Cd’s kort besproken: Heath Cullen, John Hinshelwood, Annie Gallup

Annie Gallup 
Oh everything
(Gallway Bay Music GBM018

Voor de Amerikaanse singer-songwriter is Oh everything al haar dertiende geluidsdrager, waarvan de eerste Cause and effect verscheen in 1994. Ook vormt ze samen met partner Peter Gallaway (gitaar) het duo Hat Check Girl, waarvan niet zo lang geleden de cd Kiss me quick verscheen.

Gallaway is ook present bij deze solo-exercitie van Gallup. Ze worden aangevuld door pianist Harvey Jones. De dertien tracks op de cd zijn allen van de hand van Annie Gallup. Sfeerrijke, verhalende songs, die met diepe stem aan ons worden verteld. De donkere hoes is al een voorbode van de meestentijds tamelijk sombere inhoud, die wel intrigerend wordt gebracht. Opvallende tracks zijn Sleeplessness, over haar chronisch slaapgebrek, en Everybody wants to take her home, maar niemand wil haar houden.

Gallup deed het grafische werk voor het kartonnen klaphoesje zelf, maakte de opnames samen met Gallaway. Bij de productie kregen ze dan nog assistentie van Harvey Jones. Het resultaat klinkt prima.


  Heath Cullen
Springtime in the heart 
(5X9 Records 5X9004)

Springtime in the heart is het vierde album van de Australische zanger-gitarist Heath Cullen, uitgebracht vijf jaar na Outside, waarop hij werd begeleid door Elvis Costello’s Imposters. Voor de nieuwe plaat vloog hij naar Amerika, waar hij opnames maakte onder begeleiding van Joe Henry, die naast een klinkende naam als artiest ondertussen ook een flinke reputatie als producer heeft opgebouwd. Daarbij werd hij ondersteund door muzikanten als Adam Levy (gitaar) en Patrick Warren (toetsen).

Joe Henry’s zoon Levon is te horen op rietblazers. Cullen wordt wel vergeleken met Leonard Cohen, Tom Waits en Nick Cave. Zijn composities en zangstijl geven daar alle reden toe. In de openingstrack Things are looking up wordt het klimaatprobleem centraal gesteld. The song always remembers klinkt Iers en zou zo een compositie van Shane MacGowan kunnen zijn. Voor Song that I know leverde Joe Henry een sterk associatieve tekst aan; de enige van twee teksten op de cd die Heath Cullen niet zelf schreef. Veel van de nummers gaan erover hoe om te gaan met liefde & leven. Het afsluitende nummer is een puike cover van T. Bone Burnett’s Kill switch.


John Hinshelwood 
Called back
(Littleroots Records lrcd 1006)

The poems of Emily Dickinson luidt de ondertitel van deze reeds zesde cd van de Schotse singer-songwriter John Hinshelwood. Alle muziek komt van zijn hand, maar de woorden zijn van de 19e eeuwse Amerikaanse schrijfster. De gedichten werden gegoten in een grote diversiteit aan muzikale stijlen: bluegrass, jazz, soul, folk, Keltisch en americana. In totaal levert dat veertien nummers op, die prettig en makkelijk in het gehoor liggen.

Aansprekend zijn vooral het wat Keltisch klinkende The beauty and the truth en het van mooi gitaarwerk voorziene The return. Called back, de instrumentale afsluitende track, is een inscriptie op de grafsteen van Emily Dickinson – teruggeroepen op 13 mei 1886.

Medewerkende muzikanten zijn in ruime mate aanwezig, onder andere Tim Black (gitaar), Dave Currie (dobro), Steve Forman (percussie) en Barbara Nesbitt (zang). Competente lieden. Alle verschillende genres wordt op ontspannen wijze eer aangedaan. Een caleidoscopisch geheel, dat nergens de tekst tot bijzaak maakt. En wie een dichter wil eren, moet de tekst voorop zetten.

Scroll naar boven