It fûgeltsje yn myn gitaar
(Achterdyk Produksjes, Skiif 010)
Troubadour Piter Wilkens hertaalde Zweedse songs van Cornelis Vreeswijk. Zijn Friese interpretaties sluiten in stijl, intonatie, timing en ironie perfect aan bij die van de in 1987 overleden Nederlandse Zweed.
Ondanks het taalverschil is het al na de eerste maten klip en klaar: Piter Wilkens is de geboren vertolker van Cornelis Vreeswijk. Zijn stijl, intonatie en timing scheppen een perfect beeld van de in 1987 op 50-jarige leeftijd overleden Nederlandse Zweed wiens versjes al tijdens zijn leven een cultstatus bereikten. Denk maar aan De nozem en de non. Deze Friestalige schijf telt twee bekende liedjes: de titelsong en Veronica. De overige songs hertaalde Wilkens direct uit het Zweeds in het Fries. De ballade fan ld baas Freark en Cecilia Lind laat horen dat de Friese troubadour ook muzikaal uitstekend bij Vreeswijk aansluit. Nadere beschouwing van de teksten (in het Fries en het Nederlands meegeleverd) maken die overeenkomst compleet. Zelfs de ironie van Wilkens is die van Vreeswijk. In de Liwwarder blues over de Friese hoofdstad druipt het eraf: “Ut het noait wat weest en ut sal noait wat wurde, ast in Liwwarden geboaren bist, kanst ut wel skudde.” Overduidelijk, als je weet dat Wilkens er zelf geboren is.
Toch geeft de meetlat langs de twee een markant verschil aan. Waar Vreeswijk zijn zangwerk vaak minimaal ondersteunde, maakt Wilkens daar juist veel werk van. De stuwende bas van broer Sytse en de voortreffelijke gitaar- en dobropingels van Rik Meijer drijven het genot verder op. Eigenlijk biedt de cd de twee performers, Vreeswijk en Wilkens, in een. Zo’n schijf mag je dus niet laten liggen!