Remco Sietsema & Janos Koolen – Lagom

(PIP records 005)

Het Zweedse Lagom staat voor ‘niet te veel, niet te weinig, maar precies goed’. Daarmee je bespreking beginnen en afsluiten, want het is precies wat het album is.

Koolen, hier mandoline, akoestische gitaar en zang, is in de loop der jaren uitgegroeid tot een spilfiguur in de Nederlandse folk- en aanverwante muziek. Niet alleen als muzikant, begeleider en componist, maar ook als opnametechnicus en producent.  De bekendheid van Remco Sietsema is een stuk minder, maar muzikaal staat hij evenwichtig naast Koolen, maar dan op trekharmonica, knoppenaccordeon en eveneens zang. In drie liederen neemt hij de leadzang voor zijn rekening: Olle Grieze, Doe zegst ’t mor en  Mien Laand/Sint Laurens. Dat zingen doet de Groninger in zijn moederstaal.

Er is nergens sprake van beperktheid in het instrumentarium, ondanks dat de meeste tracks gevoed worden door gepaarde instrumenten. Wat er met dat tweetal – hier en daar met een overdub voor andere instrumenten – wordt voortgebracht getuigt van vakmanschap en toewijding. Soms uiterst subtiel, dan weer energiek, maar altijd met een zekere spontaniteit. Het album werd dan ook live opgenomen.

De composities zijn van eigen hand en dan valt tevens de verscheidenheid op: meer folky of juist country georiënteerd, een wals of opgewekte dansmelodie, een uptempo deun of juist een heerlijk meeslepende ballad. Olle Grieze is zo’n fraaie, lyrische ballade met een heerlijke getokkelde melodie op gitaar en aanvullende volle akkoorden uit de accordeon. Vreemd wellicht voor een folksong, maar hier zit hit-potentie in. Ik heb wel veel slechtere ‘gevoelsballaden’ gehoord op onze pop(p)ie zenders.

In het navolgende The monster tune/The mokey bounce etaleert Koolen zijn mandoline skills. Vingervlugheid met ballen, doorspekt met emotie! Hij herhaalt die klasse in het rocky Mien land/ Sint Laurens, dat hij inzet met een fraaie gitaarriff. Ook het heerlijk ‘zingende’ Tangerine is een favoriet: zwierig zonder melodrama, maar met een fijn nasaal klinkende trekzak.

En hoe subtiel kan een eenvoudige melodie klinken. Zweribach laat horen dat je met de juiste middelen, met de juiste hoeveelheid, met toewijding en kunde hoogtepunten kunt creëren.  Niet te veel, niet te weinig, maar precies goed!

Scroll naar boven