Patagonië Zingt!

uitgeverij EPO
uitgeverij EPO

Al wie vroeger op VRT radio1 naar bijzondere programma’s luisterde waarin ook bijzondere chansons te horen waren, kent radiomaker Dree Peremans. Vanaf 1 januari 1991 was ‘Het einde van de wereld’ gedurende vele jaren het zondagavond programma waar heel wat zonderlingen naar uitkeken.
Een onderdeel van dat programma was het wekelijks weerkerend stukje uit de ‘Encyclopedia Patagonica’ door Peremans zelf bijeen geschreven.

 

 

In het onlangs verschenen boek ‘Patagonië Zingt!’ onthult Peremans dat zijn grote liefde voor Patagonië zijn oorspong vond bij het lezen, als kind, van De kinderen van kapitein Grant van Jules Verne. Wanneer hij op een zomerse middag in 1989 samen met zijn vriend Dirk Van Esbroeck een fris wit wijntje drinkt op een caféterras gaat hun gesprek over Patagonië. Dirk, die in Argentinië opgroeide, was er al geweest. Er werden plannen gesmeed om Patagonië te redden en om dat doel te bereiken stichtten ze ter plekke de ,Fundación Patagonista’. Gelijkgestemde vrienden zouden deze Fundación bevolken. Toen begin 1991 een radioprogramma moest bedacht worden om de zondagavond te vullen kreeg het idee van Peremans de zegen van de directie en zo ontstond ‘Het einde van de wereld’, eigenlijk een programma dat de Fundación Patagonista enige bekendheid zou geven. In 2014 werd het vijfentwintigjarig bestaan van de Fundación gevierd. Het hoogtepunt van de viering van dat jubileum werd een eenmalige opvoering op 20 december in de Stadsschouwburg van Leuven van de zelf bedachte, geschreven en gecomponeerde ballad-opera ‘Patagonië, die Opera’. Veertien van het twintigtal liederen dat werd gezongen zijn afgedrukt in het jubileumboek ‘Patagonië Zingt!’. In het boek kan je die liederen niet alleen lezen maar ook bekijken en beluisteren. Tekenaar Albert Daniëls tekende immers van elk lied een kort stripverhaal en de liederen werden ingezongen op een unieke cd die bij het boek is gevoegd. De teksten van de liederen zijn bijna alle van de hand van Dree Peremans sr. en de muziek werd meestal geschreven door Guido Van Hellemont, bekend als een deel van Lamp en Lazerus die in de jaren zeventig grote bekendheid verwierven met ondermeer De onverbiddelijke zoener. De liederen werden gearrangeerd door Frans Ieven die ook het huisorkest ’De Pluchen Pinguïn’ dirigeerde. Muzikanten in het orkest zijn Christel Borghlevens op klarinet, Bert Van Laethem op viool, pianist Paul Poelmans, trombonist Dree Peremans jr., cellist Toon Ieven, Hans Mortelmans op gitaar en accordeon, Peter van Eyck op ukulele, Dree Peremans sr. op triangel en dirigent Frans Ieven speelt contrabas. Allemaal mensen die in de Vlaamse muziekgeschiedenis al hun sporen verdienden. En de zangers? Die zijn ook niet de minsten: Marc Hauman, Jan De Smet (van De Nieuwe Snaar, jawel), Hans Mortelmans en Hilde Frateur. Die staan in voor twaalf van de veertien nummers op de cd. Nummer 13, ’s Avonds gaan de sterren dwalen wordt gezongen door Luc Tegenbos en Peter Van Eyck. Dit succesnummer van hun ‚Het Ukulogisch Museum’ is het enige niet originele nummer op de cd. Dit uit het Duits vertaalde liefdeslied uit 1949 dat elk optreden van het duo siert, mocht zeker niet ontbreken. Als slotnummer wordt door de ganse groep natuurlijk de ‘Hymne’ van de Fundación gezongen: Omilh me yah. Volgens Peremans is dat Yahgan-Indiaans en het betekent iets als ‚ik ben tevreden’. Wie dit boek met cd leest, bekijkt en beluistert kan mijns inziens niet anders dan te besluiten: „Ik ben tevreden. Heel tevreden.” Bij de tweede beluistering zingt hij vast luidop mee: Omilh me yah!

Scroll naar boven