Phil Ochs – I Ain’t marching anymore

Tekst: Luther Zevenbergen

De meester van de ’topical song’

Het is 1965, de Vietnam-oorlog is op een hoogtepunt. In dat jaar brengt folkzanger Phil Ochs zijn tweede lp I Ain’t marching anymore uit. Volgens velen een van de beste, zoniet de beste collectie ’topical songs’, ooit uitgebracht. Het zou in ieder geval de best verkopende, en best ontvangen lp zijn, die Phil Ochs heeft gemaakt. De wereldroem die hij nastreefde zou hij er nooit mee bereiken, maar de status als cultheld zou hij er wel mee vestigen. Ook al staat zijn naam slechts onder één grote hit, There but for fortune in de uitvoering van Joan Baez, zijn nummers zijn vaak en door veel artiesten gecoverd.

Philip Ochs wordt in 1940 geboren, in El Paso, Texas, en groeit vervolgens op in Ohio. Vanuit zijn politieke betrokkenheid kiest hij ervoor om journalistiek te gaan studeren, en in die tijd  begint hij ook met het schrijven van folksongs. Als hij begin jaren zestig naar New York wil hij het als folkzanger gaan maken. Hij is niet de enige. In die dagen is Greenwich Village een ontmoetingsplaats van jong talent, zoals Bob Dylan, Joan Baez, David Blue en Paul Simon. Velen zijn beïnvloed door Woody Guthrie. Net als Bob Dylan gaat ook Phil Ochs zijn held opzoeken, die op dat moment in een New York’s ziekenhuis zijn laatste dagen slijt.

Als Phil Ochs opgemerkt wordt door het blad Broadside gaat het balletje rollen. Hij is zeer productief, leest elke dag de krant en schrijft tenminste één song over iets dat hij gelezen
heeft. Door zijn journalistieke achtergrond te integreren in zijn songs ontstaat de zogenaamde ’topical song’. Phil Ochs prefereert die term boven ‘protestsongs’ zoals de nummers van de  nieuwe lichting folkies meestal worden genoemd. De Vietnam-oorlog, racisme, ‘blacklisting’, dat zijn de onderwerpen die in die periode door hem bezongen worden.

Te beluisteren via NFS Spotify:

For I flew the final mission in the japanese sky

Set off the mighty mushroom  roar

When I saw the cities burning

I knew that I was learning

That I ain’t marchin’ anymore

Phil Ochs

Zijn eerste lp The news that fits to sing, veel optredens, waaronder twee keer succesvol op het Newport-festival, zorgen ervoor dat hij in februari 1965 zijn tweede lp kan opnemen. I ain’t marching anymore, het titelnummer wordt een vaste waarde op veel Vietnamdemonstraties die zouden volgen. Net als de voorganger wordt de lp in sobere stijl opgenomen. Was er op het debuut nog een tweede gitarist, Danny Knalb, te horen, op I ain’t marching anymore is Phil slechts alleen te horen.

Tekstueel doet hij een stap vooruit. Zijn journalistieke achtergrond is  nog altijd te horen, de politieke betrokkenheid natuurlijk ook, maar de songs zijn verhaaltjes geworden die minder tijdgebonden zijn dan nummers als Too many martyrs of Talking Cuban crisis. Sommige nummers staan bol van de ironie, zoals bijvoorbeeld in Draft dodger rag:

I’m just a typical american boy from a typical american town

I believe in God and senator dodd and

keeping old castro down

And when it came my time to serve I knew

better dead than red

But when I got to my old draft board, buddy,

this is what I said

Met veertigduizend verkochte exemplaren zou het zijn grootste succes worden. En de reacties waren overwegend positief. In de Denver Post stond op 14 maart: ‘Laat je door de titel niet misleiden, Mr Ochs marcheert nog steeds, tegen oorlog, tegen intolerantie, tegen het zuiden en eigenlijk tegen alles dat iedereen deze dagen als problemen ervaart. Maar je moet wel een beetje in dit soort muziek zijn om het te kunnen waarderen.’

De slag tussen Phil Ochs en Bob Dylan werd in 1965 definitief in het voordeel van Dylan beslecht. Al sinds de twee als jonge talenten in Greenwich Village optraden werd er hevig gespeculeerd, wie van de twee het echt zou gaan maken. Dylan maakte een vliegende start, maar velen verwachtten dat Phil Ochs er aan zou komen na zijn optredens op Newport.

Voor Phil Ochs was I ain’t marching anymore de grote doorbraak, tegen het succes van Dylans Bringing it all back home kon hij echter niet op. Voor Dylan was dit het moment zich tegen zijn oude makker/rivaal Phil Ochs af te gaan zetten. Iets dat Ochs altijd veel pijn heeft gedaan. In een interview werd Dylan gevraagd wat zijn echte naam was waarop hij ntwoordde met: ‘Philip Ochs, ik verander het wel weer terug, als ik zie dat het zich uitbetaalt.’

Later dat jaar zou er nog een incident volgen dat de vrienden definitief uit elkaar zou drijven. Na een peace-in concert speelde Dylan een van zijn nieuwe nummers aan Phil voor, om zijn mening te horen. Phil vond dat het minder was dan hij gewend was van Dylan, en vertelde hem dat. Die werd daarop zo boos dat hij hem later uit de taxi, die ze deelden, liet zetten. ‘Jij bent geen songwriter, maar een journalist.’ Ochs liet het gelaten over zich heen komen, ‘als Bob Dylan iets zegt, dan moet je maar luisteren’, vertelde hij later.

Then the army of the fascists tried to put you on the run,

But the army of the union, they did what could be done,

Oh, the power of the factory was greater than the gun,

As you built one more link on the chain, on the chain,

As you built one more link on the chain.

Ook al is Phil Ochs veel meer trouw gebleven aan zijn politiek engagement dan Dylan, die volgens velen uitverkoop hield toen hij ‘elektrisch’ ging. Dat was zeker niet omdat hij zo nodig een boodschap wilde uitdragen. In een interview in The Village Voice schreef hij: ‘Er is niets nobels aan wat ik doe. Ik schrijf om geld te verdienen. Ik schrijf over Cuba en Mississippi  vanwege een innerlijke noodzaak mij uit te drukken, niet om de wereld te veranderen. In de kern zijn mijn songs psychologisch niet politiek. Ik begin nu pas fatsoenlijk materiaal te schrijven. De beelden en woorden komen nu gemakkelijker. Ik bereik een nieuw niveau, waardoor ik in begin te zien waar Dylan’s songs over gaan… en ik begin dichters als Brecht te lezen.’

In feite droomde Ochs altijd van grote roem. Hij zwijmelde weg bij grote film- of R’n’Rsterren zoals Elvis Presley of James Dean. Maar het ging altijd hand in hand met een linkse ereldvisie. De revolutionair vermomd als wereldster, dat was het onrealistische toekomstbeeld dat hij voor zichzelf nastreefde. ‘Als er enige hoop is voor Amerika, dan ligt het in revolutie, en als er enige hoop op revolutie is, dan ligt dat in Elvis Presley die transformeert in Che Guevara.’ Dit mondde vijf jaar later uit in een zeer geestige, maar ook tamelijk genante serie optredens in een gouden ‘Presley’-pak.

Phil Ochs zou later lp’s maken met orkestrale of rock-arrangementen. Het niveau van de eerste drie zou hij nooit meer halen. Zijn teksten zouden meer introspectief worden, maar
hij wordt vooral geroemd om zijn ’topical songs’ zoals die op de eerste drie lp’s staan. Met I ain’t marching anymore als artistiek hoogtepunt. Zonder die eerste drie, geen Billy Bragg of John Wesley Harding.

Bronnen:
Elliot, Marc, Phil Ochs: Death of a Rebel,
Omnibus Press 1990

Brend, Mark, American Troubadours: Groundbreaking singersongwriters of the 60s,
Backbeat Books 2001

1 gedachte over “Phil Ochs – <em>I Ain’t marching anymore</em>”

  1. Dank u wel voor een mooie bespreking van een belangrijk album. Als Phil Ochs-liefhebber vind ik overigens wel dat zijn latere albums minsten zo goed, zo niet beter, dan zijn vroegere muziek zijn. Met ‘Small Circle of Friends’, ‘The War Is Over’, ‘White Boots Marching in a Yellow Land’ e.d., staan er bovendien nog genoeg politieke nummers op. 

Reacties zijn gesloten.

Scroll naar boven