Argento
(Visage music, Xango Music Distribution, VM 3020)
Dit kwartet rond Riccardo Tesi (organetto), Maurizio Geri (gitaar, saz en zang), Claudio Carboni (sopraansaxofoon) en Gigi Biolcati (percussie en zang) bestaat vijfentwintig jaar, en dat zullen we geweten hebben na het beluisteren van hun ‘zilveren’ schijf. Steeds op zoek naar muziek zonder grenzen, en traditie en vernieuwing met elkaar verzoenend, rijgen ze een mooie bloemlezing aan instrumentale en gezongen nummers aan elkaar.
En omdat het feest is komen hun tal van muzikale vrienden. Ingezet wordt met Occitaanse dichter/zanger Jean-Marie Carlotti’s Anar Passar, die zelf het recitatief komt verzorgen. Meteen krijgen we een behoorlijk opgefriste herneming van een van de meest bijblijvende nummers van Tesi’s Anita Anita (1988) toegediend, in een arrangement van Patrick Vaillant, die er toen ook bij was.
Nadat ze met een Ciociaria een eigen nummer in de stijl van de traditionele Midden-Italiaanse saltarello brengen, weliswaar met een stevige jazzy saus overgoten, breekt Geri uit met zijn Napoli, dat behoorlijk rockt op het ritme van de Napolitaanse tammurriata, waarmee hij zich tot officiële tekstschrijver kroont, en samen met Biolcati de vocale ambities doet toenemen.
Tesi brengt enkele meditatieve momenten binnen met zijn instrumentalen Bradipo Re en Donna Tita (opgedragen aan zijn dochter Anita), waar Carboni’s sopraansax zich zachtjes in wentelt, zonder de vibrafoon van gast Ettore Bonafè (de oorspronkelijke percussionist van Banditaliana) te overstemmen.
Giri is dan weer ontstaan vanuit een ethnofunk-improvisatie tussen Riccardo en Gigi die met zijn Gigitarra speelde. Improvisaties blijken trouwens meer en meer aan de basis te liggen van nieuwe composities binnen het kwartet. Dit geldt eveneens voor Ginagina en Puma, twee andere instrumentale nummers die zweven tussen traditie en heden. Vooral in het laatstgenoemde, dat ons eerst wat laat wegdoezelen (maar ons al snel terug doet rechtveren), voegt Carboni enkele heerlijke saxofoonlijnen toe.
Ook een nummer van de in 2016 overleden vriend Gianmaria Testa mocht niet ontbreken. Drie van de hier opgenomen nummers zijn trouwens op een of andere manier een eerbetoon aan hem geworden. Samen met gasttrompettist Paolo Fresu wordt hier dan ook een onvergetelijke versie van Polvere Di Gesso neergezet. Na hun recente avonturen met de herneming van Bella Ciao mocht ook een nummer met de grote cantatrices uit de Italiaanse folkscene niet ontbreken. Ginevra Di Marco, Lucilla Galeazzi en Elena Ledda waren er dan ook als de kippen bij om samen met Luisa Cottifogli Donna Guerriera in te zingen, een bewerking van een traditioneel Toscaans-Emiliaans dansnummer. Het handelt trouwens over een meisje dat besluit om zich vermomd als man in de plaats van haar vader naar de oorlog te begeven.
Miniera, een nummer uit de jaren dertig, geschreven door Cesare Andrea Bixio en Bixio Cherubini, als eerbetoon aan de talrijke Italianen die tijdens een koolmijnramp in Monongah (West Virginia) om het leven kwamen, stond al jaren op hun repertoire, ooit nog met Testa als zanger, maar werd nooit eerder opgenomen. Tesi’s Nordest ademt enerzijds Braziliaanse ritmes, terwijl het door de inbreng van de txalaparta door Kepa Junkera tegelijk een Baskische aroma in zich heeft. Afgesloten wordt met een ander lied van Geri, Il bianco, dat hij eerder zelf eerder opnam op zijn album Ancora un ballo, daar ingezongen door… Gianmaria Testa. Reeds enige tijd is het deel gaan uitmaken van hun concertrepertoire.
Het werd dus een feestelijk jubileumalbum, met terugblik naar de verstreken jaren. Een aanrader!