werden gecancelled, ziekten, ongemak en beperkingen deden zich voor. Het festival leek in de schoonheid van het idee te sterven…
Toch bleef het kriebelen bij van der Poel, die in diezelfde periode een schitterende cd – zijn solodebuut op een leeftijd van zeventig plus! – realiseerde. Zozeer dat er toch een Nederfolk festivalletje komt, al is het één avond met een verzameling gasten die op een of andere manier wel een binding hebben met de multi-instrumentalist. Van oud-groepsgenoot, tot zoon en dochter van muziekvrienden, tot de neven van een ex-collega, samenwerkingspartner in een project, een stuwende kracht op zijn laatste cd…
‘Misschien wordt dit wel mijn afscheidsconcert’ vertelt van der Poel, zowel serieus als met een knipoog. ‘Ik zie voortdurend mensen om me heen wegvallen. Steeds meer en versneld. Oud-collega’s krijgen gezondheidsproblemen, of zijn fysiek niet meer in staat om (langer) te spelen. Ik merk zelf dat het mij ook moeite gaat kosten’. Gelukkig zijn er nog jonge(re) mensen die de draad oppakken of liever gezegd voortzetten.
Van der Poel nodigde een aantal oude makkers uit (onder andere Frans Tromp met zijn trekharmonica uit de tijd van EUTS), maar ook bijvoorbeeld de broers Walter en Onno Kuipers, die samen met Marjolein Meijers flink aan de weg timmeren met Nederlandstalige (folk)liedjes. ‘Ik was laatst bij een optreden van dat trio. Speelden ze daar wat nummers die we ook met Wolverlei deden’. Gilles en Jitske Rullmann – zoon en dochter van Crackerhashers Ineke en Paul Rullmann – zijn van de ‘generatie na de folkrevival’, maar nog immer actief in het wereldje. Wellicht niet de allerjongsten, edoch…. Maar wat dan te zeggen van huidige folkster Janos Koolen, die op folk en country gebied een zeer gewaardeerd en gewild muzikant is. Margje Wittermans komt uit de theaterwereld, die in haar voostelling Vluchtgoud liederen van Slauerhoff zong, op muziek gezet door van der Poel.
Het wordt een ode aan de Nederfolk. Juist of omdat die er zo beroerd voorstaat. Van der Poel wil de boel levendig houden, op(nieuw) scherp zetten wellicht. Want wie speelt er nu nog Nederlands(talig)e folk? ‘Zie het maar als muziek van de oude knarren, gespeeld door jongere muzikanten. Er zijn nog wel folkgroepen, maar de zangcultuur delft zowat het onderspit. Toch gelooft Van der Poel, ooit één van de wegbereiders, in een toekomst van de Nederfolk. ‘Want het zijn van die verdomd mooie liedjes’.
“Nederfolk”, Roots aan de Zaan vrijdag 9 februari 2024 in de Pasveerzaal/Fluxus in Zaandam, aanvang 20:00 uur