Dza dza dzum
(AAC Rcords 99501, Music & Words)
De klezmerband Ot Azoj bestaat sinds 1994 en heeft in die periode verschillende bezettingswisselingen gekend. Van de oorspronkelijke bezetting zijn nog twee muzikanten over: Karin Kranenborg (saxofoon) en Joris van Beek (viool, contrabas). Sinds 2007 maakt de Pool Radek Fedyk (tuba, trompet) deel uit van Ot Azoj, en in 2008 sloot de Turkse percussionist Ulas Aksunger zich erbij aan. In 2013 werd de huidige bezetting gecompleteerd door de komst van de in 1993 geboren accordeonist Wilco Oomkes.
De huidige stijl van Ot Azoj is naar eigen zeggen een mengeling van muzikale invloeden, die uitmonden in klezmer-rumba, Balkan-bop en Turkish-latin. Ze situeren hun muziek in Molvanië, land van feesten en modder, dat ergens tussen Griekenland en Rusland moet liggen. Dit lijkt wellicht een eigen verzinsel van de band, maar het is het onderwerp van een boek uit 2003, bedoeld als parodie op reisgidsen. Het is uitgegroeid tot een fenomeen. Er is zelfs een ‘gediskwalificeerde Eurovisie inzending’ van Molvanië op YouTube te vinden.
Dza dza dzum (de titel is afgeleid van fabrieken die een constant zoemgeluid produceren) bevat voor het overgrote deel zelfgeschreven werk van de groepsleden. Die worden aangevuld met de Bulgaarse traditional Sjerezo cherkezko en een traditioneel gedeelte binnen de eigen compositie Puszta. Radek Fedyk ontpopt zich als de hofleverancier van repertoire voor deze cd. De stijl is bepaald minder binnen de geijkte patronen, met veel ruimte voor improvisatie. Dat zorgt enerzijds voor een losse sfeer, maar maakt het aan de andere kant wel moeilijker voor de luisteraar om ‘erbij te blijven’. Dat het om kundige musici gaat staat buiten kijf. Ot Azoj heeft zichzelf opnieuw uitgevonden.